Inleiding tot het internationaal en Europees recht (B001690)
Summary
Samenvatting Internationaal recht - DEEL V (17/20)
54 views 1 purchase
Course
Inleiding tot het internationaal en Europees recht (B001690)
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Book
Inleiding tot het internationaal recht
Dit is samenvatting van lesnotities en boek (deel V). Lessen werden bekeken met lesopname dus zijn notities zijn uitvoerig!!! Na het leren van deze samenvatting was het examen zeer makkelijk en één van de makkelijkste van het eerste jaar!!
Inleiding tot het internationaal en Europees recht (B001690)
All documents for this subject (23)
Seller
Follow
amina05
Reviews received
Content preview
DEEL V. STATEN
HOOFDSTUK 1. INLEIDING - SUBJECTEN VAN INTERNATIONAAL RECHT
Volkenrechtelijke subjecten of subjecten van het IR zijn de entiteiten of personen waarvan het IR erkend dat
zijn internationale rechtspersoonlijkheid bezitten m.a.w. dat ze drager zijn van rechten en plichten onder het
internationaal recht. Het begrip verwijst ook naar de mate waarin deze entiteiten of personen kunnen
bijdragen tot de vorming van het IR, de mate waarin ze beroep kunnen doen op voorrechten of immuniteiten
en de toegang tot internationale geschillenbeslechtingsmechanismen
Traditioneel waren staten de enige entiteit met IR rechtspersoonlijkheid. Ook vandaag voornaamste actor in
de IR rechtsorde → zijn de enige actoren met volle en oorspronkelijke internationale rechtspersoonlijkheid.
- Alleen staten kunnen volgens art. 4 van HVN lid worden van de VN → IO’s kunnen slechts
waarnemersstatus krijgen
- Alleen staten kunnen volgens art. 34 Stat. IGH een geschil aanhangig maken bij het IGH
TOCH gaande weg erkend dat staten niet de enige entiteiten zijn die zekere vorm van IR RP’heid genieten.
- In 1949 erkende het IGH, in een advies n.a.v. de moord op VN-bemiddelaar Folke Bernadotte, dat VN
bevoegd was om een schadeclaim in te stellen tegen overheid voor schade toegebracht aan één van
haar vertegenwoordigers in het kan van de uitoefening van diens taak. Het hof zei dat “the subjects of
law in any legal system are not necessarily identical in their nature or in the extent of their rights, and
their nature depends upon the needs of the community” → dit citaat erkent dat internationale
rechtspersoonlijkheid verschillende vormen kan aannemen naargelang hun noodzaak
PAS OP: hou in het oog dat andere subjecten van IR, andere dan staten, steeds een “afgeleide” internationale
rechtspersoonlijkheid bezitten. Ze genieten maar van die rechten of immuniteiten die de staat haar toekent.
- IO’s kunnen bv. slechts verdragen aangaan of bindende beslissingen nemen in de mate dat staten
haar deze bevoegdheden toekent
- Individuen hebben maar toegang tot internationale geschillenbeslechtingsmechanisme indien staten
deze mogelijkheid voorzien
HOOFDSTUK 2. STATEN EN HUN TOTSTANDK OMING
AFDELING 1. WAT IS EEN ‘STAAT’?
De ledenlijst van de VN vormt een nuttige indicatie om de verschillende staten te identificeren die deel uit
maken de van de IR gemeenschap. Anderzijds biedt ze geen uitsluitend bewijs bv. Zwitserland treedt pas in
2002 toe tot de VN maar niemand betwiste dat Zwitserland voor de toetreding een “volwaardige” staat was.
1
,Staten moeten aan bepaalde criteria voldoen om in theorie een staat te kunnen zijn. Vaak gebruikt hiervoor is
artikel 1 van het Montevideoverdrag inzake de rechten en plichten van een staat (1933)
Constitutieve bestanddelen om te kunnen spreken van een staat:
- Permanente bevolking (met nationaliteitsband, ius soli/ius sanguinis → soevereine aangelegenheid)
o Vereiste sluit uit dat bv. Antarctica een staat kan vormen
o Een beperkt aantal inwoners sluit niet uit dat er geen sprake is van een staat
o Niet vereist dat die groep verwant is qua etniciteit, taal, cultuur of religie (homogeniteit irrel.)
- Afgebakend gebied (in ons geval: tussen Noordzee, Luxemburg, Duitsland, Nederland, Frankrijk)
o Grondgebied waarop staat haar jurisdictie/rechtsmacht kan uitoefenen, bevat landmassa,
ondergrond, territoriale zee, interne wateren (meren, beken, etc.) en het luchtruim.
o Beperkte omvang vormt geen probleem, net zoals er bij de bevolkingsvereiste geen
kwalitatieve ondergrens is
o Grondgebied hoeft niet uit één enkel aaneengesloten stuk te bestaan
o Grondgebied hoeft niet definitief vast te staan, grenzen zijn veranderlijk in tijd
▪ gebeurt soms dat grondgebied verandert bv. BE - NL hebben stukjes omgewisseld
▪ grensgeschillen komen voor → belet niet dat er sprake is van een staat ZOLANG er
een duidelijke territoriale kern is volgens het IGH in de North Sea Cont. Shelf zaak
o Verdrag van Maastricht (1843) legde grens tussen BE en NL vast – niet verwarren met die van
de EU – Verdrag van Maastricht in 1992 ondertekend ter oprichting van de Europese Unie
▪ De grenzen van BE waren pas 13 jaar na onafhankelijkheid vastgelegd – BE en
verenigd koninkrijk der Nederland waren i/h begin in oorlog want koninkrijk betwiste
dat die zuidelijke provincies een nieuwe staat waren geworden, ze zag BE als
opstandige provincies – grenzen tussen NL en BE pas definitief vastgelegd in 1843 (bij
verdrag van Maastricht)
- Effectieve overheid/regering (van belang omdat die elementaire zaken in de staat uitvoert nl. wetten
maken, recht spreken, wetten uitvoeren, besturen, …)
o De regering moet een zekere mate van effectief gezag hebben over het grondgebied en dus
instaan voor de interne orde en stabiliteit
▪ TOCH zien we dat er moment zijn geweest dat gebieden als staat erkend werden
terwijl delen van hun grondgebied nog werden gecontroleerd door niet-
regeringstroepen bv. Kroatië
o Eens een staat tot stand is gekomen zal een latere tijdelijke verstoring in het effectieve gezag
de klok niet terugdraaien → waarom? De internationale rechtsorde hecht veel belang aan
stabiliteit en continuïteit – eens een staat bestaat, is er een sterk vermoeden dat dit zo blijft
▪ Een periode van politieke instabiliteit of een staatsgreep doet geen afbreuk aan het
soevereine karakter van een staat
2
, • bv. Libië – lange burgeroorlog nog steeds niet helemaal opgelost – op een
bepaald moment kon je je de vraag stellen is er een effectieve overheid –
het is niet omdat een staat gedurende een bepaalde periode niet over een
effectieve overheid beschikt die de elementaire taken uitvoert dat hij
ophoudt te bestaan
• In de jaren 90 heeft men dit zich afgevraagd bij Somalië omdat er geen
effectieve overheid was, enkel krijgsbenden maar dat resulteerde niet in het
ophouden van zijn bestaan -> eens een staat bestaat kan hij maar in
beperkte omstandigheden terug worden ongedaan gemaakt
o Somalië is onmiskenbaar een falende staat
- Onafhankelijkheid (de staat moet onafhankelijk kunnen interageren met andere staten – hij moet
soeverein zijn) -> staat moet op eigen houtje kunnen deelnemen aan het internationaal rechtsverkeer
o Bv. diplomatie, lidmaatschap VN, talloze verdragen sluiten … → staat moet internationale
betrekkingen kunnen aangaan met andere staten
o De capaciteit hebben om internationale betrekking aan te gaan is noodzakelijk om van een
staat te kunnen spreken maar niet voldoende op zich
▪ Ook de deelstaten in BE kunnen verdragen sluiten binnen hun exclusieve
bevoegdheid (zaken waar zij alleen voor bevoegd zijn) bv. Schelden Verdrag tussen
Vlaanderen en NL – zijn ze daarom staten? Nee want die mogelijkheid omdat te doen
wordt voorzien in BE grondwet – de grondwet laat het toe, het vloeit niet voort uit
het feit dat ze een soevereine staat zijn!!!!! → onafhankelijkheid verondersteld dat
de entiteit autonoom de capaciteit heeft om externe betrekkingen aan te gaan,
zonder daarbij onderworpen te zijn aan gezag van een staat – deelstaten hebben de
mogelijkheid gekregen van de federale grondwet om verdragen te kunnen sluiten –
dit is niet op autonome basis → onafhankelijkheid vereist dat een entiteit rechtsreeks
onderhevig is aan het IR → deelstaten van een federale staat zijn geen onafhankelijke
staten volgens art. 2 van Montevideoverdrag (federale staat wordt als één
onafhankelijke staat gezien, als één rechtspersoon) → overzeese gebieden idem
▪ Onafhankelijkheid blijft overeind wanneer verschillende staten bij een verdrag een
confederatie oprichten waarbij ze bepaalde bevoegdheden gezamenlijk uitvoeren,
wanneer een staat bepaalde bevoegdheden vrijwillig delegeert aan een andere staat,
wanneer een staat ten dele afhankelijk is van een andere staat of wanneer ze
bevoegdheden overdraagt aan een IO zoals de EU
o Nu rijst de vraag of het wel mogelijk is om als entiteit die nog niet van onafhankelijkheid geniet
en deze niet kan verwerven toch een staat kan worden
o De capaciteit om externe betrekkingen aan te gaan hangt samen met de erkenning door ander
staten, de erkenning is constitutief bestanddeel maar is van groot belang
3
, Zijn er nog andere voorwaarden? Nee, dit zijn de constitutieve bestanddelen die jou in theorie in staat maken,
in de praktijk kan het toch zijn dat je al erkent wordt als staat terwijl niet alle voorwaarden voldaan zijn. Juridisch
gezien dienen deze voorwaarden te zijn voldaan.
PAS OP: of een staat al dan niet een democratie is doet er niet toe om te kunnen worden gezien als een staat
AFDELING 2. HOE KOMEN NIEUWE STATEN TOT STAND?
Behoudens Antarctica, valt alle landmassa vandaag onder één of andere vorm van statelijke soevereiniteit. Op
sommige gebieden berusten nog steeds conflicterend aanspraken van meerdere landen (verschillende staten
maken aanspraken). Behoudens de Zuid Pool (deel van Antarctica) is er geen terra nullius meer, land waarop
geen territoriale aanspraken berusten.
1) Zelfbeschikking in de koloniale context (dekolonisatie)
- Staten die voorheen kolonies waren waarbij het recht op externe zelfbeschikking wordt toegepast
waardoor ze worden afgescheiden van hun “moederstaat”
o Recht op zelfbeschikking stelt dat volken in alle vrijheid hun politieke status kunnen bepalen
en hun ontwikkeling mogen nastreven (= collectief mensenrecht)
▪ Volk = groep van personen met een zekere homogeniteit qua taal, cultuur, religie;…
o Recht op zelfbeschikking werd uitgewerkt door de Amerikaanse President Woodrow Wilson
o Vandaag is recht op zelfbeschikking, sterk verankerd in het VN Handvest (art. 1 (2) en 55) en
in diverse mensenrechtenverdragen (art. 1 BUPO verdrag en ECOSOC verdrag)
o IGH heeft het erkend als een essentieel beginsel van het IR met erga-omnes werking
o Resoluties van AVVN zoals “Declaration on the granting of independence to colonial countries
and people” hebben verder vorm gegeven aan het begrip
▪ Dergelijke instrumenten hebben de gewoonterechtelijke regel gevestigd dat volkeren
onder koloniaal bewind recht hebben om het politieke systeem van hun keuze te
kiezen zonder buitenlandse inmenging. Ze kunnen opteren voor de onafhankelijk,
externe zelfbeschikking maar zijn niet verplicht. Ze kunnen ook opteren voor een
vrijwillige aanhechting aan een bestaande staat, met een beperkte vorm van
zelfbestuur.
- Wanneer men kiest voor de onafhankelijkheid moet men de uti posseditis regel naleven. Wil zeggen
dat bestaande (buiten)grenzen door vroegere koloniale heersers niet ter discussies mogen worden
gesteld. IR gemeenschap houdt van stabiliteit en continuïteit (once agreed, the boundary stands)
- Tientallen kolonies hebben in de loop van de 2e helft van de 20ste E op basis van recht op zelfbeschikking
hun onafhankelijkheid verworden (sommige andere gebieden hebben voor andere oplossing gekozen)
- In 1945 werd in het kader van de VN (en als opvolger van het mandatensysteem onder de Volkenbond)
het “Trustschapsysteem” in het leven geroepen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amina05. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.