100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Week 2 Compleet (Hoorcolleges & Werkgroepen) - Circulatie III $3.22
Add to cart

Summary

Samenvatting Week 2 Compleet (Hoorcolleges & Werkgroepen) - Circulatie III

1 review
 0 purchase
  • Course
  • Institution

Week 2 compleet uitgewerkt van Circulatie III. Dit omvat de hoorcolleges en werkgroepen.

Preview 6 out of 25  pages

  • July 12, 2017
  • 25
  • 2016/2017
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: leonore1 • 7 year ago

avatar-seller
Circulatie III - 2016/2017
Week 2
Week 2 .........................................................................................................................................29
Hoorcollege 1 Chronische dialyse .........................................................................................................29
Hoorcollege 2 Niertransplantatie ..........................................................................................................30
Hoorcollege 3 Oedeem..........................................................................................................................33
Interactief College .................................................................................................................................34
Werkgroep 4 Acute nierinsufficiëntie, snel progressieve (subacute) nierinsufficiëntie .......................38
Interactief College 6 STEP behandelplan (pscribe)................................................................................44
Werkgroep 4 Nierfunctievervangende therapie, oedeem en het nefrotisch syndroom.......................45
Hoorcollege Anatomie: Bekken en genitaliën .......................................................................................52

Hoorcollege 1 Chronische dialyse

Willem Kolf: uitvinder van de dialyse. In Nederland 16.000 mensen met eindstadium
nierfalen en afhankelijk van nierfunctie vervangende therapie. Meeste worden behandeld
met hemodialyse (meer dan 80%). Ook een deel met peritoneale dialyse (thuis), dit willen ze
nog laten toe nemen.

Hemodialyse: diffusie d.m.v. concentratiegradiënt vind er transport plaats van afvalstoffen
uit de patiënt naar het dialysaat
Tegenstroomprincipe: aan ene kant van membraan stroomt bloed naar rechts en aan de
andere kant het dialysaat naar links à maximale concentratiegradiënt en diffusie
Rebound treedt op aan einde van dialyse: ureum gaat weer intravasculaire compartiment
binnen

Verwijdering van eiwitgebonden moleculen gaat via dialyse niet heel efficiënt. Met
hemofiltratie kan dit wel.

Hemofiltratie: convectie (verwijdering van vloeistof wat onder druk wordt gebracht,
vloeistof wordt door membraan geperst, hiermee verwijder je niet alleen laagmoleculaire
stoffen maar ook eiwitten). Als je dit doet moet je vloeistof teruggeven aan patiënt met
substitutie vloeistof om te voorkomen dat patiënt ondervuld raakt.

Hemodiafiltratie: diffusie + convectie. Vind convectie plaats maar ook diffusie tegelijkertijd.

Benodigdheden:
- Dialyse apparaat
- Kunstnier
Dialysevloeistof wordt zelf gemaakt met leidingwater. Wordt onthard en gezuiverd via
reversed osmose (ontdaan van elektrolyten, kalk etc.). Aan water wordt concentraat
toegevoegd zoals natrium, kalium en magnesium. Dit wordt gefilterd en dan heb je extra
gezuiverde dialysevloeistof of steriele substitutievloeistof.

Toegang gaat via shunt die chirurg maakt (anastomose tussen arterie en vene, meestal
tussen arteria renalis en vena cephalica). Hierdoor neemt cephalica in grootte toe en kunnen


29

,er naalden worden ingebracht voor de dialyse. Soms is ook een centraal veneuze lijn nodig,
maar hierbij heb je meer kans op infecties.

Onderzoek: het idee was hemodiafiltratie heeft gunstig effect op overleving patiënten, maar
is niet aangetoond in onderzoek. Bij mensen met convectie >22L hebben ze wel een
overlevingsvoordeel gezien. Hemodiafiltratie heeft dus voordeel mits er een convectie
volume van >22L per sessie behaald wordt.

Peritoneale dialyse
We hebben ruim 1.2 vierkante meter peritoneum goed doorbloed. Er wordt een katheter in
de buik geplaatst, PD vloeistof word in buik gebracht en paar uur laten zitten. Hierna wordt
de vloeistof er weer uitgehaald en ben je afvalstoffen kwijt.
Buikvlies heeft 3 poriën:
- Kleine voor laagmoleculaire stofjes zoals ureum/creatinine
- Grotere voor eiwitten
- Extrakleine voor overtollig water

Benodigd: PD katheter en PD vloeistof
Patiënt kan 4x per dag het zelf doen (CAPD) of patiënt doet het in de nacht via machine
(ADP). Machine is ingesteld dat ‘ie ieder uur wisselt. Patiënt kan zo overdag werken of
andere dingen doen.

Hoorcollege 2 Niertransplantatie

Dialysepatiënten sterven eerder dan niet dialyserende mensen. Kans bij jonge mensen is
ongeveer 400 keer zo groot. Een transplantatie patiënt leeft langer zodra de eerste 3
maanden na transplantatie voorbij zijn. In het begin na de operatie is de sterfte kans hoger.

Soorten van donatie:
- Postmortale donoren (Eurotransplantant)
o Donor na hersendood (overlijden op IC)
o Donor na cardiac death
§ Overlijden buiten ziekenhuis (bijna niet in NL)
§ Overlijden op SEH na traumatische oorzaak (bijna niet in NL)
§ Overlijden op IC na staken ondersteuning
- Levende donoren
o Familie
o Partners
o Vrienden
o Altruistische donoren

Je hebt ongeveer 3 kwartier om vast te stellen dat iemand donor is en daarna 3 kwartier om
organen veilig te stellen. Dit lukt niet in Nederland bij overlijden buiten ziekenhuis of op SEH
na trauma.
In Nederland krijgen enorm veel mensen een nier van levende donoren.




30

,Bij minder dan 10% moet de nier er weer uit omdat de nier van niet goede kwaliteit meer is
en het toch niet doet. Tijdens het eerste jaar na transplantatie het meeste risico op
infecties/niet werkende nier etc.

Voorwaarden niertransplantatie:
- Ernstige nierfunctiestoornissen
o Behandeling met hemodialyse
o Nog (net niet) aan de dialyse
- Lichamelijk gezond zijn
o Leeftijd
o Organen moeten goed functioneren
o Geen infecties hebben of kanker
- Geestelijk in goede staat (zodat je de pillen goed in neemt)
- Oorzaak nierziekte (bijna nooit de reden)
o Cystenieren of nierziektes die terug komen na de transplantatie

Bloedgroep moet kloppen voor transplantatie. O kan aan iedereen geven, AB kan van
iedereen ontvangen.
Hoe beter HLA profiel overeenkomt met ontvanger hoe beter de prognose van de nier is.
Maximaal geaccepteerd: 4 verschillen voor postmortale nierdonor

Wachtlijst
- Punten toegekend voor leeftijd
o Kinderen extra punten
o HLA overeenkomst
o Afstand nier-ontvanger
o Dialyse-duru
- Aparte programma’s voor:
o Mensen met veel antistoffen tegen HLA
o Mensen ouder dan 65 jaar
o Mensen die acuut bedreigd worden

Ongeveer 4-5 jaar wachten in de leeftijdscategorie van 16-60.
Als je op de wachtlijst staat wordt je iedere 3 maanden gecontroleerd op HLA antistoffen.
Groep O heeft langste wachttijd, bloedgroep A alweer een stuk korter. Als er een identieke
HLA match voorbij komt heb je voorrang.

Transplantatie
Oude nieren laten ze zitten. Getransplanteerde nier zit lekker dicht bij oppervlak zodat ze er
snel bij kunnen bij problemen.

Na de operatie
- Medicatie nodig
o Voorkomen afstoting
§ Levenslang
§ Elke dag
§ Meerdere middelen


31

, o Voor andere problemen
§ Voorkomen infecties
§ Reguleren bloeddruk
§ Voorkomen hoog cholesterol (cholesterol raakt in de war door de
immuun supressiva)
§ Voorkomen bot ontkalking (komt door de gegeven prednison)
Bijwerkingen

- Prograft
o Nierfunctiestoornis
o Milde haaruitval
o Trillingen
- Neoral (ciclosporine)
o Nierfunctiestoornis
o Tandvleeshyperplasie
o Overbeharing
- Prednison
o Suikerziekte

Levende donatie:
- Vrijwillig
- Donor is gezond
- Uitname gebeurt door kijkoperatie

Bij mis-match een cross-over mogelijk. Transplantaties met meerdere donoren en
ontvangers. Operaties worden op zelfde tijd gedaan om te voorkomen dat mensen het
ineens niet meer willen.

Complicaties
- Trombose
- Acute afstoting
- Ureter-stenose
- Infecties
- Kanker

Vormen rejectie:
- Hyperacuut
o Humoraal, AL tegen antigenen donor (bloedgroep/HLA)
- Acuut
o T-cellen zijn bron van afstoting
o Te voorkomen door immuunsuppresiva
- Chronisch
o Medicijnontrouw
o Slechte HLA match
o Cytomegalovirus
o Hypertensie
o Hypercholesteromie


32

, o Ischemie-perfusie schade
Tegen chronische rejectie is weinig te doen.

Verdere problemen:
- Waterpokken kan terug komen
- Wratten en huidtumoren
- Lymfomen
- Toename hart- en vaatziekten

Hoorcollege 3 Oedeem

Vochtophoping in het interstitium:
1. Verandering in capillaire hemodyaniem: verplaatsing van vloeistof van uit bloed naar
intersti
2. Renale water en zout retentie à toename ECV

Oedeem pas zichtbaar bij 2,5-3L extra ECV.

Lokaal oedeem:
- Obstructie lymfevaten
o Bijvoorbeeld bij borstamputatie à okselklieren weggenomen
- Veneuze obstructie
o Diep veneuze trombose

Normaal gesproken worden lymfevaten afgevoerd naar ductus thoracicus.

Longziekten:
Longvaatweerstand neemt toe door alveolaire septa die kapot gaan. Lijdt tot falen rechter
ventrikel en daling SV en BP, RAAs activatie wat leidt tot retentie water en zout. Deze
mensen hebben geen laag albumine of proteinurie!

Ook hartfalen en levercirrose kan leiden tot retentie water en zout, wat weer lijdt tot
oedeem. Levercirrose: verlaagd albumine maar geen proteinurie, bij levercirrose nog niet
helemaal duidelijk hoe de nieren hierbij betrokken raken.

Renale syndromen:
- Hypertensie
- Nierinsuff (afname GFR)
o Licht – Uremisch syndroom
o Acuut – Subacuut – Chronisch
- Proteinurie
o Licht – Nefrotisch syndroom (> 3,5g eiwitverlies in urine per 24 uur)
- Tubulaire functie-stoornissen

Nefrotisch syndroom:
- Laag bloedeiwit albumine
- Oedeem


33

, - Hypercholesterolemie
- Renaal eiwitverlies (>3,5g / dag)
Presenteert zich met schuimende urine en oedeem. GFR kan normaal zijn en erytrocyturie
hoeft ook niet per se. Wel plasma albumine verhoogd.

Onstaan nefrotisch syndroom:
- Ondervullingstheorie
o Door massal verlies van eiwitten in urine heb je minder plasma eiwit, daling in
plasma-oncotische druk (goed te behandelen met diuretica)
o Uit onderzoek blijkt dat mensen helemaal niet ondervuld zijn
- Overvullingstheorie
o Test: een nier maak je nefrotisch met PAN, dan wordt ANP ingespoten.
Gezonde nier gaat goed water en zout uitscheiden maar de nefrotische niet
kan dit niet

Minimal change à basaalmembraan gaat verloren à podocyten voetjes verstrijken à met
name kinderen à reageert goed op prednison.

Focale segmentale glomerulosclerose: bindweefsel drukt gezonde capillairlisjes dicht (vaak
afgenomen GFR).

Interactief College

Hypernatriëmie

Casus 1
Laag circulerend volume à gevolg van GE (diarree en braken)
Waterverlies kan door:
1. Zweten en ongemerkt waterverlies
2. Verlies door urine
3. Verlies door gastro-enteritis
4. Hypothalame dysfunctie dorstcentrum

Deze patiënt is ondervuld, heeft een absoluut natrium tekort want watertekort is groter dan
het zout tekort. Urine bevat dus weinig natrium omdat de nier natrium vast houdt.

Behandeling:
- ORS geen goede keus want de patiënt heeft GE
- Glucose zout oplossing, helft NaCl en helft glucoe (deze lost langzaam in het lichaam
op door de glucose)

Casus 2
Differentiaal diagnose:
- Diabetes insipidus: veel plassen, tekenen van uitdroging, groeiproblemen, braken,
geen glucose in urine
o Centrale: verminderde aanmaak ADH



34

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurageneeskunde. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

69252 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.22
  • (1)
Add to cart
Added