Rund
Inleiding
➢ 19de eeuw; fokken lokale rassen → Engeland; SHORTHORN- OF DURHAMRUNDVEE;
- haarkleed typisch rood, wit of roeaan
- vroegrijp, maar met minder goede melkproductie en vet vlees
- Belgische witblauwe ras is hieruit ontstaan; beter melkvee => Belgische Staat zorgde
dat alleen goedgekeurde stieren op straffe van boete gebruikt worden
voor dekdienst , afgekeurde stieren gecastreerd => identificatie met oortatoeages en
brandmerken (+bestrijding besmettelijke veeziekten)
➢ 1900; veehoudersbonden / veekweeksyndicaten en 10-tal jaren later verschenen eerste
melkmachines
➢ WOII; rassenzones (slechts een ras erkend);
- ROOD RAS in W.-Vlaanderen
- WITROOD RAS in O.-Vlaanderen
- ROODBONT (KEMPISCH) ras in de provincies Antwerpen, N.-Limburg en de ooste-
lijke kantons van Luik
- ZWARTBONT RAS in het noorden van O.- en W.-Vlaanderen, noordwesten van
Antwerpen, het land van Herve en het Ardens deel van Luik
- RAS VAN MIDDEN- EN HOOG-BELGIE (nu Belgisch Witblauw) in Henegouwen, Namen,
Luxemburg, Brabant, het Haspengouws en het Condroz deel van Luik en het Zuiden
van Limburg
Dubbeldoelrassen & zijn bedreigd; Zwartbond & Roodbont omgevormd tot
melkvee (holsteinisatie) & Belgische witblauw omgevormd tot vleesvee
Natuurlijke dekking versus kunstmatige inseminatie (1950)
➢ Stier kan per dag beperkt aantal keer dekken met tochtige koeien, maar niet te veel dagen
op rij
➢ Topstier; KI op 1000den koeien (ejaculaat opgevangen en verdeeld in rietjes (voor 500
koeien))
➢ Stier kan verschillende keren per week ejaculaat produceren
➢ Alleen stamboekwerking met zuivere rassen kwam in aanmerking voor
staatsondersteuning; veehoudersbonden hielden zich bezig met rendabiliteit en
boekhouding van de veesector
➢ KI; ter bestrijding venerische en andere ziekten, verspreid door natuurlijk dekkende
stieren + rasverbetering
➢ KI heeft controle op melkvee + zorgde voor de productietoename
1. BELGISCHE RASSEN
BELGISCH WITBLAUW VLEESVEE
, ➢ zwartbonte Nederlandse / Duitse melkkoeien x witte SHORTHORNSTIEREN =>
verbeterden uiterlijke bouw en vroegrijpheid
➢ 1920; nadruk op de groei en de bevlezing (WOII; meer vraag) => dubbeldoeltype
ontwikkeld (dikbillen), gepaard met moeilijke geboorten en keizersneden
➢ dikbilfenomeen erfelijk is: twee dikbillen leveren dikbillen / dikbil x melktype levert
gespierd dubbeldoeltype
➢ drie erkende kleuren; zwartbont , wit en blauwbont (intermediaire overerving)
➢ 1973; Belgische witblauw (BWB).
➢ 1975; ras opsplitsen in twee afdelingen met een eigen aangepast selectieprogramma:
- Hyperbevleesd zonder melkcontrole
- dubbeldoelrichting op kleinere en middelgrote bedrijven met melkproductiepeil van
3000-3500 kg/lactatie
➢ vertegenwoordigt nu 50% van de Belgische veestapel; 95%
dikbil, met keizersnedepercentage van 90% (100% bij primipare
(voor het eerste kalvende))
➢ dubbeldoeltype is zeldzaam rundveeras geworden; recent
kruising witblauwe dikbilstier x hoogproductieve holsteinkoe
➢ witte kleur gewenst voor stieren die gekruist worden met
zwartbonte koeien, daar de nakomelingen dan blauw zijn (zeer gewaardeerd als
rastypisch label op internationale)
➢ gewicht schatten; formule van Hanset
➢ rustig karakter
➢ vaak keizersnede => ras niet populair in landen waar dit niet kan in het kader van
dierenwelzijn
➢ kalveren wegen dan ook gemiddeld 10 kg meer dan de kalveren bij melkvee.
➢ natuurlijke kalvingen, indien men bij de koeien selecteert op de inwendige bekkenbreedte
(skelet van dikbilkalveren fijn)
AFWIJKINGEN BIJ HET BELGISCH WITBLAUW - BIJNA VERDWENEN (GENETISCHE
TESTEN)
genetische afwijkingen door inteelt:
- congenitale musculaire dystrofie I en II (dodelijke spierziekte)
- krommestaartensyndroom
- dwerggroei en verlengde dracht (afwijking aan de hypofyse)
- hamartoma (tumoren in de mond) en osteoporose
- artrogrypose (kromme poten)
- witte vaarzenziekte (recessief) komt nog sporadisch voor (ontbreken van gedeelte(n)
genitaal tractus)
persisterend hymen (maagdenvlies); bij witte dieren en soms bij blauwe
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisahellebuyck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.31. You're not tied to anything after your purchase.