100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Celbiologie (CAWL) - 1ste bachelor $12.28
Add to cart

Summary

Samenvatting Celbiologie (CAWL) - 1ste bachelor

 17 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van het deel Celbiologie dat te kennen is voor het deel Celbiologie (CAWL). Aangename lay-out. Inhoud: - membraanstructuren - celcyclus + -deling - celorganellen - celdood/ apoptose

Preview 4 out of 33  pages

  • September 13, 2023
  • 33
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Celbiologie
MEMBRAANSTRUCTUREN

UNIT MEMBRANE
Membraan komt overal voor
 Lichtmicroscopisch
o niet zichtbaar maar aflijning cel & buitenwereld wel zichtbaar
o Micromanipulatie celgrens (indrukken of aanprikken)
o Ghost-cells = aangeprikte lege cellen bestaande uit 50% lipiden
& 50% proteinen

 Transmissie elektronenmicroscopisch
o Celmembraan, kernenvelop & membraanstructuren wel
zichtbaar
o Trilamellaire structuur → drie lagen: twee elektronendense
lagen (2,5 nm) gescheiden door translucente laag (4 nm) = 9 nm
(polaire hoofdjes = elektronendense lagen → micellen)
o Cytomembranen → Membraanstructuren overal in cel (cel, kern
& organellen)

LIPIDE-PROTEINE MODEL
➢ Statisch model: globulaire proteinen op vaste plaats (meer proteinen op
binnenste laag)
o A-face → binnenste lamel met veel proteinen
o B-face → buitenste lamel met minder proteinen
➢ Morfologische indicatie → Vries-breuk techniek (membraan breken
tussen buitenste & binnenste lamel)

VLOEIBAAR LIPIDE-PROTEINE MODEL
➢ Niet-statisch model → globulaire proteinen bewegen vrij in lipidenlaag
(cellen fussioneren)
➢ Morfologische indicatie → twee cellen met gekleurde proteinen
verbonden & proteinen vermengden zich
Amfifatisch
SAMENSTELLING
Zowel vetoplosbaar
Actinenetwerk → versteviging
(hydrofoob / apolair),
 Lipiden (vetten) (1 000 000 000)
o Fosfolipiden = lipiden met fosfaatgroep
 Amfifatisch → apolaire vetzuurstaarten & polaire
fosfaatgroep & zijketen (zowel vetoplosbaar als
wateroplosbaar)
 Vetzuurstaarten

1

,  Verzadigd (-)
 Onverzadigd (=) → hoe meer onverzadigd, hoe
vloeibaarder vet, hoe meer eiwitten kunnen bewegen
 Soorten
 Fosfatidylcholine, fosfatidylserine &
fosfatidylethanolamine
 sfingomyeline (geen glycerol, myelineschede)

o Cholesterol
 Steroidstructuur: 3 zesringen & 1 vijfring (hormonen,
cortecosteroiden in bijniercortex)
 Amfifatisch → hydrofobe vetzuurstaart & hydrofiele OH-
groep
 Basisbouwsteen = GER
o Glycolipiden (gangliosides)
 Zeer diverse groep, allen hebben een verschillende
samenstelling
 Amfifatisch → Apolaire vetzuurstaarten & polaire vertakte
suikers
 Vb. phosphatidylserine: fosfolipidetranslocators komen
enkel voor aan binnenkant (als die aan buitenkant
voorkomen, sterven cellen af)

 Proteinen (eiwitten) (50%)
o Bestaat uit peptiden (1000 tot 10 000)
o Structuren:
 Primaire structuur → Sequentie van verschillende
aminozuren
 Secundaire structuur
 β-pleated sheet → Plooivorming in sequentie
 α-helix structuur → opdraaien als helix
 Tertiaire structuur → driedimensionale kluwen, opgeplooid
(bepaalt functie eiwit)
 Quaternaire structuur → Verschillende eiwitten binden
samen tot een groot molecule

o Types:
 Integraaleiwit (intrinsiek eiwit): deel van celmembraan
(verankerd), kunnen vrij bewegen
 Kunnen enkel lateraal bewegen !
 Transmembranair → eiwit dat volledig/ voor de helft
in membraan zit (drijft)


2

,  Intracellulair → eiwit covalent gebonden aan
prenylgroep
 Extracellulair → eiwit covalent gebonden aan
fosfatidylinositol

 Perifeer eiwit (extrinsiek eiwit): zwak gebonden aan
celmembraan, kunnen loskomen

o FUNCTIES
 Structureel eiwit → structureel, bouw celmembraan
 Linker eiwit → structuren verbinden (occludines &
claudines)
 Kanaal → Passief transport in richting van
concentratiegradient
 Pomp (carrier) → Specifiek actief transport (energie nodig)
tegen concentratiegradient in obv ladingen
 Vb. Natrium-kalium pomp → Pompt natrium naar
buiten & kalium naar binnen
 Enzymfunctie → Sommige membraaneiwitten (en alle
pompen) doen dienst als enzymes
 Receptor → signaaloverdracht, receptor voor molecule
aanwezig (key-lock)

CELMANTEL / CELL-COAT (glycocalyx / glycolemma)
➢ Bijkomend laagje op buitenzijde van celmembraan
➢ Komt enkel voor aan celmembraan & lysosomen (niet bij andere
membraanstructuren/ unit membrane)
➢ Bestaat uit suikers → elektronendens

 Extracellulaire carbohydraten
o Transmembranaire eiwitten + suikers → Glycoproteinen (die
bestaan uit meer eiwit dan suiker)
o Lipiden + suikers → Glycolipiden
o Langgerekte eiwitten + suikers → Proteoglycanen (grote
molecules die bestaan uit meer suiker dan eiwit)
o Functies
 Bescherming
 Alle bindweefselvreemde cellen hebben zo’n mantel
(lamina externa) als barriere naar bindweefsel toe
 uitgebreid bij epitheelcellen dunne darm → vertering
(cellen worden afgebroken)
 signaalfunctie: ligand & receptor → cellen herkennen


3

,  thv bloedvaatjes: als endotheel onderbroken is →
signaal voor stollingsreactie

FUNCTIES
 Compartimentatie
 grens tussen verschillende milieus (intracellulair vs extracellulair)
 Selectieve barriere
o Bi-lipidenlaag → Semipermeabel (enkel vetoplosbare stoffen
kunnen door)
o Transmembranaire proteinen → Wateroplosbare stoffen helpen
transporteren
 Kanalen → Passief transport (open / gesloten)
 Pomp / Carrier → Actief transport
 Endocytose wanneer eiwitten te groot zijn

 Interactie met omgeving
o Membraanreceptoren (vb. hormoon-receptoren & transmitter-
receptoren) → signaaloverdracht
 Cyclisch AMP = belangrijke second messenger
o Cel-cel adhesie (epitheelweefselcellen) & cel-matrix adhesie
(bindweefselcellen) → contact
o Cel-cel herkenning → morfogenese, contactinhibitie &
immuunrespons (lymfocyten)

 Versteviging
o Membraanproteinen
o Cytoskelet

MODIFICATIES
 Vaste membraanmodificaties → Oppervlaktetoename ivm resorptie
& secretie
o Microvilli / gestreepte zoom / borstelzoom
o Stereocilien
o Basale instulpingen
o Intracellulaire kanalen / apicale instulpingen → Plooivorming in
kanalen (microvilli-patroon)

 Tijdelijke membraanmodificaties → Cytose = waarneembare
opname/ afgifte
o Endocytose (opname)
 Pinocytose → opname van vloeistof/ kleine structuren
 Constitutief & niet-selectief

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisahellebuyck. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$12.28
  • (0)
Add to cart
Added