Grondslagen van het strafrecht
THEMA 13: STRAFRECHT
1 ALGEMEEN
1.1. MATERIEEL EN FORMEEL STRAFRECHT
- Materieel strafrecht: Het geheel der rechtsregels waardoor bepaalde gedragingen strafbaar
worden gesteld en worden gesanctioneerd.
Misdrijven en straffen
- Formeel strafrecht/strafprocesrecht: Het geheel van de procedurele spelregels volgens
dewelke het materieel strafrecht wordt toegepast.
De strafvordering of strafprocedure(s) inclusief bewijsregels.
1.2. DE ROL VAN DE OVERHEID
1.2.1. UITVOERENDE MACHT: OPENBAAR MINISTERIE (HOEDER VAN
OPENBARE ORDE)
Opdracht:
- 3 Taken:
a- Onderzoeken/opsporen: opsporingsonderzoek
Openbaar Ministerie onderzoekt wie wat heeft misdaan.
Te onderscheiden van onderzoeksrechter! Kan verregaande onderzoeken doen
Gerechtelijk onderzoek (onderzoeksrechter) onderscheiden van opsporingsonderzoek
b- Vervolgen:
Openbaar Ministerie daagt de vermoedelijke dader voor de strafrechtbank en vordert een
straf.
4 Elementen belangrijk:
1) Via deurwaarder dagvaarden
2) Openbaar ministerie neemt het woord in strafuitspraak
Requisitoir= strafeisen in strafzaak. Mondelinge uitspraak.
3) Rechter beslist en ondertekend het vonnis
4) Openbaar ministerie voert vonnis uit.
c- Straffen uitvoeren
Aan Openbaar Ministerie om straf effectief uit te voeren.
Samenstelling:
- Openbaar Ministerie is volgens de wet 1 en ondeelbaar, maar:
Wordt gevormd door het federaal parket (federale procureur) en lokale parketten en
parketten generaal.
Federale procureur onder gezag van minister.
In misdrijven van sociaal strafrecht wordt OM uitgeoefend door arbeidsauditeur
Heeft niks met
strafrecht te
Arbeidsrechtbanken: Arbeidsauditoraat (iets anders dan het parket)
maken. Raad van State: Auditoraat geeft alleen maar advies over toepassing van het recht.
Beleid: college procureurs-generaal
, Politiek verantwoordelijke: minister van justitie
Federaal parket neemt een zaak in handen van zodra een dossier een internationaal of
ressort overschrijdend aspect inhoudt of zodra blijkt dat het om terrorisme,
witwaspraktijken, mensenhandel of andere vorm van georganiseerd misdaad gaat.
1.2.2. ROL VAN DE (FORMELE) WETGEVER: LEGALITEITSBEGINSEL
- Alleen de overheid (formele wetgever) kan bepalen welke gedragingen strafbaar zijn.
- Geen misdrijf zonder wet.
- Wetgever moet politieke keuzes maken om te bepalen welke fundamentele waarden via het
strafrecht moeten worden gesanctioneerd.
Strafwet moet nauwkeurig, duidelijke en voorspelbaar zijn.
- Formele wet nodig om straf te bepalen; procedure te bepalen.
Strafwet moet altijd strikt geïnterpreteerd worden.
1.2.3. ROL VAN DE RECHTER
- Hij is gebonden aan de wet
- Rechter moet wet altijd toepassen.
- Rechter moet innerlijk overtuigd zijn.
1.3. ALGEMENE BEGINSELEN
1- Legaliteitsbeginsel en strikte interpretatie
Zorgt ervoor dat burgers weten dat er een wet is die de gedragingen strafbaar stelt.
Men moet weten welke strafrechtelijke sanctie voorzien is.
Rechter heeft een beoordelingsbevoegdheid
Er is een verbod van analogie (strafwet toepassen op vergelijkbare gedragingen)
Wil van de rechter kan op een extensieve en soms evolutieve manier worden
geïnterpreteerd: voorwaarde
a- Feit moet onder de wettelijke definitie kunnen worden gebracht
b- Er bestaat zekerheid over de wil van de wetgever.
2- Niet-retro-activiteit tenzij terugwerkende kracht van ‘mildere’/ ‘zachtere’ strafwet
= als een nieuw misdrijf wordt ingesteld bij wet, kan deze wet niet worden toegepast op
feiten die werden gepleegd voor de inwerkingtreding van deze wet.
TENZIJ: de straf bepaald ten tijde van het vonnis milder is dan de straf die gold ten tijde
van het misdrijf, geldt de mildere straf.
Hoe weten welk van de 2 de zachte straf is? Volgens criteria:
a- Categorie van de hoofdstraf
b- Aard van de hoofdstraf
c- Het maximum van de hoofdstraf/bijkomende straf
d- Het minimum van de hoofdstraf/bijkomende straf
3- Vermoeden van onschuld
Tot het tegendeel op wettige wijze bewezen is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller naishurckmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.66. You're not tied to anything after your purchase.