100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Renale fysiologie (fysiologie van de orgaanstelsels) $4.41   Add to cart

Summary

Samenvatting Renale fysiologie (fysiologie van de orgaanstelsels)

4 reviews
 35 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document vind je de volledige samenvatting van het hoofdstuk renale fysiologie binnen het vak 'Fysiologie van de orgaanstelsels' gedoceerd door prof. Snyders en prof. Bruffaerts

Preview 4 out of 41  pages

  • Yes
  • September 12, 2023
  • 41
  • 2022/2023
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: K03B • 5 months ago

review-writer-avatar

By: pelinxxxyilmaz • 2 months ago

Translated by Google

very good summary + lots of notes/extra clarification

review-writer-avatar

By: evievanpuyvelde • 6 months ago

review-writer-avatar

By: fienvermeylen • 7 months ago

avatar-seller
Renale fysiologie
INLEIDING
FUNCTIES: CENTRALE ROL IN DE HOMEOSTASE


1. Regulatie osmolariteit en volume van lichaamsvochten
- ¼ van het hartdebiet passeert continu de nieren à filteren dus een groot volume bloed
- Slechts 1,5 liter/dag uitgescheiden
- Conclusie: de perfusie (bloedtoevoer) v/d nieren > hoeveelheid vocht dat lichaam verlaat
- T.h.v. de nier: combinatie van filtratie, reabsorptie en secretie
o Balans à stabiel houden NaCl concentratie & volume EC compartiment à stabiel houden ionaire huishouding

2. Regulatie elektrolyten evenwicht:
- Door eliminatie/bewaren van NaCl + vocht wordt de ionaire huishouding stabiel gehouden
- Output controleren
o Organismen hebben weinig controle over inname dus er moet wel controle zijn over de output!
o Extra input: nier zorgt voor extra eliminatie NaCl à verhoogde excretie t.g.v. verhoogde inname!
o Verlaagde input: nier zorgt dat het NaCl bijhoudt à verlaagde excretie t.g.b. verlaagde inname!
- Op niveau v/d nier gebeurt het balanceren van een aantal stoffen
- De output wordt in balans gebracht met de gestegen/gedaalde input voor dezelfde stof

3. Regulatie pH (zuur-base evenwicht)
- Veel van de biochemie is gebaseerd op het functioneren van cellen in een milieu van pH = 7,4
o Zowel longen (zie respiratoir) als nier zorgen voor het behoud van dit milieu
- Als pH afwijkt gaan IC processen ontregelen, inclusief het metabolisme
- Een pH van 7,35 = acidose / een pH van 7,45 = alkalose

4. Excretie metabolieten en ‘vreemde’ bestanddelen
- Metabolieten: Ureum, urinezuur, creatinine, bilirubine, metabolieten van hormonen
- Sommige farmaca worden meer wateroplosbaar gemaakt in de lever
- Transportsysteem voor endogene metabolieten transporteert vaak kleine organische moleculen
- Farmaca volgen datzelfde transportsysteem (bijv. zelfde route als creatine)
- Geeft problemen bij nierinsufficiëntie:
o Als nieren slechts 50% activiteit vertonen à ook maar 50% farmaca geëlimineerd à toxische waarden

5. Hormonale functie:
- Beperkte endosecretische functie
- EPO aangemaakt bij hypoxie à belang voor productie RBC (miner epo bij nierinsufficiëntie à anemie)
- Actieve metaboliet van Vit D3 à gebruikt voor calcium- en fosfaathuishouding
- Renine à renine-angiotensine-aldosteron systeem (belangrijk in Na/K huishouding + effect op bloeddruk)


ANATOMIE – MACROSCOPISCH


Verbinding buitenwereld: Nier via ureter verbonden met blaas / urine verlaat lichaam via urethra

Nier bestaat uit: piramiden, cortex, medulla, papil, calyx en pelvis
- Calyx: waar urine wordt gecapteerd
- Aanvoerende a. renalis (uit aorta) en afvoerende v. renalis (naar v. cava) en ook afvoer
deel via ureter naar de blaas




1

,HET NEFRON

= funcionele unit van de nier en bestaat uit:
- Glomerulus = capillair vaatkluwen waar het deel passerende vocht in het
capillair wordt gefilterd en ultrafiltraat (dan naar verzamelbuisjes)
- Proximale tubulus
- Lus van Henle: dun dalend deel, dun stijgend deel, dik stijgend deel
o Overgang lus van Henle naar distale tubulus = macula densa
(maakt contact met de glomerulus)
- Distale tubulus en vezamelbuizen

Indeling nefronen: o.b.v. de posiie van de glomerulus t.o.v. de medulla
- Corticale / superficial glomerulus dicht bij oppervlakte
- Juxta-medullaire glomerulus bij overgang cortex/medulla

HISTOLOGISCH EN FUNCTIONEEL VERSCHIL

- JM nefronen: langere lussen van Henle (dringen diep in medulla door).
- SF: zeker het dik stijgend deel van de lus van Henle in de cortex.
- Lengte van de lus van Henle heeft te maken met hoe sterk de urine geconcentreerd kan worden
- Concentrerend vermogen t.h.v. de nieren is dus verschillend!

VASCULARISATIE

De a. renalis vertakt naar arteriën die naar de glomeruli gaan. Het capillair vaatkluwen van de glomerulus is gelegen tussen de
afferente arteriole en de efferente arteriole. Die efferente arteriole gaat naar een 2e capillair bed rond de tubulaire structuren
van het nefron (= peritubulair capillair) à vasa recta à veneuze drainage à v. renalis à v. cava


ANATOMIE – HISTOLOGIE


Tubulaire structuren: gepolariseerd epitheel à apicaal- (lumen) en basolateraal (intersiium) membraan à ertussen ight
juncions. T.h.v. het dik deel van de lus van Henle is het epitheel dikker

Verschillende segmenten van het nefron hebben fysiologisch ook een eigen transport systeem (welke ionen getransporteerd en
op welke manier die transport gebeurt) à niet enkel histologisch, maar ook funcionele verschillen


GLOMERULUS EN KAPSEL VAN BOWMAN

Glomerulus = kluwen van capillairen vd afferente arteriole à staan parallel à lage weerstand à weinig drukverval
- De capillairen vertonen een gefenestreerd endotheel
- Basale membraan is negatief geladen
- Aan urinekant: 1e deel vh epitheel = podocyten à cellen die met kleine uitstulpingen op basale membraan hechten
o Tussen de uitstulpingen: filtration slits à openingen waardoor vocht in ruimte van Bowman kan

Vocht uit het capillaire gaat dus doorheen het gefenestreerd endotheel à basaal membraan à langsheen filtraion slits in de
ruimte van Bowman, vanwaar de proximale tubulus start

Geheel vd 3 vormt de filterbarrière: (1) gefenestreerd endotheel (2) glomerulair basale membraan (3) podocyten (Bowman)
- Filtratie: alles tussen 20 - 40 Å (glucose, Na, Cl à alles met een laag MW) (1 Ångström = 10−10 m)
- Glucose wel door filter, maar niet in urine (althans bij normaal metabolisme en -nierfunctie) à volledig gereabsorbeerd
- Geen filtratie: partikels groter dan 40 Å (grotere eiwitten, RBC, WCB, albumines, globulines)
- Moeilijke filtratie: eiwitten met (-) lading tegengehouden door (-) op basale membraan (kationen hebben voordeel)

2

,Voorbeeld (dextranen): wat passeert wel/niet over de barrière
- Dextranen = polysacchariden met pos of neg ladingen
- Neutrale dextranen
o Kunnen allemaal erdoor als < 20 Å
o Kunnen er niet door als > 40 Å
- Kationische dextranen kunnen er makkelijker door als > 30 Å
- Anionische dextranen kunnen er dan niet meer door
- Kleine moleculen zoals Na, K en chloor kunnen er makkelijk door

→ Lading dus enkel relevant bij grotere moleculen


MACULA DENSA

Bij de overgang van de Lis van Henle naar de distale tubulus wordt contact gemaakt met de glomerulus t.h.v. de efferente- en
afferente arteriole = macula densa:

- Secretie van renine
- Tubuloglomerulaire feedback (einde van de Lis van Henle communiceer met eigen glomerulus t.h.v. macula densa)
o Werkt als NaCl sensor: normaal moet Na en Cl er al uit gefilterd zijn
o Reguleert de funcie van de proximale tubulus en Lus van Henle


BLAAS

Geproduceerde urine à ureter à blaas
- Blaas vnl onder PS invloed (reflex om te plassen: deels bewust en deels onbewust)
- Epitheel van de blaas: extreme ight juncions à urine mag niet terug opgenomen worden via epitheel van de blaas
- Spieren:
o Het grootste gedeelte van de blaas bestaat uit gladde spierwand: m. detrusor
o Aan uiteinde zit glad spierweefsel samen met elasisch weefsel: interne sfincter : autonoom geregeld
o Nabij de interne sfincter zit de externe sfincter : vrijwillig gereguleerd
- Vullen van de blaas triggert via de activatie van stretch receptoren de micuritie reflex
o Geactiveerde stretch receptoren zenden via sensorische afferente zenuwen signaal naar de hersenen
→ spinale reflex: PS stimulatie → contractie vd detrusor en relaxatie vd interne sfincter
o Urineren gebeurt pas na relaxatie van de externe sfincter (vrijwillig)
§ Efferente zenuwsignalen inhiberen de micuritie reflex tot je zelf de externe sfincter relaxeert


RENALE FYSIOLOGIE: ALGEMEEN

à Vorming ultrafiltraat en modificaie ervan door reabsorpie en secreie

Arteriele input = stoffen opgelost in het bloed dat via a. renalis aangevoerd wordt
- Concentratie van deze stoffen in het arteriële bloed * arteriële renale
plasma flow: P X,a * RPFa
- = totale aanbod van deze stof per tijdseenheid
- Plasmaflow want uit plasma wordt filtraat gevormd, niet RBC!

Veneuze output = materiaal dat teruggestuurd wordt naar v. cava
- Concentratie van deze stoffen in het veneuze bloed * veneuze renale plasma flow: P X,v * RPFv

Urine output = hetgeen wat in de urine terecht komt
- De concentratie van de stof in de urine * het urinedebiet
- Excretie rate = Ux * Vx (Vx = urine debiet in ml/min)

3

, De vorming van urine omvat:
- Vorming van ultrafiltraat van plasma thv de glomerulus (glomerulaire filtratierate)
- Het ultrafiltraat passeert het tubulaire systeem: reabsorptie en secretie (thv tubuli)

à Hetgeen wat in de urine verschijnt X urine = X filtraat – X reabsorp6e + X secre6e

Opmerking: waarom renale plasmaflow gebruikt en niet de totale bloedflow?
- Bloedcellen (RBC, WBC) worden niet gefilterd
- Enkel het materiaal dat in het plasma aanwezig kan (eventueel) door de glomerulaire
filter geraken


RENALE CLEARANCE EN TRANSPORT

Wet van Fick: de wet van behoud van massa à hoeveelheid aangevoerd = som hoeveelheden afgevoerd via venen en ureter
- Massa van een gesloten systeem blijft constant, ongeacht de processen die binnen het systeem plaatsvinden

Input = output
- Input = arterieel aanbod: P X,a * RPFa
1) Output = veneuze retour+ urinaire excretie P X,v * RPFv + Ux * Vx

à Px, a * RPFa = Px, v * RPFv + Ux * Vx (enkel geldig als stof X zelf niet gemetaboliseerd/gesyntheiseerd wordt in de nier)

CLEARANCE

Nier heew een excreie funcie: de clearance (Cx) focust op hetgeen wat in de urine terecht komt
- De hoeveelheid die in de urine terecht komt is tot op zeker hoogte proportioneel met de input van de sotf
- Deze proportionaliteitsterm = clearance = C

Clearance = snelheid (rate) waarmee materiaal (stof x) uit het organisme geëlimineerd wordt
= volume plasma waaruit stof x verwijderd & uitgescheiden wordt per ijdseenheid (eenheid ml/min)

à Ux * Vx = Px, a * Cx Û Cx = (Ux * Vx)/Px, a (eenheid ml/min)

(Ux = concentraie in urine Vx = flow Px, a = plasmaconcentraie)

Een hoge clearance betekend dat er veel materiaal per ijdseenheid in de urine zal verdwijnen


METINGEN GRF, RPF-RBF, FILTRATIE-REABSORPTIE


GLOMERULAIRE FILTRATIE RATE (GFR)

= hoeveelheid filtraat er gevormd wordt
- Kijk hoeveel volume er terechtkomt in de tubuli (stof opvolgen)
- Hiervoor wordt een stof gebruikt die
o In de tubuli niet verder verwerkt/gereabsorbeerd/gesecreteerd wordt
o Na filtratie dus rechtstreeks in de urine verschijnt

Berekening: hoeveelheid dat in urine verschijnt = hoeveel dat er gefilterd wordt uit de plasmaconcentraie: GFR * P = U * V
- Voor GFR geeft dit: GFR = (U * V)/P (zelfde formule als voor de clearance!)

Normaal: GRF = 125 ml/min. Dit kan men op verschillende manieren meten:

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentBi0med. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79271 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.41  1x  sold
  • (4)
  Add to cart