100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting tekst interviewen $4.88   Add to cart

Summary

Samenvatting tekst interviewen

 88 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de te kennen teksten rond interview ikv het vak interview- en observatievaardigheden van Prof. De Gieter

Preview 6 out of 13  pages

  • July 22, 2017
  • 13
  • 2016/2017
  • Summary
avatar-seller
INTERVIEWEN

1. Wat is een interview?

1.1 Soorten kwalitatieve interviews

De eerste en meest gebruikte vorm van indeling is het continuüm van formalisering.
Aan de ene zijde bevindt zich het vrije attitude-interview of de vrije conversatie. Daarbij is er geen
enkele vorm van voorbereiding en gebeurt het interview in een zo natuurlijk mogelijke setting. Er is
een minimale garantie dat de centrale onderzoeksthema’s aan bod komen.
In de laatse vorm van kwalitatief interviewen worden echte vragen ontwikkeld die door de
interviewer gesteld kunnen worden. Dit is een gestandaardiseerd open interview of een semi-
gestructureerd interview. Het voordeel hiervan is
- een nog sterkere standaardisering van het interview over de verschilende respondenten
heen
- een duidelijke interviewleidraad
Het nadeel is dat het vragenprotocol een té strak keurslijf wordt, waardoor het vrije en open karakter
van het interview bedreigd wordt.

1.2 Kenmerken van het kwalitatieve interview

1. Flexibiliteit in aanpak

a) Externe flexibiliteit
- Fasen van interviewen en fasen van analyseren wisselen elkaar af
- De structuur en de inhoud worden aangepast aan de resultaten van de analyses
b) Interne flexibiliteit
- Ook al leggen we bij onze voorbereiding een bepaalde volgorde van vragen en thema’s vast,
deze moeten steeds inwisselbaar zijn tijdens het interview zelf.
- Het doel van het kwalitatief onderzoek is om diepte te krijgen in het verhaal van de
respondent, waardoor de IV zich zo veel mogelijk dient aan te passen aan de GI.

2. Interactief

De GI stuurt ahw het interview. De IV moet er enkel over waken dat het interview niet te ver
afdwaalt. Op welke manier de IV tot zijn antwoorden komt hangt af van de interactie tss IV
en GI.

3. Een non-directieve interviewstijl

De bezorgdheid van kwalitatieve interviewers is om zo weinig mogelijk het gesprek te sturen
en zo sterk mogelijk het verhaal van de respondent centraal te zetten. Dit gebeurt vnl door
het hanteren van non-directieve interviewtechnieken.

4. Face-to-face

Kwalitatief interviewen gebeurt ‘face-to-face’. Er is een directe interactie noodzakelijk tss IV
en GI.
Er moet een vertrouwensband groeien in het gesprek opdat het verhaal de nodige diepgang
zou krijgen en dat is bijzonder moeilijk, zoniet onmogelijk realiseerbaar in een telefonische of
virtuele verbinding.


1

, 2. De kwalitatieve interviewer

Is iemand die in staat is om een interview flexibel, interactief en diepgaand te laten verlopen.
De belangrijkste aspecten van de interviewerrol zijn:

1. Organisatorische talenten
- In staat zijn om de ideale omstandheden te creëren voor het interview
- Stevig voorbereid zijn
- De topiclijst of het vragenprotocol moet op punt staan
- Technische apparatuur moet werken, en weten hoe ze te bedienen
- Een goede interviewopstelling kiezen
- Storende elementen zoveel mogelijk uitschakelen

2. Inhoudelijke talenten
- De IV moet goed op de hoogte zijn van de probleemstelling vh onderzoek.
- Een gezonde dosis nieuwsgierigheid
- De academische realiteit kunnen vertalen naar de leefwereld van de GI

3. Interviewtechnische talenten
- In staat zijn om non-directief door te vragen
- Om te GI aan te moedigen in zijn verhaal
- Om zelf het interview niet te willen sturen
- Actief kunnen luisteren
- In staat zijn om snel beslissingen te kunnen nemen over wendingen in het interview

4. Sociaal-emotionele talenten
- In staat zijn om een zekere band te ontwikkelen met de GI.
- Er moet in het gesprek een vertrouwensband groeien, waardoor de GI zich veilig voelt om
zijn info door te geven aan de IV
- Respectvol en op staan tav de GI

3. Het interveiw voorbereiden

3.1 vragenprotocollen en topiclijsten

3.1.1 Vragenlijsten in kwalitatief onderzoek

- Een gestructureerd interview wordt gebruikt in kwantitatief onderzoek en omvat vragen
waarop de respondenten met vooraf bepaalde antwoordmogelijkheden kunnen
antwoorden.
- Het open interview, het vrije attitude-interview of de vrije conversatie is een niterviewvorm
die helemaal aansluit bij de dagelijkse conversatie. Er wordt mss enkel een algemeen thema
aangereikt door de IV, maar verder komt alles van de respondent.
- In het kwalitatief onderzoek wordt vaak gebruikgemaakt van een interviewvorm die we een
semi-gestructureerd interview zouden kunnen noemen. Dwz dat de IV het interview heeft
voorbereid en in grote lijnen heeft gestructureerd, terwijl er toch ruim plaats blijft voor de
respondent om het interview in te vullen.
- Een drop-off: een korte gesloten vragenlijst voor de GI om enkele achtergrondgegevens te
krijgen die voor alle respondenten gestandaardiseerd worden
- Een topiclijst is beperkt en bestaat uit een lijst van onderwerpen die in de loop van het
interview aan bod moeten komen.
- Het vragenprotocol bevat een lijst niet uitgeschreven vragen die in spreektaal zijn opgesteld

2

,3.1.2 Kernelementen in een kwalitatieve vragenlijst

Onderdelen die herhaaldelijk in kwalitatieve vragenlijsten hernomen worden:

1. De doelstelling van het onderzoek
- Door de doelstelling van het onderzoek zo centraal vooraan te plaatsen, wordt de IV
onmiddellijk herinnerd aan de centrale taak die hem bij het interviewen te doen staat.

2. De hoofdvragen
- Dit zijn de vragen die de onderzoeker in zijn studie beantwoord wil zien.
- Ze dienen ruim van aard te zijn
- Het zijn vragen die de respondent uitnodigen om te beginnen vertellen.
- Aan de andere kant mogen ze niet té ruim zijn omdat de respondent niet tever van het
onderwerp zelf mag afdwalen.
1) Hij moet ervoor zorgen dat zijn vragen zijn volledige onderzoeksobject bestrijken
2) De volgorde van de hoofdvragen moet logisch en flexibel zijn
3) De hoofdvragen moeten passen in het onderzoeksopzet en de onderzoeksfase waarin
het interveiw afgenomen wordt.

3. Instructies en doorvragen
- Ook al stelt een IV mooi zijn hoofdvragen, de GI antwoordt mss niet steeds zoals de
onderzoeker dat verwacht. Met doorvragen los je deze problemen in een aantal gevallen op.

4. De volgorde van vragen

A. Openingsvraag respondenten raken gewend aan de interviewsituatie en
Voelen zich betrokken
B. Inleidingsvraag het gesprek wordt geopend
C. Transitievragen het gesprek wordt langzaam naar de kern van het onderwerp
Gestuurd
D. Sleutelvragen Het gesprek gaat over het onderzoeksonderwerp
E. Besluitende vragen De IV krijgt een inzicht in het gewicht dat elk van de
Aangesneden onderwerpen heeft en het gesprek wordt
afgesloten

A. De openingsvraag
- De eerste vraag is bedoeld om het gesprek te openen
- De openingsvraag moet het ijs wat breken en moet de GI een stapje dichter brengen.
Daarom gaat de openingsvraag meestal over een voorstelling van zichzelf obv wat feitelijk
materiaal, woonplaats, beroep, hobby’s...

B. De inleidingsvraag
- Hiermee wordt de eigenlijke discussie geopend.
- De vraag peilt naar een algemene opinie over het onderzoeksonderwerp
- Deze vraag is zo algemeen dat het niet moeilijk mag zijn om er op te antwoorden

C. Transitievragen
- Leiden de discussie van het algemene niveau naar de meer specifieke kern van het gesprek in
de volgende fase.
- Ze verbinden de GI met het onderwerp door te peilen naar de persoonlijke ervaringen die de
respondenten hebben of gehad hebben met het onderwerp.


3

, D. Sleutelvragen
- Zijn de vragen die de onderzoeker mbv het interview beantwoord wil zien

E. Besluitende vragen
- Men zou kunnen denken dat besluitende vragen het gesprek afronden en de GI bedanken
voor hun medewerking, maar ze doen veel meer dan dat!

a) Overzichtsvragen
 Peilen naar het gewicht dat een respondent hecht aan de besproken onderwerpen
 Mss zijn ze nog vaster gaan geloven in hun eigen opvattingen, mss hebben ze nieuwe
belangrijke elementen in de discussie gehoord en zijn ze van mening veranderd.
 Peilen naar de verhouding van alle elementen die tijdens de bespreking van de
sleutelvragen naar voor gebracht werden
 “van alle zaken die nu aan bod gekomen zijn, welke is daarvan het meest belangrijk
voor jou?”

b) Samenvattende vragen
 De IV geeft een korte samenvatting van het gesprek en vraagt dan aan de GI of ze het
ermee eens zijn.

c) Eindvragen
 Peilt naar elementen die niet aan bod zijn geweest
 “hebben we tijdens ons gesprek iets over het hoofd gezien?”

3.2 Soorten vragen in het interview

3.2.1 De inhoud van de vragen

1. Ervarings- en gedragsvragen
- Gaat over concrete gedragingen of dingen die de GI heeft meegemaakt
- Gaat over eenvoudig, observeerbare of traceerbare dingen

2. Vragen naar opnies en waarden
- Opinies en waarden zijn dieper verborgen motoren van gedrag. Deze vragen gaan over hoe
mensen oordelen in hun leven
- Opinievragen gaan over houdingen die mensen innemen, intenties die ze hebben of opinies
die ze dragen.

3. Vragen naar gevoelens
- Hoe iemand over iets denkt of welke emoties iemand meegemaakt heeft, dragen vaak bij tot
belangrijke inzichten in kwalitatief onderzoek.

4. Kennisvragen
- Soms kan het nodig zijn om bij de GI te peilen naar zijn kennisniveau

5. Vragen naar zintuiglijke waarnemingen
- Wat een GI heeft gezien, gehoord, geroken of gevoeld kan een perfecte opstap zijn naar een
gespreksthema. De stimulus van zintuiglijke ervaringen dient om respondenten bepaalde
situaties terug voor de geest te halen en om daarvan te vertrekken in hun verhaal.

6. Achtergrond (sociodemografische) vragen


4

, - Leeftijd, geslacht, gezinssamenstelling of werksituatie

3.2 Vraagvormen

De IV kan vraagvormen gebruiken die een actievere participatie van de respondent vragen:

1. Vignetten
- Een vignette is een uitgeschreven voorbeeldsituatie, waarbij de respondent gevraagd wordt
hoe hij zou reageren in die situatie of wat hij ervan vindt

2. Sorteervragen
- De GI krijgt een reeks kaartjes met termen of situaties en moet deze, afhankelijk van het
onderwerp, sorteren in een bepaalde volgorde.
- Waar het op aan komt is dat het sorteren een aanknopingspunt is om het gesprek op gang te
brengen.

3. Foto-elicitatie en materiaal voorleggen
- Ipv vragen te stellen over de foto’s of de voorwerpen, wordt de GI gevraagd stelling in te
nemen of te praten over gevoelens die het materiaal oproepen.

3.3 Toestemming krijgen voor het interview

3.4 De ruimtelijke organisatie van een interview

Belangrijk bij de inrichting van de ruimte is de plaats waar beide gesprekspartners plaats zullen
nemen. Daarbij wordt aangeraden om het frontaal tegenover elkaar zitten zoveel mogelijk te
vermijden. Een hoek van 90° of minder is het meest aangenaam voor beide partijen.
Wanneer men frontaal tegenover elkaar zit, wordt het moeilijk om van elkaar weg te kijken, zonder
dat het erop lijkt dat men de blik van de ander wil ontwijken. Recht tegenover elkaar aan een tafel
zitten heeft immers een remmend effect.
De hele omgeving moet uitnodigen tot een interview. Dwz dat er niet te veel lawaai mag zijn. Een
rustige omgeving geeft de beste resultaten.
Ook de aanwezigheid van derden dient vermeden te worden.


4. Het interview uitvoeren

4.1 De introductie van een interview

- Om een interview goed te laten verlopen is de introductie van het gesprek cruciaal/
- Ook al heeft de IV bij het eerste contact al duidelijk gemaakt waarover het interview zal gaan
en hoe het zal verlopen, hij moet dit bij het begin van het eigenlijke gesprek nog eens op een
rij zetten.
- Naast de situering van het onderzoek kan ook een inleidend babbeltj nodig zijn om de
respindent te leren kennen en om zijn bereidheid aan het gesprek te verhogen. Bovendien
breken de koetjes en kalfjes het ijs en is er een optimale sfeer om aan het gesprek te
beginnen.




5

, 4.2 Interviewen is meer dan vragen stellen alleen

4.2.1 Paralinhuïstisch gedrag

- De wijze waarop de IV zijn vragen stelt is van belang voo het verloop van het interview. Er
wordt in dit verband gesproken van non-verbaal gedrag van de IV en de paralinguïstische
aspecten van zijn taalgebruik:

1. Spreektempo
- Het ideale spreektempo is eerder aan de trage kant, omdat de GI de woorden tot zich moet
kunnen laten doordringen.
- Het doelbewust vertragen van het tempo aan het einde van de vraag geeft de GI een teken
dat hij moet overnemen.

2. Accentueringen
- De IV zal vanzelf accenten leggen in de vragen die hij stelt. Hierdoor kan hij ervoor zorgen dat
vragen beter uitkomen.

3. Volume en articulering
- Hebben met verstaanbaarheid te maken.
- Net zoals met spreektempo kan het dempen van het spreekvolume een manier zijn voor de
IV om aan de GI duidelijk te maken dat hij uitgesproken is.

4. Melodie
- De evocatieve stemmelodie is het verschijnsel waarbij iemand bij het stellen van een vraagn
zijn stem op het einde van de vraag de hoogte in doet gaan.
- De IV probeert het best om geen inspanningen op dit vlak te doen en zo natuurlijk mogelijk
zijn vragen te stellen.

5. Stopwoordjes
- In een interview kunnen stopwoordjes behoorlijk lastig zijn en communicatieremmind
werken. Het is daarom aangewezen dat een IV zijn eigen stopwoordjes leert kennen en
indien mogelijk beheersen.

4.2.2 Non-verbaal gedrag

Non-verbaal gedrag wijst op die aspecten van de communicatie die niet met de stem te maken
hebben.

1. Kijkrichting
- Oogcontact is zeer belangrijk voor de IV
- Tijdens het vragen stellen kan de IV in het oog houden of de GI luistert naar zijn vraag en kan
hij tekenen van onbegrip snel waarnemen
- Tijdens het antwoorden geeft het oogcontact ok aan dat de IV mee is het met verhaal van de
GI en dat hij geïnteresseerd is.

2. Praten met je handen
- Sommige personen maken veel gebruik van bewegingen en kunnen op die manier vragen
ook kracht bijzetten.
- Bovendien is het gebruik van gebaren ook een belangrijk element in het begrijpbaar maken
van de vragen.


6

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ghanneke. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67232 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.88  2x  sold
  • (0)
  Add to cart