Les 1:
Klassenstrijd die zou er volgens Marx altijd zijn.
Hier maakt Marx een onderscheid onder.
Arbeiders (proletariaat) de mensen die in de winkel werken.
Kapitalisten (bourgeoisie) de baas van de winkel.
Kijken naar China Blue documentaire
Meisje dat aan het werk is= arbeider
Baas van de fabriek= kapitalist
Winkelketens die broeken afnemen van de fabriek=kapitalist.
Meerwaardetheorie= De werkgever verdiend veel meer geld aan de arbeider, dan de arbeider krijgt.
De kapitalist probeert zoveel mogelijk waarde uit die arbeider te krijgen.
Accumulatietheorie= concurrentie= kapitalist moet meerwaarde investeren
Investering= meer meerwaarde= investering= meer meerwaarde
Er ontstaan minder rijke mensen maar deze mensen zijn wel heel erg rijk. Ze hebben geïnvesteerd in
hun bedrijf.
Accumulatie zorgt voor concentratie
Concentratietheorie= kapitaal concentreert zich bij een klein aantal mensen
Alleen diegene die veel meerwaarde uit hun arbeiders hebben gehaald.
Marktaandeel overgenomen door grote bedrijven
Crisistheorie= schema van conjunctuurgolf. Overproductie, te veel op de markt, prijzen gaan naar
beneden. Mensen aan de onderkant hebben moeite om aan te haken.
Golfbeweging in economie (crisis, groei).
Karl Marx zegt we zijn vervreemd.
Dat meisje uit China blue is vervreemd van de natuur en haar familie want ze is alleen maar aan het
werk in de fabriek. Wat je maakt dat ben je in zekere zin ook je definieert jezelf door arbeid. De
binding met het product die je maakt ben je helemaal kwijt. Je raakt vervreemd van de productie,
jezelf en de natuur.
Waar gaat het heen volgens Marx= uitbuiting, dingen gaan kapot.
Waar heeft Marx geen rekening mee gehouden= hij zag niet hoe complex de crisistheorie is, de
goede en slechte tijden van de economie.
Vals bewustzijn: je moet klasse bewust zijn. Niet tegen je eigen klassen niet als arme met elkaar maar
tegen de hoge, rijke klasse. Je hebt niet door dat je eigenlijk samen met de arbeiders een klasse bent
je ziet de andere arbeiders als concurrent.
Rijke mensen kunnen een buffer opbouwen. Arme mensen worden alleen maar armer en hebben
niet de middelen, dus gaan verpauperen.
Marx weber zegt al het gezeik in de wereld komt door klassenstrijd. Ene groep heeft heel veel de
andere groep niet. Ze kunnen niet overleven zonder elkaar. Ze hebben gezeik omdat het
tegenstrijdige belangen zijn. De arbeiders en de bourgain.
, Les 2:
Guy standing
Gaat over mensen die van week tot week leven, onderaan de samenleving.
Onderscheid de elite, salariaat, proficiens en precariaat.
Wereldwijde transformatie
Meer arbeidskracht
Meer ongelijkheid
Nieuwe klassenstructuur
Onzekerheid
Salariaat: je krijgt salaris, pensioen, vakantiegeld= zekerheid
Proficiens: mensen die voor zichzelf werken, maar veel geld hebben om hun zekerheid te kopen
bijvoorbeeld een advocaat
Als de groep salariaat krimpt gaat iets anders groeien zoals precariaat dit zijn tijdelijke contracten=
weinig zekerheid.
Precaritytrap: onzekere situatie
Armoedeval (povertytrap) : je zit aan het sociale minimum, krijg je toeslagen. Er zijn allemaal
voorzieningen. Als mensen dan ongeschoold werk doen verdienen ze wat meer. Maar dan hebben ze
geen rechten meer op toeslagen. Hierdoor verdienen ze soms nog minder als ze gaan werken.
Niveau Waar Transformatie
Macro Wereld Neoliberalisme: vrijhandel
Overheden Globalisering: mondiale markt
Multinational Toetreding Chindia
Meso Multinational Meer concurrentie
Bedrijven Aandeelhouderswaarde
Sneller aanpassen
Tijdelijke contracten
Offshoring
Outsourcing
Micro Individu Onzekerheid: contracten
Zzp-ers
Stukloon
Geen gezamenlijke identiteit
Vast in de precarity trap
Offshoring: verplaatsen van de productie. Bijvoorbeeld naar China zodat het daar goedkoop gemaakt
wordt. De productie/loonkosten zijn daar lager.
Outsourcing: werk wat hoort bij jou bedrijf laat je door een ander bedrijf doen.
Les 3:
Marx Weber
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rachelfikken02. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.80. You're not tied to anything after your purchase.