In dit document vind je de volledige samenvatting van het hoofdstuk endocriene fysiologie binnen het vak 'Fysiologie van de orgaanstelsels' gedoceerd door prof. Snyders en prof. Bruffaerts
Test Bank For Medical Physiology, 3rd - 2017 All Chapters - 9781455743773
Class notes BIO413 Medical Physiology
Class notes BIO413 (bio5413) Medical Physiology med phys notes
All for this textbook (10)
Written for
Universiteit Antwerpen (UA)
Biomedische Wetenschappen
Fysiologie van de orgaanstelsels
All documents for this subject (10)
2
reviews
By: K03B • 7 months ago
By: pelinxxxyilmaz • 4 months ago
Translated by Google
very good summary + lots of notes/extra clarification
Seller
Follow
StudentBi0med
Reviews received
Content preview
Endocriene fysiologie
ALGEMEEN
Endocrinologie: behandelt interne secre4es (hormonen) vanuit gespecialiseerde organen, welke via de bloedbaan de cellen van
het doelorgaan bereiken. Hormoonproduc1e = respons op veranderingen in interne milieu en dienen om deze verandering
ongedaan te maken (homeostase & nega4eve feedback)
Hormoon: chemische ‘messenger’ gesecreteerd door endocriene kliercel en op doelcellen (op afstand/in omgeving) inwerken
Indeling endocrien systeem
- Endocrien: endocriene cel – hormoon via bloedbaan – doelcel op afstand
- Neurocrien: neuron – secre4e hormoon – bloedbaan – doelcel op afstand
- Paracrien: lokaal op andere celtypen
- Autocrien: lokaal op zichzelf of andere iden4eke cellen
Chemische structuur hormonen
- Amines: synthese o.b.v. tyrosine (Y) of tryptofaan (W) à schildklierhormoon (Tx), adrenaline, melatonine
- Pep4des: oligopep4des (enkele AZ) of grotere pep4des
- Steroïden: lipiden gederiva4seerd op de cholesterolnucleus: zeer hydrofoob (transport eiwit nodig voor naar de
bloedbaan te krijgen à cor4coïden, geslachtshormonen
- Eicosanoïden: prostaglandine derivaten, meestal lokale effecten (para-/autocrien) à thromboxaan, PGE
SPECIFICITEIT HORMOON ACTIE
Op afstand in het organisme 2 mechanismen om effecten te bewerkstelligen:
1. Synap1c signaling
- Zenuwstelsel werkt zeer snel maar bevat een beperkt aantal neurtransmi]ers
- Specificiteit zit in de synap4sche connec4e
o Als neuron A ges4muleerd wordt zal het enkel cellen A’ s4muleren omdat het hiermee synaps maakt
2. Endocrine signaling
- Groot aantal hormonen die voor een deel via bloedbaan getransporteerd worden
- Specificiteit zit in de receptor
o Als cel A een hormoon produceert, bv. insuline wordt het via de bloedbaan getransporteerd
o Enkel cellen met receptor voor insuline hebben, zullen reageren op s4jging/daling van dit hormoon
o Insuline kan zo meerdere cellen aanspreken
SYNTHESE PEPTIDE HORMONEN
- 1 gen kan meerdere hormonen coderen
- DNA met exonen en intronen → transcrip4e RNA → splicing, edi4ng (poly-A-staart etc) → mRNA
o mRNA gaat naar de ribosomen waar het signaal pep4de (meestal aan N-terminus) wordt herkend
o Signaal pep4de zorgt voor ER targe4ng, hier gebeurt verdere synthese
- mRNA → pre-pro-hormoon → pro-hormoon → hormoon (+ copep4den)
o Pre-pro-hormoon = vorm waar N-terminus nog aanwezig is
o Pro-hormoon = als de signaalsequen4e gekliefd is
,VORMING VAN PEPTIDE HORMONEN
1. Biosynthese begint op ribosomen
2. Hier wordt de signaalsequen4e herkend die het pep4de naar het ER zal dirigeren
3. Signaalpep4de bindt in translocator
4. De biosynthese kan nu verder gaan
5. Nadat de signaalsequen4e er af is gekliefd komt het hormoon vrij in het lumen van het ER
6. Aan transzijde van Golgi apparaat verpakt in secretoire vesikels: hormoon en evt. copep4den aanwezig
7. Door een s4mulus komt calcium vrij → fusie van granule / celmembraan → exocytose
REGULATIE ENDOCRIEN SYSTEEM
1. Basispatroon: nega4eve feedback
2. Verschillende supraregula1e systemen
- Dag-nacht ritme:
o Cholesterolproduc4e bereikt een piek in de ochtend en zwakt dan verder af in de loop van de dag.
o Verschil in lichaamstemperatuur tussen dag en nacht
o Systolische bloeddruk beetje lager 4jdens slapen
o Plasma ACTH piekt vlak voor ontwaken à cor4sol dat aangemaakt wordt oiv ACTH gaat ook pieken voor
ontwaken
- Cyclus vrouw
- Groei: 4jdens kinderjaren en 4jdens puberteit is er een groeispurt, vervolgens gaat groeihormoon minder ac4ef worden
TRANSPORT NAAR BLOEDBAAN (BB)
Sommige hormonen zijn zodanig hydrofoob dat ze transporters (eiwi]en) nodig hebben voor in de bloedbaan te komen.
- Schildklierhormonen zijn voor >99,9% gebonden aan een specifiek ransporteiwit
o Deze hormonen hebben vaak een rela4ef lange halfwaarde4jd (lange levensduur)
o Ze hebben omgekeerd een rel. lage metabole clearance
- Insuline is wateroplosbaar en hebben dus geen transporteiwit nodig
o Gemiddelde halfwaarde4jd is ~ 9 minuten (rela4ef kort)
o Ze hebben omgekeerd een hogere metabole clearance
HORMOON RECEPTOR INTERACTIE
Effect dat hormonen bewerktselligen gebeurt door binding van
het hormoon op een receptor à hormoon-receptor complex
Het effect (E) van het hormoon is evenredig met de concentra4e
(H) van het hormoon
- Michaelis-Menten enzymkine4ek
- Hormoon bindt op z’n receptor met bepaald
associa4econstante (k) à vorming HR-complex
- Ook apraak van het HR-complex met een bepaald
dissocia4econstante (I)
Het HR-complex zet bv. een metabole pathway in gang met bepaalde biologische effecte
- Het effect = E
!"#
- De snelheid waarmee HR gevormd wordt: !$
, CONCENTRATIE-EFFECT CURVE
- Bij een lineaire x-as wordt een hyperbole curve verkregen
- Bij de Kd heer men de helr van E-max bereikt
- Meestal wordt de x-as logaritmisch weergegeven à sigmoïdale curve
o Toont aan dat het biologische effect zal verdwijnen met dat de concentra4e van de hormonen in de bloedbaan
zakt tot 1/10
Hoge affiniteit receptoren – trage dissocia4e
- Hoge affiniteit receptoren heer men nodig aangezien de concentra4es van de hormonen in de bloedbaan en in het
inters44um rela4ef laag zijn
CELLULAIR EFFECT VAN RECEPTOR STIMULATIE: SECOND MESSENGER SYSTEMS
De hormoonreceptor zit aan het oppervlak van de cel: hydrofobe hormonen kunnen niet door lipid-bilayer diffunderen.
Het intracellulaire effect van het hormoon gebeurt in de cel door second messeners:
1. Klassieke 7 TM-receptoren: koppelen met trimere G-proteïnen à ac4va4e intracellulaire G-proteïne cascades
Verschillende G-proteïne cycli niet kennen, wel weten dat er G-alfa-q en G-alfa-s bestaan
- Adenylys cyclase voor produc4e van cAMP
- Guanylyl cyclase voor produc4e cGMP
- Phosfolipase C voor produc4e DAG en IP3
- Soms kan de β-γ subeenheid op ionenkanalen binden en ze rechtstreeks beïnvloeden
- Calcium is vaak een intracellulaire second messenger voorr rechtstreekse effecten of binding op Ca-calmoduline
o Intracellulaire antwoord kan verlengd worden als calcium bindt met calcium-calmoduline
Resultaat van de hormonale ac4e (soms beide, soms 1 van de 2)
- Regula4e van bestaande metabole pathways (door fosforyla4e en fosfatase ac4viteit)
- Regula4e van genexpressie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentBi0med. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.24. You're not tied to anything after your purchase.