Arresten Registergoederenrecht 2016-2017
Eigendom en burenrecht:
1. HR 15 november 1991, NJ 1993, 316 (Depex/Bergel)
Depex levert onder eigendomsvoorbehoud een destillatie installatie aan Bergel. De apparatuur wordt
geplaatst in de fabriek van Bergel, echter wordt de rekening niet voldaan. Na faillissement van Bergel
vordert Depex afgifte van de installatie op grond van haar eigendomsvoorbehoud. De curatoren van
Bergel menen echter dat de installatie is nagetrokken en nu bestanddeel is van het onroerend goed
van Bergel.
- Rechtsvraag: Wordt het eigendomsvoorbehoud van Depex doorbroken door natrekking van de
installatie door het fabrieksgebouw?
- Rechtsregel: Als het gebouw en de apparatuur in constructief opzicht specifiek op elkaar zijn
afgestemd, is dat een aanwijzing dat naar verkeersopvattingen natrekking heeft plaatsgevonden.
Hetzelfde geldt wanneer het gebouw uit een oogpunt van geschiktheid als fabrieksgebouw –
gebouw dienende tot het huisvesten van een productie-inrichting – bij ontbreken van de
apparatuur als onvoltooid moet worden beschouwd. De functie van de installatie in het
productieproces is niet van belang.
2. HR 31 oktober 1997, NJ 1998, 97 (Portacabin)
Portacabin door middel van leidingen aangesloten op het gas-, water- en elektriciteitsnet, de riolering
en het telefoonnet. Recht van hypotheek + pandrecht. Portacabin is verkocht, gedemonteerd en
afgegeven aan een derde. De Rabobank heeft in het geding gevorderd dat voor recht zal worden
verklaard dat de portacabin onder haar recht van hypotheek valt wat zij op het bedrijfsperceel heeft.
De Ontvanger stelt zich op het standpunt dat de portacabin roerend is omdat zij niet in de zin van art.
3:3 BW duurzaam met de grond verenigd was.
- Rechtsvraag: Is de portacabin door natrekking onderdeel van de grond en dus onroerend
geworden?
- Rechtsregel: De volgende vier criteria zijn van belang bij de bepaling of een gebouw duurzaam
met de grond is verenigd:
a. Een gebouw kan duurzaam met de grond verenigd zijn in de zin van art. 3:3 BW, doordat
het naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven. Niet van belang
is dan meer dat technisch de mogelijkheid bestaat om het bouwsel te verplaatsen.
b. Bij de beantwoording van de vraag of een gebouw of een werk bestemd is om duurzaam
ter plaatse te blijven moet worden gelet op de bedoeling van de bouwer voor zover deze
naar buiten kenbaar is. Onder bouwer moet ook worden verstaan degene in wiens
opdracht het bouwwerk wordt gebouwd.
c. De bestemming van een gebouw of een werk om duurzaam ter plaatse te blijven dient
naar buiten kenbaar te zijn.
d. De verkeersopvattingen kunnen niet worden gebruikt als een zelfstandige maatstaf voor
de beoordeling van de vraag of een zaak roerend of onroerend is. Zij kunnen wel in
aanmerking worden genomen voor invulling van bovenstaande criteria.
3. HR 28 februari 2003, NJ 2003, 272 (Steiger arrest)
Het betoog dat een steiger volgens verkeersopvatting altijd onderdeel uitmaakt van de grond of oever
waaraan de steiger ligt, gaat in zijn algemeenheid te ver. Rechtbank en Hof hebben niet miskend dat
een onderlinge constructieve afstemming een aanwijzing kan opleveren voor een bevestigende
beantwoording van even bedoelde vraag; omdat de stellingen van thans eiser tot cassatie daartoe
geen aanleiding gaven behoefden Rechtbank en Hof niet uitdrukkelijk op die vraag in te gaan. ‘s Hof
oordeel dat de steiger niet zodanig met de grond is verbonden dat hij niet zonder beschadiging van
betekenis van de grond kan worden verwijderd, is in het licht van de stellingen van thans eiser tot
cassatie, niet onbegrijpelijk.
4. HR 28 maart 2008, NJ 2008, 353 (Nelemans/Scheepswerf)
Vordering tot legalisering van overbouw ex art. 5:54 BW; afwijzing vordering in geval van grove
schuld; maatstaf. Misbruik van bevoegdheid? Van grove schuld van de eigenaar van de overbouw in
de zin van art. 5:54 lid 3 BW is sprake als hem een ernstig verwijt ervan kan worden gemaakt dat hij
op het perceel van de ander heeft gebouwd. Voor zover dit een gevolg is van fouten die door anderen
zijn gemaakt, in het bijzonder de in zijn opdracht werkende architect, kan hem dit niet zonder meer
persoonlijk als grove schuld worden tegengeworpen. Ingeval de architect fouten in de tekening heeft
gemaakt die hebben geleid tot overbouw, is sprake van grove schuld indien de eigenaar die de
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mastermb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.49. You're not tied to anything after your purchase.