100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Overeenkomstenrecht (RB0602) $8.89
Add to cart

Summary

Samenvatting Overeenkomstenrecht (RB0602)

 28 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige samenvatting alle leereenheden, 9 behaald

Preview 4 out of 37  pages

  • No
  • Delen zoals behandeld
  • September 15, 2023
  • 37
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Leereenheid 1 Inleiding in het overeenkomstenrecht

Onrechtmatige daad roept rechtsgevolg in het leven, maar is geen rechtshandeling
Iedere overeenkomst (=oorzaak) is een meerzijdige rechtshandeling. Verbintenis=gevolg
Niet iedere rechtshandeling is een overeenkomst.
Liberatoire overeenkomst = tenietdoen van 1 of meer tussen hen bestaande verbintenissen
(≠obligatoire overeenkomst omdat er geen verbintenissen ontstaan)
Reële overeenkomst (bruikleen) = komt pas tot stand bij overdracht goed

3 beginselen contractenrecht
- totstandkoming overeenkomst = consensualisme = vormvrij door wilsovereenstemming (consensus)
partijen (art. 3:37 lid 1 BW) (Gesamtakt = bijv. besluit vergadering kenmerkt zich door
overeenstemmende wilsverklaring die niet afhankelijk van elkaar worden afgelegd);
- gevolg van de overeenkomst = pacta sunt servanda (verbindende kracht) (art. 6:248 lid 1 BW)
(uitzondering=bedenktijd)
- inhoud van de overeenkomst = contractsvrijheid - (art. 6:248 lid 1 BW) ingeperkt door 3:40 BW en
6:162 BW; Arrest Staalman en Horeca –aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid; een
uitdrukkelijke partijafspraak prevaleert boven een aanvullende wetsbepaling of gewoonte. Het
beginsel van contractsvrijheid brengt met zich mee dat uitdrukkelijke of stilzwijgende partijafspraken
slechts door dwingendrechtelijke regelingen opzij kunnen worden gezet.

Gelaagde structuur BW (voorbeeld)
Meerzijdige rechtshandeling – overeenkomst – obligatoire overeenkomst – wederkerige overeenkomst
– koopovereenkomst – consumentenkoop

Leereenheid 2 Wil, verklaring en vertrouwen

Totstandkoming overeenkomst
Arrest Misverstand - of al of niet een overeenkomst tot stand is gekomen (en/of er sprake is van een
misverstand) hangt in beginsel af van wat beiden hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en
gedragingen, overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze
mochten toekennen, hebben afgeleid;
a. ene betekenis meer voor de hand ligt
b. een vaststaande technische betekenis bestaat en mocht verwachten dat ook de andere partij deze
betekenis zou kennen
c. de andere partij zich had voorzien van deskundige bijstand en de wederpartij mocht verwachten dat
deze die betekenis kende en die andere partij voorlichtte
d. één betekenis zou leiden tot een resultaat dat met hetgeen pp met de overeenkomst beoogden
minder goed zou zijn te rijmen
(indien geen van beide partijen erop mocht vertrouwen dat er een overeenkomst tot stand was gekomen in de betekenis die zij
daaraan toekenden, komt er geen overeenkomst tot stand)

Mogelijkheid tot laten toetsen door rechter, dan link met Haviltexarrest (in geval van een misverstand
wordt naast totstandkomingsvraag ook direct uitlegvraag beantwoord)
Het komt niet aan op de taalkundige uitleg van de bepalingen van het contract, maar gaat het om de
zin die partijen in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen
en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van
belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige
partijen kan worden verwacht.

Conclusie: In casu is goed verdedigbaar dat de overeenkomst in de zin van de opvatting van … moet
worden uitgelegd.




1

,Gesimuleerde overeenkomst
Bij absolute simulatie wekken partijen de schijn een bepaalde overeenkomst te hebben gesloten terwijl
tussen partijen in werkelijkheid geen overeenkomst is gesloten. Indien hij C in de koopakte vermelde
koopsom mocht opvatten als de overeengekomen koopsom, mag K geen beroep doen jegens C op de
werkelijke situatie conform 3:36 en geldt tussen hen de gewekte schijn.
Bij relatieve simulatie is er of de schijnovereenkomst die ertoe dient de werkelijke overeenkomst
geheim te houden (bijv. hoger bedrag betalen en lager bedrag in overeenkomst). Schijn is voor degene
die zich beroept de werkelijkheid met de voorwaarde dat hij te goeder trouw is . Dat in strijd met de
werkelijkheid in de koopovereenkomst een lager bedrag is overeengekomen, neemt niet weg dat de
ander in werkelijkheid wel het hogere bedrag schuldig is. Hij zal wel moeten bewijzen dat anders dan
in de koopakte vermeld staat, partijen dit zijn overeengekomen.
Artikel 3:36 BW biedt dus een derde enkel bescherming tegen degene die de schijn in het leven heeft
geroepen waarop de derde is afgegaan.

Geestelijke stoornis
In afwijking van de uit artikel 3:33 BW af te leiden hoofdregel dat in geval van een discrepantie tussen
wil en verklaring de desbetreffende rechtshandeling in beginsel van rechtswege nietig is, bepaalt
artikel 3:34 lid 2 dat een door een geestelijk gestoorde verrichte rechtshandeling die tot een bepaalde
persoon is gericht, vernietigbaar is. Dus rechtshandeling is geldig, maar aantastbaar.

Degene die zich beroept op geestelijke stoornis, zal dit moeten aantonen.
1. Stellen en bewijzen dat hij aan geestelijke stoornis lijdt (verklaring arts)
2. Stellen en bewijzen dat geestelijke stoornis zijn belangen belette of dat verklaring onder
invloed van geestelijke stoornis is gedaan
Teneinde de lastige bewijspositie van de geestelijk gestoorde op dit punt te vergemakkelijken, zeker
bij overeenkomsten onder bezwarende titel, is in 3:34 lid 1, 2 e zin, een wettelijk vermoeden
opgenomen: een verklaring wordt vermoed onder invloed van de stoornis te zijn gedaan, indien de
rechtshandeling voor de geestelijk gestoorde nadelig was, tenzij het nadeel op het tijdstip van de
rechtshandeling redelijkerwijs niet was te voorzien.

Het is dan aan de ander om tegenbewijs te leveren en zich op 3:35 te beroepen.
De wederpartij wordt niet beschermd indien zij heeft begrepen of heeft moeten begrijpen dat de schijn,
welke door uiterlijk gegeven toestemming werd opgeroepen, niet beantwoordde aan een werkelijk
aanwezige wil (arrest Eelman-Hin). Als wederpartij twijfelde of behoorde te twijfelen, rustte op haar
een onderzoeksplicht (arrest Nolan-van Aalst). Met name het voordeel voor de wederpartij en
ingrijpende gevolgen voor ander (arrest Hajziani en Ben Amran-Silversteyn/overspannen
buschauffeur) zijn van belang voor onderzoeksplicht.
Of er sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen moet worden beoordeeld aan de hand van de
omstandigheden van het geval:
- wist B van A dat hij onder invloed van geestelijke stoornis was
- heeft A een veel te lage prijs genoemd

Toepassing van 3:35 kan echter onder omstandigheden worden geblokkeerd door de beperkende
werking van de redelijkheid en billijkheid aldus Westhof-Spronsen (i.c. werknemer wel deskundige
partij en mondeling verklaring kwam van werknemer zelf en niet vanuit werkgever opgesteld).
Indien er sprake is van een overeenkomst anders dan om niet, is succesvol beroep op redelijkheid en
billijkheid niet aannemelijk. De omstandigheid dat de koopprijs lager is bijvoorbeeld doet hier niet aan
af. Bij deze overeenkomsten prevaleren de eisen van het rechtsverkeer die nopen tot onverkorte
toepassing van 3:35 (arrest Eelman-Hin).

Indien A nog geen beroep heeft gedaan op geestelijke stoornis, kan B om zijn eigen onzekerheid weg
te laten nemen een redelijke termijn stellen om te kiezen tussen bevestiging en vernietiging. Een
beroep op datgene vervalt dan als de redelijke termijn is gepasseerd.




2

,Leereenheid 3 Totstandkoming van overeenkomsten

Hoofdregel
Het …. is een aanbod (eenzijdig gerichte rechtshandeling). Door aanvaarding van het aanbod komt er
aldus 6:217 lid 1 BW een overeenkomst tot stand.
Indien A stelt en bewijst dat er sprake is van een vergissing, is het aanbod nietig vanwege een
discrepantie tussen wil en verklaring (3:33). Dan kan B een beroep doen op 3:35, dat hij niet wist of
behoorde te weten (=gerechtvaardigd vertrouwen zijnde te goeder trouw).
Bij eenzijdige rechtshandelingen geldt voor vertrouwensbescherming niet als extra vereiste dat de te
beschermen partij in het gerechtvaardigd vertrouwen op de geldigheid van de handeling iets heeft
gedaan (of nagelaten) waardoor zij bij ongedaanmaking van de handeling in een ongunstiger toestand
zou zijn gekomen dan waarin zij zonder die handeling zou zijn geweest.

Op deze hoofdregel bestaan twee uitzonderingen (art. 6:225, tweede en derde lid, BW):
• indien de aanvaarding slechts op ondergeschikte punten afwijkt van het aanbod, komt een
overeenkomst tot stand waarvan de inhoud wordt bepaald door deze aanvaarding. De aanbieder heeft
echter de bevoegdheid om onverwijld na ontvangst van deze afwijkende aanvaarding bezwaar te
maken tegen de verschillen. Door het bezwaar vervalt het oorspronkelijke aanbod en geldt de
afwijkende aanvaarding als een nieuw aanbod.
• indien aanbod en aanvaarding verwijzen naar verschillende Algemene Voorwaarden (battle of
forms). AV aanbieder gaan voor AV aanvaarder.

Aanbod
Een schriftelijk aanbod geldt ingevolge artikel 6:221, eerste lid, BW voor een redelijke tijd (gebruik
verkeersopvatting – wat is gebruikelijk), waardoor het aanbod onherroepelijk wordt. De koop van een
woning dient altijd ex 7:2 schriftelijk te worden aangegaan (als wederzijdse akte dus brief van een
partij is nog niet voldoende). Indien dit niet geval is, is er geen geldige koopovereenkomst ex 3:32.
Een mondeling aanbod vervalt direct als het niet onmiddellijk wordt aanvaard. In afwijking van deze
regel van aanvullend recht kan het aanbod, indien een termijn is gesteld, blijven gelden tot die datum
die is genoemd. Indien het aanbod echter een verwerping van het aanbod impliceert, vervalt ex 6:221
lid 2 dan ook het aanbod.

Door aanvaarding van het aanbod in de folder kan het publiek tot wie dit aanbod is gericht een
koopovereenkomst met …. tot stand brengen.
Het aanbod kan twee beperkingen bevatten:
• het aanbod geldt tot …(als het een termijn bevat = onherroepelijk; na verstrijken termijn vervalt het
aanbod = ontbindende tijdsbepaling)
• het aanbod geldt zolang de voorraad strekt (of dit gebeurt is onzeker = voorwaarde (art. 3:38, eerste
lid, BW = door het in vervulling gaan van de voorwaarde vervalt het aanbod).

In het arrest Hofland-Hennis besliste de HR dat een advertentie waarin een individueel bepaalde zaak
voor een bepaalde prijs te koop wordt aangeboden, zich in beginsel niet ertoe leent door eventuele
gegadigden als een vrijblijvend aanbod te worden opgevat, maar slechts als een uitnodiging om in
onderhandelingen te treden. Voor de beoordeling van de vraag of er sprake is van een aanbod is
immers ook de persoon van de gegadigde van belang en speelt niet alleen de prijs maar tevens
eventuele verdere voorwaarden van de koop een rol. De aanvaarding van een dergelijke uitnodiging
leidt tot de totstandkoming van een overeenkomst, maar kan hooguit gezien worden als een aanbod
van een potentiële koper. Een beroep op vertrouwensbescherming (3:35) is niet aan de orde, omdat er
geen rechtshandeling/overeenkomst is waarop hij kon vertrouwen. Een plakkaat op het raam is tevens
een verklaring/mededeling die in iedere vorm kunnen geschieden aldus 3:37 lid 1.

Herroeping/intrekking
In beginsel heeft de aanbieder de bevoegdheid om het aanbod te herroepen en daarmee de
mogelijkheid om aan zijn gebondenheid een einde te maken (art. 6:219, eerste lid, BW). Indien het
aanbod een termijn voor aanvaarding inhoudt, is deze niet te herroepen. Herroeping impliceert dat er


3

, een aanbod is. Herroeping kan slechts geschieden zolang aanbod niet is aanvaard en evenmin een
mededeling houdende de aanvaarding is verzonden, hetgeen geldt als uitzondering op de
ontvangsttheorie van 3:37.
In de periode die gelegen is tussen verzending en ontvangst van het aanbod, heeft het aanbod nog geen
werking. Dus bij spijt in periode tussen verzending en ontvangst is slechts intrekking mogelijk. De
intrekking, een gerichte eenzijdige rechtshandeling waarop artikel 3:37, derde lid, BW van toepassing
is, verhindert dat een verzonden verklaring rechtsgevolg teweegbrengt. Ex artikel 3:37, vijfde lid, BW
moet intrekking van een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring, om haar werking te hebben die
persoon eerder dan of gelijktijdig met de ingetrokken verklaring bereiken. Mondeling aanbod is direct
dus intrekking niet aan de orde.

Aanvaarding
Een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring moet, om haar werking te hebben, die persoon
hebben bereikt. Indien afwijzing verminkt is aangekomen geldt: verklaring geldt zoals deze ter kennis
komt van de ontvanger, tenzij de gevolgde wijze van overbrenging door de ontvanger is bepaald. Dan
is het ter kennis gekomen geen verklaring en is er dus geen “wil die zich door verklaring heeft
geopenbaard” (3:33) en dan dus geen aanvaarding. Dan kan ook 3:35 niet worden ingeroepen.
Benoem door wiens handelen niet tijdigheid is veroorzaakt.
Benoem wie soort wijze van ontvangst heeft bepaald.

Arrest Poortvliet-Zeebeleg = een telefonische aanvaarding was gezien de wijze waarop het aanbod
was gedaan de meest aangewezen weg. Beslissend element was korte tijdsbestek. Mislukte pogingen
zijn dan voor rekening van aanbieder. Artikel 6:224 BW bepaalt dat de overeenkomst tot stand komt
op het tijdstip dat deze tot stand zou zijn gekomen als de storende omstandigheid er niet was geweest.
Arrest van Rhee/ING Bank stelt dat afzender moet bewijzen dat brief juist en tijdig was aangetekend,
ondanks dat wijze van aanvaarding is bepaald door andere partij

Precontractuele fase
Er zijn twee mogelijkheden als het contact stopt, of er is tussen partijen een overeenkomst (art.
6:213, eerste lid, BW) tot stand gekomen, dan wel er is sprake van afgebroken
onderhandelingen. Uitsluitend indien er sprake is van een overeenkomst kan ex artikel 3:296
BW nakoming van een uit overeenkomst voortvloeiende verbintenis vorderen.
Beoordeel: is in casu sprake van een zogenaamde rompovereenkomst. Daarbij is niet beslissend
of partijen nog over ‘een of meer overgebleven punten’ onderhandelen. In de eerste plaats
(bepaalbaarheidseis van 6:227) moeten de punten waarover partijen het eens zijn de essentialia
van de overeenkomst omvatten, dat wil zeggen ex artikel 6:248, eerste lid, BW moeten de
leemten die de overeenkomst vertoont kunnen worden opgevuld. Een prijs is geen essentialia van
een koopovereenkomst (art. 7:4 BW). In de tweede plaats gaat het erom wat de bedoeling van
partijen is om zich te binden, dat noodzakelijk is dat partijen elkaars verklaringen en
gedragingen in de gegeven omstandigheden zo mogen begrijpen, dat zij aan het tot dan toe
bereikte onderhandelingsresultaat inderdaad reeds gebonden zullen zijn. Daarbij zijn twee
gegevens van belang, namelijk de betekenis van hetgeen wel en niet is geregeld is (er kan dus van
de totstandkoming van de rompovereenkomst geen sprake zijn, zolang partijen het over dat
punt niet eens zijn geworden) en het al of niet bestaan van het voornemen tot verder
onderhandelen. De vraag is dus of de ontruimingstermijn voor A zo essentieel is dat de
overeenkomst nog kan afstuiten.

Indien geen overeenkomst wordt aangenomen is er sprake van afgebroken onderhandelingen.

Onderhandelende partijen die in onderhandeling treden, zijn verplicht hun gedrag mede laten
bepalen door elkaars gerechtvaardigde belangen (arrest Baris-Riezenkamp). Ieder van hen is vrij
de onderhandelingen af te breken, tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van
de wederpartij in het totstandkomen van de overeenkomst of in verband met de overige
omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn (o.a. arresten Plas-Valburg, VSH-Shell
en CBB/JPO Projecten).


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimmhokke. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$8.89
  • (0)
Add to cart
Added