Beste studenten,
Deze samenvatting bevat al het lesmateriaal dat gebruikt werd tijdens de lessen. Daarnaast bevat de laatste pagina de examenvragen van juni 2017. Ik behaald via deze samenvatting een 19/20 voor het vak.
Samenvatting: Politieke en openbare financiën
- Federale minister van financiën: Johan Van Overtveldt
- Federaal minister van begroting: Sophie Wilmes
- Vlaamse minister van financiën: Bart Tommelein
- Waalse minister van financiën en begroting: Christophe Lacroix
- Minister van financiën voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: Guy Vanhengel
Hoofdstuk 1: Inleidende begrippen
- Het belang van overheidsbegrotingen loopt overeen met de sociaaleconomische
ontwikkelingen in het welvaartspeil na WO II
- Parlementen hebben het ultiem zeggenschap aangaande de belastingen (ontvangsten) en
de uitgaven van een Staat
1. Definities
- Prof. Amerijckx: ‘De begroting van de publiekrechtelijke gemeenschap is de handeling
waarbij de ontvangsten en de uitgaven van die gemeenschap over een toekomstig
tijdperk geraamd worden.’
- Professoren Dujardin en Vande Lanotte: ‘Een begroting is een raming van de inkomsten
en de uitgaven van een overheidsorgaan voor een toekomstige periode. De begroting
houdt een verplichting in om de geraamde ontvangsten in te vorderen en een machtiging
om de geraamde uitgaven aan te gaan en te betalen.’
- Rekeningen: rekeningen worden pas achteraf opgemaakt (na de beëindiging van het
begrotingsjaar) en bevatten de definitieve cijfers van de ontvangsten en de uitgaven
- Onder overheidsbegroting verstaat men alle publieke begrotingen in de verticale
hiërarchie
2. Betekenis
- Een controlefunctie:
• Verschaft op ieder niveau de nodige informatie om de controle op de uitvoering
ervan te kunnen verrichten
• Stellen begrotingsautoriteiten in staat na te gaan of het goedgekeurde beleid op
een wettelijke, regelmatige en doelmatige wijze wordt uitgevoerd
- Eenjarige akte:
• Begroting is in bijna alle landen een eenjarige akte
• Beperking van tijd gekoppeld aan een begroting
• Ondemocratisch machtiging te geven voor ontvangsten en uitgaven zonder dat de
volksvertegenwoordiging weet over welke periode de machtiging loopt
- Administratieve akte:
• Bevat institutionele en functionele uitgaven
institutionele uitgaven: het staatsbestel in leven houden
functionele uitgaven: betrekking op de functie en het werkterrein zelf van de
staatsadministratie
1
, - Macro-economische functie:
• 19de eeuw: begroting door haar kleine omvang de heersende gedachtestroming
geen beleidsinstrument noch een band met of een weerspiegeling van de
economische realiteit
• Begrotingen moeten niet alleen aan de regering en aan de politieke gezagsdragers
maar aan het volk de nodige informatie en inzichten verschaffen over het
voorgenomen overheidsbeleid
- Politieke functie:
• Het parlement machtigt de regering de voorgestelde uitgaven te doen en laat toe
de daartoe vereiste financieringsmiddelen te innen (machtigingsfunctie)
Hoofdstuk 2: Het verschil tussen publieke en private begrotingen
- Doel:
• Openbare financiën: algemene, sociale of collectieve doeleinden (vb. handhaven
van de orde, maatschappelijk welzijn,…)
• Private financiën: winst
- Aard:
• Openbare financiën: verplicht karakter want de overheid moet uitgaven doen en
de burgers zijn gehouden bij te dragen (dwingend karakter)
• Private financiën: vrijheid inzake productie, consumptie,… (geen
dwangmaatregelen)
- Bedrag en omvang:
• Openbare financiën: enorme bedragen (185 miljard overheidsbeslag of 52% van
het BBP)
• Private financiën: bereiken nergens deze omvang en belangrijkheid
- Economische invloed:
• Openbare financiën: interventionistische maatregelen
• Private financiën: weinig individuele invloed op het economische leven
- Beheersregelen:
• Openbare financiën: uitgaven bepaald door de opdracht die moet worden vervuld
• Private financiën: uitgaven beperken en zoveel mogelijk ontvangsten boeken
- Bronnen:
• Openbare financiën: begrotingswetgeving in België
• Private financiën: boekhoudingen en jaarrekening van de ondernemingen gevoerd
op basis van de wet in 1975
- Enkelvoudig versus dubbel boekhouden:
• Openbare financiën: enkelvoudig boekhouden verrichtingen kunnen slechts
eenmaal geregistreerd worden (ontvangsten of uitgaven)
• Private financiën: dubbel boekhouden elke debetverrichting als tegenpost een
credit voor hetzelfde bedrag krijgen
2
, - Basis:
• Overheidsboekhouding: registratie van verrichtingen op kasbasis elke
verrichting wordt als een boekhoudkundig feit aanzien
• Bedrijfsboekhouding: rekening gehouden met de waarde van goederen en kent
men de techniek van de afschrijvingen
- Tijdstip:
• Overheidsboekhouding: verrichtingen geboekt op datum van de effectieve
kasontvangst of -uitgave
• Bedrijfsboekhouding: verrichtingen worden geboekt wanneer rechten ontstaan of
verbintenissen worden aangegeven of goederen/ diensten verbruikt worden
- Bij privébedrijven is er een uitgebreide inventaris van goederen
• Bij de overheid is de inventariswaarde niet goed te bepalen overheid dient in
te staan voor de infrastructuur, veiligheid en basisvoorzieningen (= gebeurt in
monopoliesituatie)
de onbestaande marktwaarde van overheidsgoederen: actuele marktwaarde is
vaak nihil omdat het niet verkocht mag worden
Hoofdstuk 4: Het denken over de begrotingen
1. De oudheid
- De Griekse periode
• Aristoteles (384-322 v.C.)
▪ Goedkeuring van de begroting door een volksvertegenwoordiger
▪ Instelling van financiële ambtenaren bij de uitvoerende macht
▪ Oprichting van rechtscolleges die bevoegd zijn voor budgettaire
onregelmatigheden
▪ Niveau van de uitgaven moest bepaald worden door de hoeveelheid van
de beschikbare inkomsten
2. Van de Romeinen tot de middeleeuwen
- Kelten en de romeinen gaan over te het slaan van een munt wijzigingen in het
economische en financiële leven
• Romeinen voeren een fiscaal stelsel in
• Indeling van het Rijk in provincies
• Ontwikkeling van een juridisch systeem
• Uitbouw van een overheidsadministratie
• Invoering van nutsvoorzieningen
3. De moderne tijden
- Opmerkelijke van deze periode
• Opmars van de burgerij
• Afnemende macht van de Kerk
• Uitvindingen
• Mercantilisme
3
, • Gecentraliseerde staten met een burgerlijke basis
• Veroveringen en ontdekkingen van nieuwe gebieden
- Opkomst van handel en het geld leidt tot de creatie van financiers (Fuggers, de Medici,
Rotschild)
- Wankelen van de aloude traditie dat er geen onderscheid moet zijn tussen de vorstelijke
en de bestuurlijke ontvangsten of uitgaven
• De willekeur van de vorst wordt in Engeland door de Magna Charta (1215) en de
Bill of Rights (1689) beperkt
4. Mercantilisme
- Mercantilisme maakt zijn opgang maakt in de 17de eeuw economische bedrijvigheid
bevorderen via staatsingrijpen: protectionisme, positieve handelsbalans zorgen dat de
voorraad edele metalen toeneemt
- Verdwijnen van de feodale samenleving en de herinstallering van een centraal gezag
met natiestaten = opkomst mercantilisme
deze staat stuurt de economie met het oog om de nationale rijkdom te verhogen
economische groei en zoektocht naar nieuwe afzetmarkten
nadeel: talrijke oorlogen omwille van het protectionisme
Colbert:
- In Frankrijk de minister van Financiën onder Lodewijk XIV
• Vast korps van ambtenaren
• Gedeeltelijk beroepsleger
• Lage graanprijzen voor de consument om voedselopstanden te vermijden
• Protectionisme met hoge tolheffingen
• Aanleg van een moderne vervoersinfrastructuur
- Financiering van de staatsbegroting dient te gebeuren door middel van tol, bevordering
van handel, belastingstelsel, kolonies, oorlogen en edel metaal
- Rijkdom van de staat en de welvaart van de burgers te verhogen politiek van
begrotingsevenwicht voeren
5. De Kameraalwissenschaft
- In Pruisen en Oostenrijk komt de Kameraalwissenschaft of Polizeiwissenschaft tot bloei
• Brengen hun visie naar voor in het door hen bewonderde regime van het vorstelijk
absolutisme
• Brengen denkbeelden naar voren omtrent de bestuurskunde en de staatsbegroting
• Ontwikkelen een eerste vorm van overheidsbegroting en verzamelen ook
statistisch materiaal aangaande de Staat hervormingsvoorstellen lanceren met
betrekking tot een zuinig en economisch beheer van de overheid
- Periode van 1640-1740 enorme ontwikkelingen in Pruisen gebiedsuitbreiding,
industrialisatie, moderne landbouw, belastingstelsel, staatsinstellingen en een goede
administratie
4
, 6. De Klassieke School
Adam Smith:
- Wealth of Nations (1776): beschouwd als de vader van de vrijemarkteconomie
- Denker van voor de industriële revolutie: weinig oog voor conjunctuurbewegingen
- Overheid moet zich inlaten met defensie, justitie, politie en uitoefening van taken die
voor de private sector niet rendabel zijn (maar wel positief rendement opleveren voor
de hele maatschappij)
- Financiering van de overheid: voorstander van algemene belastingen voor defensie,
lokale belastingen voor politie en retributies voor andere overheidstaken
- Smith is tegen het aangaan van staatsleningen en vindt de overheidssector grotendeels
onproductief
Jean-Baptiste Say:
- Volgens Say brengt de vraag-en-aanbodpolitiek de markt in evenwicht (Franse
tegenhanger van Smith)
- Say ontkent het bestaan van conjuncturele fluctuaties in de economische activiteit
- Overheidsapparaat (defensie, justitie,…) is niet noodzakelijk een onproductieve sector,
maar als productieve prestaties, die voorzien in bestaande behoeften
• Overheidsuitgaven moeten zo beperkt mogelijk gehouden worden vele
uitgaven zijn nutteloos (dure hofhouding)
• Conflict met Napoleon (protectionisme) en Say voorstander van de
vrijemarkteconomie
Thomas Robert Malthus:
- Bekend omwille van zijn bevolkingstheorie
• De bevolkingsgroei moet onder controle gehouden worden
• Demografische explosie belemmert de oplossing voor het probleem van de
hongersnood en de economische groei
- Als de bevolking te snel toeneemt in vergelijking met de economische groei leidt dit tot
hongercrisissen
• Bevolking is een meetkundige reeks
• Productie is een rekenkundige reeks houdt geen rekening met de effecten van
de mechanisatie in de landbouw
- Malthus vindt de overheidssector onproductief, maar aanvaardt de theorie van
conjunctuurschommelingen
- In het westen is na WO II door dalende nataliteit de demografische groei naar beneden
gegaan en onder de economische groei komen te liggen welvaart
- Dalende fertiliteit: vrouwen in het arbeidsproces getrokken meerdere gezinnen zijn
in de situatie gekomen van twee inkomens
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mathiasvansighem1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.