Hoofdstuk 8: Groepsontwikkeling
Groepsontwikkeling: de ontwikkeling en ontplooiing van de groep en de groepsleden, die zichtbaar
wordt in de veranderende interactiepatronen en groepsdynamische structuren (cohesie, normen en
rollen) van een groep.
De bronnen van groepsontwikkeling
Er zijn diverse evolutionaire bronnen die aan de ontwikkeling van groepen ten grondslag liggen.
- Groepsontwikkeling is een natuurlijk proces (dat spontaan optreedt): Met de juiste
omgevingsfactoren groeit een boom vanzelf en leert een baby vanzelf kruipen. Zo is dat ook
met een groep: als we de juiste voorbereidingen hebben getroffen en er tijdens de groep
geen belemmerende factoren aanwezig zijn, ontwikkelt de groep zich vanzelf en op
natuurlijke wijze. Bij stagnatie maak je je dan ook zorgen.
- Groepsontwikkeling volgt de wetten van de evolutieleer – differentiatie en integratie: Vanuit
de evolutieleer ontwikkelt zich alles van eenvoudig naar complex. Die ontwikkeling heeft 2
aspecten
o 1) differentiatie: het zich ontwikkelende organisme ontplooit nieuwe mogelijkheden,
verfijnt de zintuiglijke waarneming en verbreedt het arsenaal van vaardigheden. (in
groepen: eenvoudige interacties van groepslid naar groepsleider; daarna
gevarieerder patroon met meer interactie, meer eigen initiatieven, meer nieuwe
rollen en normen).
o 2) integratie: proces van organisering en structurering waardoor de nieuwe functies
binnen het organisme steeds beter op elkaar worden afgestemd. (in groepen nemen
de ontwikkelde rollen, normen en interactiepatronen steeds meer een vaste vorm
aan).
- Groepsontwikkeling verloopt van afhankelijk naar zelfstandig: In het begin nog erg onzeker
en afhankelijk van de groepsleider, daarna meer ontplooien en meer interactie tussen de
groepsleden, groepsleider wordt steeds minder nodig;
- Hoe vaker mensen samenkomen, hoe meer ze elkaar gaan mogen en willen ontmoeten-
Homans interactiewet. Dit heeft gevolgen voor groepen en de samenstelling en frequentie
van bijeenkomsten.
- Groepsontwikkeling stimuleert het individuele leren: Ontwikkelen en leren hangen nauw
samen; voor zowel het individu als de groep; Als de groep zich ontwikkelt, bevordert dat de
ontwikkeling van het individuele groepslid.
- Iedere groep ontwikkelt een taakgerichte samenwerkingsstructuur: De functionele basis van
de groep -de taak en de doelen- roepen ook ontwikkeling uit. Om de taak goed te kunnen
uitvoeren, ontwikkelt de groep een taakgerichte samenwerkingsstructuur, als die eenmaal
gevormd is spreken we van een werkgroep. Dit is het volwassen stadium van een groep. Er is
dan evenwicht; het proceswerk is gedaan, de groep kan zich bezig houden met de taak. De
werkgroep kan in elke fase ontstaan, is geen ontwikkelingsfase an sich.
- Groepsontwikkeling gaat niet alleen vooruit, maar loopt ook weer terug: Net als planten,
dieren en mensen hebben groepen een levensboog. Eerst gaat de ontwikkeling progressief
vooruit tot het volwassen stadium is bereikt, om na een bepaalde tijd uiteen te vallen of ten
einde te komen.
Samenvatting
1
, ֍ Groepsontwikkeling is een natuurlijk proces van ontplooiing van de groep en de groepsleden,
die zichtbaar wordt in de veranderende interactiepatronen en groepsdynamische structuren
van de groep.
֍ Groepsontwikkeling volgt de wetten van de evolutieleer: differentiatie en integratie, en
afhankelijk -> zelfstandig.
֍ Interactie stimuleert de groepsontwikkeling (Homans’ interactiewet).
֍ Groepsontwikkeling stimuleert het individuele leren.
֍ Iedere groep ontwikkelt een taakgerichte samenwerkingsstructuur.
֍ Behalve natuurlijke voortgang van een groep is er ook natuurlijke teruggang.
Herkenning van de groepsontwikkeling: het model van Levine
Modellen over groepsontwikkeling vertonen veel overeenkomsten: de aspecten van groepsvorming,
conflict, verbondenheid, en loslaten komen allemaal terug. Maar er zijn ook verschillen, de
belangrijkste vaak over of het opeenvolgende (duidelijke herkenbare fases; de ene fase begint pas na
de andere) of cyclische ontwikkeling (belangrijke thema’s komen op een telkens dieper niveau terug)
betreft.
Model van Levine (1982)
Samenvatting van opvattingen van groepsontwikkeling in een integraal model met zowel
opeenvolgende als cyclische ontwikkeling, met de cyclische ontwikkeling die plaats vindt in een
terugkerende thematische crises.
- Ontwikkelingsfase: een relatief stabiele periode van groepsfunctioneren, die zich
onderscheidt door een bepaalde interactiestructuur (afhankelijk -> zelfstandig ; eenvoudig ->
complex; rollen van groepsdynamische verschijnselen als rollen, normen en cohesie). Elke
fase is een sprongetje verder, een trapje hoger. In elke fase komen groepsdynamische
kenmerken naar voren.
o De parallelfase: Interactiepatroon dat in beginfase dominant is. De groepsleden zijn
parallel- op gelijke wijze- met de groepsleider verbonden. Alle interactie is gericht op
de groepsleider, nog weinig onderling. De groepsleden kijken wel naar elkaar voor
overeenkomsten of verschillen. Er is nog geen sprake van groepsnormen of
groepsrollen. Ze bewegen zich in de rollen die ze hadden voor ze in de groep zaten
en volgen de verwachtingen van de groepsleider.
o De opnemingsfase: De groepsleider heeft niet meer de centrale positie en de
interacties tussen groepsleden beginnen betekenis te winnen (het proces van
2
, opnemen / erbij horen). Het wordt belangrijk hoe iedereen denkt over de groepstaak
en de samenwerking en een onderhandeling over wie het met wie goed kan vinden.
Er ontstaan op natuurlijke wijze subgroepen wat betreft opvattingen over taak en
samenwerking. Tussen de subgroepen is wat afstand en soms een machtsstrijd. Het
gaat qua cohesie nu vooral over aanvaarding, dit manifesteert zich vooral in
subgroepen. Binnen de subgroepen ontstaan subgroepnormen. Deze zijn nog niet
stabiel. De rollen zijn ook nog niet bevestigd. Deelnemers experimenteren hier dan
ook nog mee.
o De wederkerigheidsfase: Als de groep dit lukt, ontwikkelt een volledig open en
wederkerige interactiestructuur waarin iedereen met elkaar in contact treedt,
duidelijk is wat de taken van de groep zijn en hoeveel contact en openheid gewenst
is. Iedereen kan zichzelf zijn en met elkaar samenwerken. De groepsleider heeft geen
centrale positie meer, maar bevindt zich in de periferie. De groep is nu zelfstandig
genoeg. De groepsleider heeft wel nog interactie met elke groepslid en de groep als
geheel. De cohesie betreft de hele groep. Normen zijn realistisch en
taakondersteunend, rollen zijn flexibel en kunnen op een persoonlijke wijze worden
ingevuld.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AbenBo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.55. You're not tied to anything after your purchase.