Grondslagen van het strafrecht
THEMA 5: FUNDAMENTELE RECHTEN EN VRIJHEDEN
1 ALGEMEEN
Fundamentele rechten en vrijheden= publiekrecht (verhouding tss individu en overheid)
Synoniem: Grondrechten/mensenrechten
- Universeel (maar ook nationaal)
Fundamentele rechten zijn nog niet allemaal universele rechten
Vb. UVRM nog steeds niet door alle staten aangenomen. In Verdrag van Rome nog geen
expliciete verwijzing naar de fundamentele rechten.
Juridische verankering is er gekomen door het Verdrag van Lissabon.
Europees Bureau voor de Grondrechten werd opgericht.
Europees Hof van Justitie en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zorgen
voor: Europees rechtsbescherming
- Minimumstandaarden verticale relatie
Belangrijke tak v.h. constitutionele of grondwettelijke recht=
Regeling v.d. fundamentele rechten
Minimumstandaarden voor de verticale relatie tussen overheid en rechtssubjecten
Op wereldniveau 2 verdragen afgesloten:
a) BUPO (burgerlijk en politieke rechten): rechtstreekse werking bij ons & afdwingbaar
b) EVRM: minder afdwingbaar
- Deel “grondwettelijk” recht (titel II Gec.Gw)
+ supranationale hoven die onze staat op de vingers kunnen tikken:
Binnen Europa voorwaarde: alle Europese regels moeten fundamentele rechten
respecteren
Europese Unie (Luxemburg) & Raad van Europa (Straatsburg)
- Norm (vooral EVRM en BUPO-verdrag)
- En gerecht
- EU: Handvest + Bureau (FRA)
Via internationale verdragen zijn aantal fundamentele rechten uitgebreid
Door creatie van internationale gerechtshoven is afdwingbaarheid beter gegarandeerd.
Burgerlijk politieke vrijheden
- 1e generatie fundamentele rechten
- Vb. elk individu wordt in ons land de vrijheid gegarandeerd om ongesanctioneerd zijn
gedachten te uiten en naar zijn persoonlijke overtuiging te handelen.
- Magna Carta voorzag dat niemand zonder rechterlijk bevel mocht worden opgesloten.
Fundamentele rechten in 3 generaties:
1) Klassieke vrijheden: individu is vrij en vrijheid moet zich onthouden
2) (Socio economische rechten): vereisen actieve rol van de overheid en leggen nadruk op
sociale rechtvaardigheid.
VB. recht op sociale bijstand, pensioen, …
, 3) (Participatie- en collectieve rechten): wie mag er anticiperen in de overheid (wie heeft
stemrecht)?
Kwamen vooral in beeld n.a.v. dekolonisatie
VB. het zelfbeschikkingsrecht van een volk, recht op eigen grondstoffen, eerlijke verdeling
v.d. rijkdom.
2 DE KLASSIEKE VRIJHEDEN
(De eerste generatie of burgerlijke en politieke rechten)
Overheid heeft onthoudingsplicht= ze mogen zich niet moeien.
Fundamentele rechten worden nog ingedeeld in 3 soorten:
a) Volle of absolute rechten:
- Laten geen enkele afwijking toe
- Vb. afschaffing van de doodstraf en het folterverbod
- Niet retroactiviteit: normaal wanneer er nieuwe wet gemaakt wordt
Principe staat in burgerlijk wetboek
Andere wet kan deze wet wijzigen of tegenspreken
In strafzaken kan wet niet retroactief werken. Feiten die zich voordoen na inwerking
treding van die wet zullen onder die wet toepassen.
Je kan feiten van vroeger niet toepassen op nieuwe wetten
MAAR als nieuwe wet milder wordt, zachter dan mag die wel inwerken op de oude feiten
b) Minimumstandaarden:
- Moeten aan minimum voldaan worden
Vb. Recht op een eerlijk proces. Bijstand van een raadsman bij elke ondervraging.
c) Gekwalificeerde of voorwaardelijke rechten:
- Je kan ze niet altijd en overal claimen
- Kunnen om wettelijk bepaalde motieven onderworpen worden aan beperkingen voor zover dat
nodig is om de democratische rechtsstaat te behoeden.
- Verschillende fundamentele rechten worden tegenover elkaar afgedwongen
- Vb. zo mag je in principe zeggen wat je wilt aan en over iemand, maar beledigen of aanzetten
tot racisme en discriminatie mag niet
- Vb. Bekend voorbeeld= hoofddoekendebat
Klassieke vrijheden kunnen we indelen in:
I) Vrijheden van de fysieke persoon
II) Vrijheden van de denkende geest
I VRIJHEID VAN DE FYSIEKE PERSOON
A. BEPERKING AANHOUDING, VERBOD SLAVERNIJ
Verboden: verplichte arbeid
- Niemand kan verplicht worden om te werken, tenzij hij vrijwillig in een arbeidscontract heeft
toegestemd.
- Rechter kan geen werkstraf opleggen als de veroordeelde niet akkoord is.
Veroordeelde kan kiezen voor werkstraf i.p.v. boete
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller naishurckmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.