Samenvatting van het blok GZW1025 Zorgen voor gezondheid. Gemaakt aan de hand van de doelstellingen op eleum. Inclusief verwerking college's, de taken, FIA en DNA project
Coordinator: Groothuis, S. / Hoving, C.
Samenvatting GZW1025
Taken
Taak 1: Beveridge en Bismarck, het Nederlandse zorgstelsel ........................................................................... 3
Taak 2. Organisaties en management ............................................................................................................. 10
Taak 3. Financiering van de Nederlandse gezondheidszorg in 2016 ............................................................... 20
Taak 4. De bekostiging van de zorg in 2016 .................................................................................................... 26
Taak 5. Het gebruik van onderzoek naar patiëntpreferenties in de gezondheidszorg ................................... 30
Taak 6. Patiënt – speelbal of teamplayer ........................................................................................................ 35
Taak 7. Samen beslissen, fluitje van een cent ................................................................................................. 37
Taak 8. Wat levert dat nou allemaal op .......................................................................................................... 42
Taak 9. Vergoeding, zo gemakkelijk gaat dat niet ........................................................................................... 47
Taak 10. Vinger aan de pols ............................................................................................................................. 52
Taak 11. Zeker van zorg ................................................................................................................................... 55
Colleges............................................................................................................................................................ 61
College 1. De rol van de overheid in de (preventieve) gezondheidszorg. 8-4............................................. 61
College 2. Marktwerking in de gezondheidszorg 12-04 .............................................................................. 64
College 3 Solidariteit in de (preventieve) gezondheidszorg 15-04 ............................................................. 69
College 4. De juridische kant van de (preventieve) gezondheidszorg 19-04 .............................................. 71
College 6. Palliatieve zorg 22-04 ................................................................................................................. 73
college 7. Jeugdgezondheidzorg 3 – 05 ..................................................................................................... 75
college 8. What role does culture play in health communication & how you can become more culturally
aware 3 – 05 ............................................................................................................................................... 79
college 9. Wat is kosten-effectiviteit en hoe bepaal je het? 17-05 ............................................................. 80
College 10. Stigmatisering en psychiatrie 20-05 ......................................................................................... 84
College 11.Wat als de patiënt niet wil? 20-05............................................................................................. 87
College 12. Hoe zit het over de grens? 24-05.............................................................................................. 89
College 13. De organisatie, financiering en toekomst van de publieke gezondheidszorg 27-05 ............... 91
Responsiecollege 31-05 ............................................................................................................................... 95
DNA theorie / rapport DNA ............................................................................................................................. 96
DNA vragen en/of uitleg werkzittingen / practicum ..................................................................................... 101
Werkzitting 1 ............................................................................................................................................. 101
Werkzitting 2 ............................................................................................................................................. 102
Practicum (werkzitting 3) .......................................................................................................................... 105
FIA .................................................................................................................................................................. 106
Participatiemaatschappij ........................................................................................................................... 106
Taal in politiek en beleid............................................................................................................................ 107
Van Reybrouck ....................................................................................................................................... 107
, Stone ...................................................................................................................................................... 108
Essays / artikel ........................................................................................................................................... 109
Knibbe en Horstman .............................................................................................................................. 109
Meurs..................................................................................................................................................... 110
Tonkens ................................................................................................................................................. 110
Van Gunsten .......................................................................................................................................... 111
, Taken
Taak 1: Beveridge en Bismarck, het Nederlandse zorgstelsel
Typen zorgstelsel;
Sociaal verzekeringsstelsel (Bismarck)
Financieren via premies
Veel verzekeringen onafhankelijk van zorgleveranciers
Weinig invloed overheid
Ontstaan vanuit gilden
Solidariteit (weinig verschil arm-rijk)
Causaliteit (uitkering afgesteld op aandoening/ziekte)
Over het algemeen hoogste score en het duurste
Genationaliseerd stelsel (Beveridge)
Financieren via belastingen, recht op voorzieningen
Verantwoordelijkheid bij overheid
Vaak piramide hiërachie
Betere kostenbeheersing
Beter bij kleine populatie landen
Finaliteit (wat heb je nodig)
Stelsel op basis van gereguleerde marktwerking (Enthoven)
Competitie; meer doelmatigheid maar minder toegankelijkheid.
Tabel 9.1 met kenmerken van drie ideaaltypsische zorgstelsels. Bron: Polder & Jochemsen (2000).
Sociaal Genationaliseerd Gereguleerde
verzekeringsstelsel zorgsysteem Beveridge marktwerking
Bismarck Enthoven
Eigendomsrechten Privaat Publiek Privaat
Niveau van Meso Macro Micro
besluitvorming
Regie Medische professie Overheid Verzekeraars onder
onder toezicht van toezicht van
inspectie marktmeester
Coördinatie Overleg Budgetmechanisme Prijsmechanisme
Informatievoorziening Richtlijnen en Plannen Prijzen en advertenties
protocollen
Focus Kwaliteit Toegankelijkheid Doelmatigheid
Beheers probleem Betaalbaarheid Kwaliteit en Betaalbaarheid en
toegankelijkheid toegankelijkheid
Micro is particulier, meso is instanties, macro is overheid.
1. Sociaal verzekeringsstelsel (Bismarckstelsel)
Bismarck voerde een sociale verzekering in, gebaseerd op verplichte premieafdragingen, waar
leden in geval van nood aanspraak op konden doen. Hierbij was een grote mate van solidariteit:
niet alleen tussen gezonde en zieke mensen, maar ook tussen hoge- en lage-inkomensgroepen. Uit
deze premies kon de medische zorg en inkomensderving van mensen die door hun ziekte niet meer
konden werken betaald worden. Dit stelsel is in veel Europese landen ingevoerd, zoals in
Nederland, België, Frankrijk, Oostenrijk, en Zwitserland.
2. Genationaliseerd stelsel (Beveridgestelsel)
Beveridge stelde voor het stelsel te nationaliseren en te financieren via het belastingstelsel. Hij
vond dat iedereen recht had op een vergoeding in het geval van inkomenstenverlies of onkosten als
gevolg van ziekte. Geneeskundige verzorging, verpleging en rehabilitatie moeten binnen ieders
, bereik zijn. Hij formuleerde zijn ideeën in NHS (National Health Service): ‘providing full preventive
and curative treatment of every kind to every citizin without exeptions’. De financiering gebeurt via
belasting. Dit stelsel is ingevoerd in o.a.: Canada, Spanje, en de Scandinavische landen.
3. Stelsel op basis van gereguleerde marktwerking (Enthoven)
Enthoven wilde in de gezondheidszorg gebruik maken van managed competition: de
gezondheidszorg moest een gewone markt voor consumentenproducten zijn. Hiermee kan de
doelmatigheid worden bevorderd, maar ook de toegankelijkheid in gedrang komen (als er
bijvoorbeeld geen duidelijke spelregels worden afgesproken).
De stelsel zijn naar elkaar toe gegroeid, waardoor de pure vormen hiervan eigenlijk nergens meer te vinden
zijn. Het Nederlandse stelsel is begonnen als een stelsel van sociale voorzieningen, maar is ondertussen een
combinatie van de drie soorten.
Er zijn 4 typen actoren die een rol spelen in het zorgstelsel;
- De aanbieder van de zorg (huisarts, ziekenhuis)
- De vrager van de zorg (patiënt)
- De financier van de zorg (zorgverzekeraar)
- De overheid
Het primaire proces is de zorgverlening zelf en dit vindt plaats in de relatie tussen de patiënt en de
zorgaanbieder. De patiënt is enerzijds zorgvrager/gebruiker en anderzijds verzekerde & patiënt. De
zorgaanbieder is niet alleen zorgverlener maar ook ondernemer (hulpverlener & ondernemer). De
verzekeraar is niet slechts een instelling die premies ophaalt en schadevergoedingen uitkeert, hij is ook een
financier van de zorg die directe invloed uitoefent op het zorgaanbod (verzekeraar en bekostiger).
Beveridge (NHS) national health services
Bismarck (SSH) Social security (based) Health care systems
Beveridge model
Vernoemd naar William Beveridge heeft het Britse Nationale health service ontworpen.
In dit systeem wordt de gezondheidszorg verstrekt en gefinancierd door de overheid door middel van
belastingbetalingen, net als de politie of de openbare bibliotheek. Het is op basis van loon, finaliteit en
solidariteit.
Bismarck model
Vernoemd naar Otto von Bismarck de uitvinder van de verzorgingsstaat.
Maakt gebruik van een verzekeringssysteem, meestal gezamenlijk gefinancierd door werkgevers en
werknemers door middel van inhouding op het salaris. (ziekenfondsen). Het is op basis van premies en
loon, causaliteit en equivalentie.
Social security (based) health care systems (SSH) National health services (NHS)
Werknemersverzekeringen Uitkering bij werkloosheid, ziekte etc.
Overheid gereguleerd Overheid gereguleerd stelsel
Premies op loon Op basis van belasting
Causaliteit 2 benen eraf krijg je betere uitkering Finaliteit wat je nodig hebt, niet kijken naar de
dan een teen eraf oorzaak, maar helpen je toch.
Equivalentie Solidariteit
Bismarck
- Causaliteit; de oorzaak van de omstandigheid waarop de aanspraak op sociale zekerheid berust,
is bepalend voor de toekenning of voor de hoogte van de toekenning. Er wordt dan bv
onderscheid gemaakt tussen arbeidsongeschiktheid als gevolg van arbeidsongeval of
beroepsziekte.
- equivalentie: de hoogte van de uitkering is afhankelijk van de hoogte van de premiebetaling
Beveridge (verzorgingsstaat)
- Beginselen finaliteit en solidariteit : behoefte bepaalde het recht op een uitkering en de hoogte
daarvan, ongeacht de oorzaak van de omstandigheid van de aanspraak, terwijl de mate van
premiebetaling geen invloed heeft op de hoogte van de uitkering.
- Finaliteit: kijken niet naar de oorzaak, maar ze helpen je toch.
- Beveridge; eerst naar de huisarts (gatekeeper systeem), daarna speciale zorg.
.
Nederland, Finland en Denemarken zijn de combinatiestelsels beste omdat NHS is goedkoper maar
mensen meer tevreden met Health Care system
, Recht op zorg bij alle bij de stelsels,
bij bismarck; hogere grens voor recht op zorg
bij beveridge; hogere werkdruk, kwaliteit van de zorg lager
National Health Services (NHS) (Beveridge)
Een NHS wordt gefinancierd door middel van algemene belastingen. De verantwoordelijkheid voor de
begroting is in handen van het ministerie van Volksgezondheid en als zodanig de NHS wordt geassocieerd
met een sterke invloed van de staat. De organisatie is vaak onderdeel van een piramidevormige
hiërarchische bureaucratie met primaire gezondheidszorg aan de onderkant en high tech ziekenhuizen aan
de bovenkant en gaat samen met een strikte geografische indeling. De toegang tot gespecialiseerde zorg is
afhankelijk van een verwijzing van een huisarts: de zogenaamde gatekeeping systeem. De ziekenhuizen zijn
staatsbedrijven en individuele huisartsen hebben contracten met de NHS. Een belangrijke zwakte van de
NHS is de risico op onderfinanciering. De gezondheidszorg moet concurreren voor overheidsfinanciering met
andere sociale segmenten zoals onderwijs en verkeer.
Hoofdzakelijk in Engeland, nieuw zeeland, spanje, scandanavische landen
Social Security Health zorgsysteem (Bismacrk)
Een SSH wordt gefinancierd door middel van premies uitgetrokken, voornamelijk uit werknemers in
loondienst. Het systeem wordt losser georganiseerd, met minder state invloed en meer pluralistisch, met
een sterke invloed van zorgverleners en (sociale) verzekeraars. Er is vaak parallel toegang tot de primaire en
gespecialiseerde zorg en geen strikte geografische indeling. Zorg wordt verleend door non-profit
ziekenhuizen en individuele beoefenaars. Grote zwakte van het systeem is het ontbreken van een
machtscentrum, beheersing van de kosten is moeilijk.
Er zijn onderzoeken geweest naar welk systeem het beste zou zijn, hierin kwamen hele kleine verschillen op
verschillende onderdelen naar voren.
1992: NHS is goedkoper en beter in de kostencontrole, SSH heeft meer voorkeur van het publiek, er
zijn geen verschillen in gezondheidsuitkomsten
Meest recente onderzoeken: geen verschil in gezondheidsuitkomsten, maar waarschijnlijk is er
(door te weinig observaties en te veel indicators) trade-off tussen de kosten van de
gezondheidszorg en de tevredenheid van de populatie.
Opbouw Nederlandse zorgstelsel
In 2006 werd met de zorgverzekeringswet ZVW (geregeld door zorgverzekeraars) het onderscheid tussen
verplichte ziekenfondsverzekeringen en vrijwillige particuliere verzekeringen afgeschaft, wat in Nederland
sinds de Tweede Wereldoorlog bestond. Hierbij werd als centrale regelgeving concurrentie tussen de
actoren ingesteld.
De rol van de overheid veranderde van directe controle van volumes, prijzen en productieve capaciteit naar
het instellen van de ‘’regels van het spel’ en het toezicht op de vraag of de markten goed werken.
Dit laat de zorgverzekeraars, verzekerde of patiënten en zorgverleners als de werkelijke spelers op de markt.
Interacties tussen deze actoren vinden plaats in drie markten;
1. De markten voor ziektekostenverzekering, de zorgverzekeringsmarkt (health insurance market)
2. De markten voor de zorgverlening (health care purchasing)
3. De markten voor de zorginkoop (health care provision market)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kkkayleigh07. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.