100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Methodologie van sociaalwetenschappelijk onderzoek $6.63   Add to cart

Summary

Samenvatting - Methodologie van sociaalwetenschappelijk onderzoek

 16 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bestaat uit een samenvatting van Bryman's Social Research Methods en een verzameling van aantekeningen van de colleges. Stapsgewijs wordt het onderzoeksproces - en alles wat daarbij komt kijken - van sociaal wetenschappelijk onderzoek in kaart gebracht. Naast de theoretische stof worde...

[Show more]

Preview 4 out of 45  pages

  • September 15, 2023
  • 45
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
METHODOLOGIE

Lecture 26-10-20

Inleiding:

Waarom zou ik onderzoek willen doen?  om bepaalde vragen te beantwoorden of problemen op te
lossen. Als wetenschappers lossen we problemen op en willen we kennis vergaren. Twee manieren
om op een antwoord te komen: door kwantitatief of kwalitatief onderzoek te doen.

Onderzoeksmethode is hulpmiddel, niet een doel  hangt af van het doel van het onderzoek

Onderzoek is nooit 100% perfect en volledig. Tijd en middelen zijn beperkt.  messiness van
sociaalwetenschappelijk onderzoek

Stappen in onderzoeksproces:

Er zijn verschillende elementen in het onderzoeksproces. Volgorde volgens Muis:

1. Onderzoeksvraag  heel belangrijk. Heeft invloed op alle andere stappen in het
onderzoeksproces.
Type vragen: verkennend (inventarisatie; bijvoorbeeld welke…?), beschrijvend , verklarend
(waarom…?) , evaluerend (hoe effectief…?), voorspelling (beschrijving van situatie toekomst),
ontwikkel ‘good practice’ (evaluatie / wat is een goede interventie?), empowerment (wat
kunnen actoren zelf doen met een probleem?), vergelijkend (beschrijving van twee situaties)
2. Literatuur bestuderen
3. Concepten en theorie (theorie komt in het hele onderzoeksproces terug)
4. Selectie van onderzoekseenheden (ontwerpen van onderzoek)
5. Dataverzameling
6. Data-analyse
7. Rapportage
o Is eigenlijk een cyclus




Messiness of social research: Reconstructed logic (duidelijke stap-voor-stap procedure) VS. logic in
practice (rommeliger en afhankelijk van situatie/context)  flexibiliteit en doorzettingsvermogen zijn
nodig. Reconstructed logic is logica op papier, maar is in de praktijk vaak rommeliger en hangt af van
de context

Wetenschappelijk onderzoek is systematisch (bewuste planning en duidelijk onderzoeksproces),
transparant (controleerbaar  uitleg en reflectie) en bevat empirisch bewijs (data die
doorslaggevend is)

Rol van theorie in onderzoek

Er zijn twee richtingen waarin theorie gebruikt wordt:

, - Deductie: van theorie naar hypothese/data verzameling  is gebaseerd op logica. Als twee
uitspraken waar zijn, komt daar logischer wijze een conclusie uit die ook waar moet zijn.
- Inductie: van observatie/empirie naar theorie  op basis van observatie wordt een theorie
geformuleerd.

Meeste onderzoeken bevatten beide fases. Bij “grounded theory” wordt het cyclus van deductie en
inductie vaker afgelegd.  Iteratie = herhaling

Inductie-probleem: redenatie is niet gebaseerd op een logische verklaring / zekerheid. Theorie
wordt gevormd op basis van een te klein aantal empirische observaties




Lecture 28-10-20

Deel 1: ontologie en epistemologie

Hoofdstuk 2 gaat over onderzoeksstrategieën.

Waarom wetenschapsfilosofie gebruiken?  alle keuzes die je maakt in een onderzoek kunnen
worden teruggevoerd tot fundamentele filosofische aannames. Je kan niet één onderzoeksmethode
kiezen. Er is veel onenigheid over hoe we de waarheid kunnen vinden, wat de waarheid is, of er een
sociale werkelijkheid is  hierom is er niet één onderzoeksmethode die de waarheid naar boven
krijgt.

Doelen:

- Begrijpen van verschillende benaderingen en fundamentele aannames
- Bewustzijn over het feit dat je ontologische en epistemologische opvattingen je keuzes
tijdens het onderzoeksproces beïnvloeden.

Filosofische uitgangspunten

- Ontologie  wat is het zijn? Wat is de aard van de werkelijkheid? Is er een werkelijkheid en
welke vorm heeft deze dan?  Centrale tegenstelling: objectivisme (werkelijkheid die extern
is. Het zit niet in iemands hoofd, maar bestaat echt. Ook buiten het menselijk bewustzijn.
“het standpunt dat er een werkelijkheid bestaat die onafhankelijk is van het menselijk

, bewustzijn”) tegen constructivisme (“het standpunt dat er geen werkelijkheid is die
onafhankelijk is van het menselijk bewustzijn. De werkelijkheid is een subjectief brouwsel
(sociale constructie) dat door individuen of groepen wordt gevormd”)
- Epistemologie: kennis leer. Hoe kunnen we de wereld om ons heen kennen? Wat kunnen we
weten? Hoe komen we tot aanvaardbare kennis? How to obtain knowledge of the social
world? Centrale tegenstelling: positivisme (verklaren van social gedrag) tegen
interpretivisme (begrijpen van sociaal gedrag).

Popper: sluit aan bij het objectivisme. Theorieën zijn met elkaar te vergelijken. We kunnen de
theorieën die conflicterend zijn confronteren met de feiten / toetsen aan ‘harde feiten’ 
theorie die niet overeenkomt met de feiten kan weggegooid worden / valt af  alleen sterke
theorieën blijven over.  inductieprobleem > oplossing is falsificatie. We hebben niet zo veel
aan een bevestigende observatie, maar wel aan een weerlegging / falsificatie.  niet zeggen:
“theorie is bevestigd”, maar “theorie wordt niet weerlegd”

Waarom belangrijk?  komt concreet terug in later onderzoek.

Kuhn: sluit aan bij constructivisme. Het ene paradigma (denkraam > manier waarop je naar de
werkelijkheid kijkt) is niet beter dan het andere. Ze zijn onverenigbaar. Hij is sceptisch over of we
dichter bij de waarheid kunnen komen.
“the competition between paradigms is not the sort of battle that can be resolved by proofs”

Mensen die wisselen van paradigma komen niet ineens dichter bij de werkelijkheid  ze
bekijken de werkelijkheid dan op een andere manier.  iemand overtuigen van paradigma is
moeilijk. Het is maar net hoe je er naar kijkt.

Volgens Kuhn is er geen één universeel paradigma. Er is geen overheersende paradigma /
paradigma die we allemaal delen  anders dan natuurlijke wetenschappen.  pre-
paradigmatisch: geen eenduidige visie op hoe onderzoek gedaan kan en moet worden

Twee manieren om kennis over de sociale werkelijkheid te vergaren / epistemologische
benaderingen:

- Positivisme: verklaren van sociaal gedrag
- Interpretatieve school: begrijpen van sociaal gedrag



Deel 2: verklaren en begrijpen

Bryman: gebruikt ipv verklaren en begrijpen positivisme en interpretivisme.

We moeten begrijpen en verklaren. Door het begrijpen komen we tot een verklaring.

- Positivistische school (Erklären): difficult to pin down. Benadering wordt ook wel aangeduid
als natuurwetenschappelijke methode.
Wat is het doel en de aard van een verklaring of theorie?
gebrand op universele wetmatigheden > zoekt naar nomothetische verklaringen die
algemene patronen in menselijk gedrag verklaren.
Hoe komen we tot kennis?
Door het formuleren en toetsen van hypothesen. Dit toetsen aan ‘harde feiten’ (observaties /
inductie  empirisme: verkrijgen van kennis via zintuigelijke ervaringen. Tegenover logica).

, Door eliminatie van onjuiste theorieën komen we dichter bij de waarheid.

Wat is de rol van waarden en normatieve oordelen?
Er moet een scheiding zijn tussen wetenschap en geloof/normen en waarden.  dit is
mogelijk. Ze hebben met elkaar te maken, maar kunnen ook onderscheiden worden. 
waardevrijheid = objectieve kennis  gebaseerd op feiten

- Interpretatieve school (Verstehen): gaat om het begrijpen van het sociaal gedrag  inleven
in iemand en dan begrijpen waarom iemand zich zo gedraagt.  verplaatsen in de mensen
die we onderzoeken. Emic perspectief aannemen.
Wat is de aard en het doel van een verklaring of theorie?
Doel: ‘understanding of social action’. We moeten de subjectieve betekenis van menselijk
handelen begrijpen. Gelinkt aan constructivisme  sociale werkelijkheid is een sociale
constructie gevormd door mensen. “harde feiten” bestaan niet. Verklaring is vaak
idiografisch  niet op zoek naar algemene patronen/wetten, maar een gebeurtenis als een
uniek iets beschouwen. Beschrijving van uniek geval, unieke context of uniek proces dat
nooit op dezelfde manier herhaald zal worden. Geen wetmatigheden. Kritiek: hoe ziet het
met vergelijkend onderzoek?
Hoe komen we tot kennis?
Verplaatsen in het perspectief van anderen. Proberen naar de wereld te kijken zoals de
mensen die je bestudeerd naar de wereld kijken / hoe ze de wereld interpreteren. 
blootleggen/beschrijven. Tweede (epistemologische) interpretatie van constructivisme: de
onderzoeker presenteert altijd één specifieke versie van de sociale werkelijkheid  geeft
een interpretatie van een interpretatie (double interpretation). Wat de wetenschapper
opschrijft is een sociale constructie van een sociale constructie  wordt beïnvloed door
wereldbeeld van wetenschapper.
Wat is de rol van waarden en normatieve oordelen?
Relativisme: geen enkele waarde is beter dan de ander  niet oordelen / neutraal blijven,
maar je verplaatsen in iemand en erachter komen waarom iemand bepaalde dingen denkt en
doet (bv bij onderzoek naar religie of complottheorieën). Geen waardeoordeel vellen.
Interpretivisme zegt dat neutraal blijven moeilijk is  eigen opvattingen van wetenschapper
spelen rol  oplossing: open zijn over eigen oordelen. > “confessions”: reflectie over hoe
persoonlijke voorkeur invloed gehad kan hebben op onderzoek.  positivisme heeft dit
bewustzijn niet.
Reflexiviteit: wees je bewust van de mogelijke invloed die je persoonlijke perspectief en je
waarden gehad kunnen hebben op het onderzoek.
Phenomenology: studie van betekenisgeving van mensen.



Deel 3: twee benaderingen: kwantitatief en kwalitatief onderzoek

Spreektaal: gebruik je getallen of niet?  de een wilt de data transformeren naar getallen, de andere
niet. Formeler:
Kwantitatief: measure objective facts  objectivistisch / positivistisch
Kwalitatief: describe cultural meaning, how social reality is constructed  constructivisme /
interpritivisme

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophievandulmen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.63. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.63  1x  sold
  • (0)
  Add to cart