Voeding
Alles wat je eet of drinkt, noem je voedingsmiddelen. Die middelen bevatten voedingsstoffen waarvan er
6 zijn; eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitaminen. Voedingsstoffen worden gebruikt als
brand- en bouwstof voor je lichaam. Tekort aan voedingsstoffen leveren gebrekziekten op.
Eiwitten (proteïnen)
Eiwitten zijn lange ketens van aminozuren. Eiwitten worden uit het voedsel gesplitst in aminozuren. Deze
worden bij eiwitsynthese weer aan elkaar gekoppeld tot eiwitmoleculen. Transaminering is het zelf maken
van aminozuren. Dit gebeurt in de lever waarbij een aminogroep (-NH2) wordt overplaatst. De andere 8
essentiële aminozuren moeten in voedsel voorkomen. Eiwitten regelen veel in een organisme; transport,
celcommunicatie, bloedstolling en bij chemische reacties. Als er niet genoeg glucose is verbrand je eiwitten
uit je spieren waardoor je spiermassa afneemt.
Koolhydraten (sachariden)
Koolhydraten zijn belangrijke brandstoffen in je lichaam en geven veel energie. Bij teveel wordt het
omgezet in glycogeen en wordt het opgeslagen in vet. Ook kunnen koolhydraten dienen als bouwstof. Een
DNA-molecuul bevat desoxyribose en ATP bevat ribose. Voedingsvezels zijn koolhydraten die niet verteerd
kunnen worden zoals cellulose en pectine. Ze worden wel afgebroken door bacteriën.
Vetten (lipiden)
Vetten en olïen worden triglyceriden genoemd. Bij onverzadigd vind er een dubbele binding plaats, bij
verzadigd een enkele. Vooral plaantaardige oliën bevatten onverzadigde vetzuren. Dierlijke bevatten meer
verzadigde vetzuren. Je lichaam kan de meeste vetten aanmaken waardoor je er maar weinig hoeft te
eten. Maar bijvoorbeeld linolzuur is wel een essentieel vetzuur. Vetten zijn brandstoffen en bouwstoffen
(fosfolipiden zijn deel membranen). Sommige vitaminen (A, D, E en K) zijn oplosbaar in vet waardoor je ze
dus alleen via vet binnenkrijgt. Cholesterol wordt vooral door je lever aangemaakt.
Water
Functies van water;
- Bouwstof en oplosmiddel voor allerlei stoffen
- Transportmiddel
- Regeling van lichaamstemperatuur
Mineralen (zouten)
Mineralen zijn anorganische stoffen zoals calcium, fosfor, kalium en natrium. Je hebt ze nodig voor allerlei
soorten processen. Calcium is bijvoorbeeld nodig om je bloed te laten stollen. Kalium zorgt samen met
natrium ervoor dat neuronen impulsen geleiden. Mineralen die je in kleine hoeveelheden nodig hebt heten
spoorelementen
Vitaminen
Vitaminen zijn organische stoffen. Vitamine B is een verzamelnaam voor verschillende vitaminen: het
vitamine-B-complex. Vitamine K wordt gemaakt in de dikke darm door bacteriën. Uit provitaminen kan je
lichaam zelf de vitamine vormen. Door zonlicht wordt vitamine D gevormd. Risicogroepen hebben extra
vitaminen D,K en B nodig.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 554523P. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.