100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Boekhouden samenvatting $10.16
Add to cart

Summary

Boekhouden samenvatting

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van boekhouden. Dit zijn niet de oefeningen, maar al de leerstof voor het vak dat gekend moet zijn.

Preview 4 out of 109  pages

  • September 14, 2023
  • 109
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Boekhouden 2 – samenvatting
Inleiding tot boekhouden
Je maakt het voor jezelf in een bedrijf.

o Op maat van een bedrijf maken
o Waar gaan kosten en opbrengsten binnen bedrijf naartoe?

2019: vennootschapsvormen verandering

o Kapitaal vennootschappen: de wetgever zegt dat er een minimumkapitaal moet zijn.
• Voorbeeld: NV, minimum kapitaal 60 000 euro.

o Kapitaalloze venootschappen: hebben geen kapitaal. Geen minimumkapitaal is vereist. Je
moet ervoor zorgen dat bedrijf geld heeft om op te starten, maar geen minimumkapitaal.
• Geld komt van inbreng

Kredietnota: verbetering op facturen (vb. korting op iets)

Rekeninguittreksel: aantonen wat er bijkomt en afgaat van rekening.

BTW-aangifte: jaarlijkse aangifte die een bedrijf moet doen → Kost het geld? Boekhouder moet je
betalen of je doet het zelf en dit kost je tijd.

o BTW wordt betaald door eindgebruiker
o Als bedrijf betaal je dit niet, maar je moet de administratie hiervan doen.

Welke partijen hebben interesse in jouw boekhouding?

- Overheid: geen fraude, wilt weten hoeveel BTW dat ze van een bedrijf krijgen.
• Ze voeren steekproeven/controles om te zien of de facturen kloppen van de bedrijven.
• Niet altijd omwille van fraude, soms gewone steekproeven

- Investeerders: ze willen rendement en daarom kijken nr boekhouding.

- Concurrenten: zien of concurrentie veel geld besteed aan vb. marketing.
o Zien of bedrijf huurt, hoeveel personeel, hoeveel winst of verlies, waar is de grootste
kostenpost?

- Verkopers: ze zijn geïnteresseerd of een bedrijf kan betalen. Er gaat argwaan ontstaan en als
de verkoper zijn vertrouwen verliest gaat een bedrijf niets meer kunnen verkopen omdat ze
niet leveren.
o Voorbeeld: Makro

- Personeel

Waarom interesse door personeel?

o Bedrijf heel veel personeel ontslagen? Dit kan je anderhalf jaar op voorhand zien in de
boekhouding.




1

,Een vastgoedprofessional genereert 1000 euro omzet. Hoeveel brutowinst houdt hij hiervan over?

o Brutowinst – belastingen = nettowinst

Hangt af van de kosten die een vastgoedprofessional maakt. Kan liggen aan efficiëntie vb. werknemer
die meer werkt dan ander. Kosten minder groot, maar als je een nutteloze werknemer hebt dan kost
deze meer dan dat hij/zij opbrengt.

Resultaat verbeteren? Kosten verlagen of opbrengsten verhogen.

De ondernemingsdriehoek
Persoonlijke vaardigheden & attitudes: stiptheid
en commerciële vaardigheden spelen een grote rol.

Bedrijfseconomische kennis: je moet in de picture
staan, weten welke kosten je maakt, zorgen dat
BTW en fiscaliteit wordt opgevolgd.

Cashflows van bedrijf is erg belangrijk

o Cash-out en cash-in → zo weten
wat je ter beschikking hebt.

Rentabiliteit van 50%: je houdt 50% winst netto in
je handen over.

o Voor iedere euro blijft er 50% netto over
➔ Hogere rentabiliteit, efficiënter werken

Basiscompetenties = vakkennis: door meer competenties kan je meer mensen lokken/helpen.

Belangrijke begrippen
Liquiditeit: is een term die aangeeft of een bedrijf alle kortlopende schulden (tot maximaal een jaar)
kan betalen.

Rentabiliteit: geeft de verhouding weer van de gemaakte winst ten opzichte van het geïnvesteerde
vermogen.

Het belang van en de noodzaak van boekhouden
1. Nakomen van wettelijke verplichtingen:
o Er staan boetes tegenover de termijnen die je niet volgt. Je
wordt verplicht om punctueel te zijn!!

- Andere verplichting: klantenlisting, als klant BTW plichtig is.

- Neerleggen balanscentrale: bepaalde bedrijven zullen jaarrekening
moeten neerleggen.
o Balanscentrale: maakt deel uit van Nationale Bank van
België, als je dit niet doet moet je boetes betalen.




2

,Syndicus is verplicht om boekhouding te voeren van een appartement. Dit wordt ook gedaan met de
MAR, maar ook andere principes die hierin komen.

- Ook ‘voedingsbron’ voor bepaalde verplichtingen met
betrekking tot:
o RSZ = geïnteresseerd in kost dat je voor personeel
betaalt (rond de 25%)
o BTW
o Fiscus

2. Klantenopvolgingssysteem

o Schuld = bedrag dat je nog moet betalen.
o Vordering = bedrag dat je nog moet krijgen van
klanten.

Alles wat geregistreerd is mag je niet zomaar schrappen, je
moet dit in een boeking steken. Je hebt dan geen schulden
want je zet het in de boekhouding om als kost als vb.
wanneer de klant niet betaald.

Altijd nadenken welke klanten nog vorderingen hebben =
CASH IN.

Welke leveranciers moeten we nog betalen. = CASH OUT

Incassobureau: bureaus die achter veren zitten van een klant
om te betalen. Heeft geen juridische stempel dus geen
gerechtsdeurwaarder. → als klant niet wilt betalen.

o No cure, no pay = als ze niet slagen in geld krijgen, dan
krijgen ze hun loon niet.

Factoring: zorgen voor afhandeling van ontvangst van
facturen/inning van facturen. Klanten betalen wel op tijd, ook
bij vb. uitstel van betaling.

3. Ter inzicht in de financiële structuur

o Cashflow = kasstroom

Positieve operationele cashflow: levert u ontvangsten op, je
hebt een rendabel bedrijf als dit goed is.

Negatieve operationele cashflow: kan te maken hebben met
veel uitgaven, niet slagen in uitgaven verkopen. Kan ook door
groepskorting waardoor je veel moet betalen, maar je hebt
eigenlijk genoten van groepskorting. Eenmalig? Geen ramp, wel
als dit maandenlang zo is.

- Hoe zit het met mijn vorderingen en schulden?
- Hoe zit het met mijn resultaat?
- Je moet budgetteren: vanaf wanneer welke investeringen?

3

, - Nuttig voor berekening van fiscale ‘voorafbetalingen’
• Werknemer: verdient een loon, hierop moet hij belasting betalen. Iedere
maand kan je exact berekenen hoeveel belastingen.

• Bedrijf: je weet niet exact hoeveel belastingen je moet betalen, hangt af van
de hoeveelheid dat je verkoopt. Op het einde van de rit doe je dit voor de 12
maanden en hierop ga je belasting op betalen afhankelijk van wat je hebt
verkocht.

Belangrijkste documenten:
o Facturen
o Rekeningen

➔ Je moet deze voor 10 jaar bijhouden.

4. Ter budgettering (de bedrijfsbegroting)
o Investeringskasstroom = vb. investeren in een
auto waardoor je vaker naar klanten toe kan.
→ meer klanten en dit zorgt voor goede
operationele kasstroom.

o Financieringskasstroom = je gaat in iets
beleggen, je betaalt rente → dit is een uitgave.
Wat je extra krijgt kan positief zijn voor de
operationele kasstroom.

Verschillende begrotingen:

Exploitatiebegroting = opbrengsten en kosten

Liquiditeitsbegroting = kasstromen

o Topmaanden vastgoed: april en mei → vakantiepremie gekregen, tegen de zomer in hun huis,

• Corona? Zorgt voor vervorming en top voor residentieel vastgoed.

Voorbeeld:

Negatieve financieringsbehoefte? Dan
heeft een bedrijf geld nodig en
omgekeerd.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentttttAP. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.16. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.16
  • (0)
Add to cart
Added