Circulatie III - Practicum Nefropathologie 2016/2017
1. Normale nier. Dit nierbiopt is afkomstig van een 61-jarige vrouw. In deze zilverkleuring zijn de
glomeruli en tubuli fraai herkenbaar. Een glomerulus ontvangt de bloedtoevoer via de arteriole en
bestaat uit een netwerk van capillairlissen dat een kluwen vormt. De capillairlissen worden bij elkaar
gehouden door mesangium, dat bestaat uit matrix en mesangiumcellen. Normale glomeruli bevatten
fraai ontplooide capillairlissen, dunne glomerulaire basaalmembranen (GBM), bekleding aan de
binnenzijde van de GBM met endotheelcellen en aan de buitenzijde van de GBM met podocyten
(=viscerale epitheelcellen), een enkele laag van pariëtale epitheelcellen en open ruimten van
Bowman.
1. Benoem in box A de structuren van de
glomerulus die door de pijlen worden
aangegeven.
A: Parietale epiteelcelen (1 cellaag)
B: Podocyten (visceraal epitheel, als je
kernen aan buitenkant ziet)
C: Bowman open ruimte
D: Mesangium matrix
E: Gefenestreerd endotheel (want is
gelegen aan binnenzijde basaal
membraan)
F: Glomerulair basaal membraan (GBM)
G: Arteriool (onderscheid maken tussen
afferent en efferent niet mogelijk)
Arteriolen goed te herkennen aan gladde
spiercellaag en endotheel. Tubuli hebben
alleen epitheelcellen.
Het gebied tussen de glomeruli wordt het tubulointerstitium genoemd. In het tubulointerstitium
liggen de tubuli dicht tegen elkaar aan zonder tussenliggende ruimte. Proximale tubulusepitheelcellen
bevatten ruim cytoplasma, basaal gelegen kernen en een borstelzoom aan de apicale zijde. Distale
tubulusepitheelcellen zijn meer afgeplat en bevatten centraal gelegen kernen.
2. Kunt u in box B de proximale tubuli onderscheiden van de distale tubuli?
Proximale tubuli hebben veel meer cytoplasma en een borstel zoom waardoor het lijkt of het
dichtgedrukt was. PT tot DT: 3:1.
, Focaal worden atrofische tubuli gezien, die gekenmerkt worden door verdikking en schrompeling
van de tubulaire basaalmembraan, en waarvan de tussenliggende ruimte is opgevuld met matrix
(“interstitiële fibrose”).
3. In box C is een gebied gemarkeerd met atrofische tubuli en interstitiële fibrose
Normale tubuli hebben hele strakke celmembraan met daartussen gelegen geen ruimte. Als ze
beschadigd raken raakt de basaal membraan verdikt waardoor de tubuli in elkaar schrompelt.
Hiertussen ontstaat littekenweefsel: interstitiële fibrose (chronische schade).
4. Hoe wordt de structuur in box D genoemd?
Vervolg: globaal gescleroseerde glomerulus. Primaire ziekte is niet te achterhalen! Toename in loop
van leeftijd.
5. In box E is een tangentiele doorsnijding door een arterie dat ligt op de grens tussen schors en
merg. Hoe heet deze arterie? Wat valt u op aan deze arterie?
Arteria arcuata met intimafibrose.
6. Hoeveel glomeruli bevat een menselijke nier gemiddeld?
Een miljoen
7. Hoe heet de functionele eenheid van de nier waarvan de glomerulus deel uitmaakt?
Nefron (bestaat uit glomerulus met proximale tubulus, lis van henle, distale tubulus)
8. Welke cellen in de nier produceren renine? Waar verwacht u deze cellen te zien in box F?
Juxtaglomerulaire cellen. Lekken van rode bloedcellen in urine wordt tegen gehouden door
basaalmembraan.
9. Welke twee aanvullende technieken worden naast de lichtmicroscopie vaak toegepast in de
nefropathologie?
Met lichtmicroscopie zie je alleen maar schadelijke structuren, je kan niet zien wat het veroorzaakt.
Hiervoor speciale technieken: immuunfluorescentie en elektronen microscopie.
Patiënt 1
Dit nierbiopt is afkomstig van een 50-jarige man met in de voorgeschiedenis sinds 10 jaar diabetes
mellitus type 1. Het serum creatinine ten tijde van het biopt bedraagt 300 µmol/L en de proteïnurie 3
gram per dag. Patiënt is tevens bekend met retinopathie.
De coupe die u krijgt te beoordelen is gekleurd door middel van de perjood-zuur-Schiff reactie
(PASkleuring), waarna de kernen zijn gecontrasteerd met hematoxyline.
10. Wat kleurt de PAS-kleuring aan?
PAS kleurt koolhydraatgroepen met name geglycosyleerde eiwitten en glycogeen, dus veel
cytoplasma en extracellulaire matrix.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurageneeskunde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.