Inleiding tot het internationaal en Europees recht (B001690)
Summary
Samenvatting Internationaal recht - deel III (17/20)
40 views 1 purchase
Course
Inleiding tot het internationaal en Europees recht (B001690)
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Book
Inleiding tot het internationaal recht
Dit is samenvatting van lesnotities en boek (deel III). Lessen werden bekeken met lesopname dus zijn notities zijn uitvoerig!!! Na het leren van deze samenvatting was het examen zeer makkelijk en één van de makkelijkste van het eerste jaar!!
inleiding tot het internationaal en europees recht
ugent
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Universiteit Gent (UGent)
Bachelor in de Rechten
Inleiding tot het internationaal en Europees recht (B001690)
All documents for this subject (23)
Seller
Follow
amina05
Reviews received
Content preview
DEEL III: VERDRAGENRECHT
HOOFDSTUK 1: BRONNEN
Verdragen → voornaamste formele bron van internationaal recht
Het verdragsrecht werd vroeger zelf geregeld door het gewoonterecht MAAR dankzij het ILC werd dat
gecodificeerd in 1969 tot het Weens Verdragenverdrag (WVV). Het WVV is in grote mate een codificatie van
het gewoonterecht over verdragen → gevolg: ook van belang voor staten die zelf geen partij zijn bij het WVV.
- PAS OP: veel regels in het WVV hebben een residuaire (aanvullende) werking → d.w.z. dat ze pas van
toepassing zijn in de mate dat partijen een bi- of multilateraal verdrag er niet van afwijken
Wanneer is WVV van toepassing?
- De regels van het WVV zijn maar van toepassing op verdragen die beantwoorden aan de definitie van
artikel 2(1) (a) WVV.
- Conform artikel 5 WVV omvat deze definitie tevens oprichtingsverdragen van IO’s en verdragen
afgesloten binnen IO’s.
Wanneer is WVV niet van toepassing?
- op mondelingen akkoorden
- verdragen gesloten door IO’s
o Voor verdragen gesloten door IO’s kan men verwijzen naar het Weens Verdrag van 1986
inzake het verdragenrecht tussen staten en IO’s en tussen IO’s. De regels van dit verdrag
lopen in grote mate gelijk met die van het WVV en zijn dus voor het grootste deel een
codificatie van het gewoonterecht inzake verdragenrecht. PAS OP: dit verdrag is nog niet in
werking getreden
Bijkomende bron: Weens Verdrag van 1978 inzake Statenopvolging met betrekking tot Verdragen. Dit verdrag
handelt specifiek over de gevolgen van statenopvolging voor de bindende werking van verdragen.
- Statenopvolging is het geheel aan regelingen rond oprichting van een nieuwe staat (de opvolgerstaat)
die voortkomt uit een staat die voorheen erkend werd (de voorgangerstaat) bv. dankzij staten die
fusioneren of een staat die ontstaat dankzij secessie/afscheuring (bv. Als Catalonië zich afscheurt van
Spanje blijft ze dan nog partij bij het verdrag van Lissabon en bijgevolg lid van de EU of niet? NEE)
Bronnen: WVV (1969), Weens Verdrag inzake het verdragenrecht tussen staten en IO’s of tussen IO’s (1986) →
nog niet in werking, gewoonterecht, WV inzake statenopvolging (1978), etc.
Nu bekijken we de voornaamste regels uit het WVV (1969)
1
,HOOFDSTUK 2: TOTSTANDKOMING EN INWERKINGTREDING VAN VERDRAGEN
AFDELING 1: HET SLUITEN VAN EEN VERDRAG
Volgens art. 6 WVV is iedere staat bevoegd tot het sluiten van verdragen. Deze bevoegdheid wordt
geconcretiseerd door het nationaal recht van elke staat.
- Hier in België geldt het principe “in foro interno, in foro externo” = “wie intern bevoegd is, heeft ook
externe (verdragsluitende) bevoegdheid”
o Verdragen die uitsluitend betrekking hebben op de federale bevoegdheden worden
afgesloten door de Koning (de facto de regering)
o Verdragen die uitsluitend betrekking hebben op gemeenschap- of gewestaangelegenheden
worden door de gemeenschaps- of gewestregeringen afgesloten
o Gemengde verdragen hebben een bijzondere regeling waarbij de betrokken overheden op
voet van gelijkheid deel uit maken van de onderhandelingsdelegatie onder leiding van de
federale overheid
Niet-naleving van de interne regels inzake verdragsluitende bevoegdheid betekent niet dat de een afgesloten
verdrag geen bindende gevolgen teweeg zal brengen voor de staat in kwestie.
(1) Onderhandelingen en full powers:
Afsluiten van een verdrag veronderstelt onderhandelingen. Om deel te kunnen nemen aan deze
onderhandelingen dienen overheidsvertegenwoordigers in principe volmacht (full powers) te krijgen om
namens de overheid te handelen en ze moeten deze kunnen voorleggen (art. 7 WVV) TENZIJ uit de
statenpraktijk van een staat of context blijkt niet nodig te zijn.
- Bepaalde personen worden sowieso verondersteld volmacht te hebben om deel te nemen aan
onderhandelingen → ze moeten deze dus niet gaan voorleggen, ze zijn bevoegd
o Dit is zo voor staatshoofden, regeringsleiders en buitenlandministers, hoofden van
diplomatieke missies, geaccrediteerde vertegenwoordigers bij een IO (wanneer het gaat om
een verdrag afgesloten door of binnen de IO waarin ze geaccrediteerd zijn)
(2) Aanneming:
Die uitgewerkte tekst (=verdrag) dient aangenomen te worden (=vastleggen). Volgens art. 9 WVV gebeurt de
aanneming bij “instemming van alle staten” = unanimiteit TENZIJ in internationale conferenties waar 2/3
meerderheid geldt. DE FACTO gebeurt de aanneming veel bij consensus = algemeen akkoord = zonder stemming.
- De aanneming betekent nog niet dat het verdrag bindende gevolgen teweeg brengt voor
deelnemende staten → daarvoor is een bijkomende instemming vereist nl. instemming om door het
verdrag gebonden te zijn → aanneming activeert de procedurele bepalingen van het verdrag bv. over
de inwerkintreding, de rol van de depositaris (= degene die alle praktische administratieve zaken regelt)
2
,(3) Authentificatie:
De authentificatie is de formele stap waarbij de tekst in zijn definitieve vorm wordt vastgelegd. Tenzij anders
overeengekomen gebeurt dit bij ondertekening of parafering door de vertegenwoordigers van de betrokken
staten (art. 10 WVV).
AFDELING 2: INSTEMMING OM DOOR HET VERDRAG GEBONDEN TE ZIJN
Verdragen zijn alleen bindend voor staten die instemmen om erdoor gebonden te zijn. Die instemming kan
worden gegeven door: ondertekening, uitwisseling van akten die een verdrag vormen, door bekrachtiging,
aanvaarding, goedkeuring of toetreding of door ieder ander overeengekomen middel (art. 11 WVV)
ONDERTEKENING (Art. 12 WVV) ondertekening moet als instemming worden gezien indien:
(minst formele - Het verdrag dat expliciet voorziet
wijze om in te - De staten die aan de onderhandelingen hebben deelgenomen dit zijn
stemmen) overeengekomen
- Wanneer een staat te kennen heeft gegeven dat haar ondertekening als
dusdanig moet geïnterpreteerd worden
Gevolgen:
- ondertekening moet dan worden gezien als zowel “authentificatie’ als
“instemming”
- men spreekt dan van akkoorden in vereenvoudigde vorm (accord en forme
simplifiée/executive agreement)
Deze methode wordt vaak gebruikt voor bilaterale verdragen of verdragen met een
beperkt aantal verdragspartijen. Soms wordt gebruik gemaakt van een
ondertekening ‘ad referendum’, dan wordt er nog en definitieve bevestiging van
instemming behoeft.
BEKRACHTIGING In vele gevallen is de ondertekening onvoldoende, ze geldt enkel voor
OF RATIFICATIE authentificatie. Er is nog een bijkomende formele stap voorzien om “instemming” te
verlenen nl. de bekrachtiging of ratificatie. Dit is een plechtige rechtshandeling
waarbij de staat haar instemming betuigt (art. 14 WVV)
- Bij bilaterale verdragen worden de akten van de bekrachtiging onderling
uitgewisseld.
- Bij multilaterale verdragen worden deze neergelegd bij de depositaris
Doel/finaliteit van de bekrachtiging was vroeger om staten in de gelegenheid te
stellen te verifiëren of hun vertegenwoordigers hun boekje niet te buiten gingen. Nu
is het vooral een middel voor parlementen om democratische controle uit te oefenen
op het optreden van de UM.
3
, - Verschillende nationale rechtstelsel voorzien in een verplichte
parlementaire controle vooraleer de uitvoerende macht kan instemmen
met verdragen (dat impliceert in principe dat de UM geen akkoorden in
vereenvoudigde vorm kan aangaan).
o Bv. in de VS is voor bepaalde verdragen immers een 2/3
meerderheid vereist binnen de Senaat → verschillende
multilaterale verdragen zoals het Statuut van Rome inzake
Internationaal Strafhof en het VN-zeerechtverdrag werden
ondertekend door de zittende president MAAR werden uiteindelijk
nooit geratificeerd wegens verzet binnen de Amerikaanse senaat.
o In BE (en ook in NL): art. 167 van de Gw. Van toepassing → bepaalt
dat verdragen maar gevolgen kunnen hebben in de interne
rechtsorde nadat het bevoegde parlementaire orgaan (hetzij de
KVV, hetzij de deelstatelijke parlementen, hetzij wetgevende
organen van beide niveaus) hiermee hebben ingestemd.
Instemming door de WM gebeurt via instemmingswetten/-
decreten/-ordonnanties, die zijn onderworpen aan voorafgaand
advies van de afdeling wetgeving van de RvS. Dankzij de complexe
bevoegdheidsverdeling doet België er soms lang aan vooraleer een
verdrag te ratificeren. RvS aanvaardt wel dat akkoorden die louter
voorzien zijn voor de administratieve en technische uitvoering van
een bestaand verdrag en slechts beogen de rechten en
verplichtingen die in dat verdrag staan uitvoerbaar te maken niet
aan parlementaire instemming onderworpen zijn. Elk land verschilt
hierin naargelang hun wetgeving, in NL is er een lijst met verdragen
die wel moeten worden voorgelegd aan de WM en niet
PAS OP: bekrachtiging/ratificatie in de IR betekenis is niet te verwarren met
nationale parlementaire controleprocedure. De ratificatie is de formele akte die
uitgaat van de UM waarbij deze de instemming van de staat te kennen geeft, niet de
instemmingsakte van de nationale wetgever. De uitvoerende macht zal pas
bekrachtigen indien de nationale wetgever zijn instemming verleend (wanneer dit
moet volgens de nationaal rechtelijke regels zoals in BE en de VS, het kan best zijn
dat de nationale regels die parlementaire controle niet vereisen of dat staten
akkoorden in vereenvoudigde vorm toestaan)
o Het feit dat de UM dit niet doet belet niet dat het verdrag bindend
is voor de staat. Dit hangt samen met het principe dat men zich niet
kan beroepen op een schending van het nationaal recht om aan
internationaalrechtelijke verplichtingen te ontsnappen
4
, AANVAARDING EN Aanvaarding (acceptance) en goedkeuring (approval) zijn varianten op de
GOEDKEURING bekrachtiging (art. 14 (2) WVV)
- Minder plechtige vorm van instemming, laten flexibiliteit toe
TOETREDING Verwijst naar de situatie waarin een staat niet deel heeft genomen aan de
onderhandelingen maar wel aanvaardt gebonden te zijn. Ze betuigt haar instemming
en treedt toe. (art. 15 WVV)
Eens de staat heeft ingestemd om door een verdrag gebonden te worden spreekt men van een
“Verdragsluitende staat” = “Contracting State”
Je moet je verplichtingen onder het verdrag pas gaan uitvoeren wanneer het verdrag in werking treedt. De
inwerkingtreding en de instemming gebonden te zijn vallen vaak niet samen. Wat je niet mag doen is het
voorwerp en het doel van het verdrag schendt (art. 18 WVV) m.a.w. geen gedragingen stellen die de uitvoering
van verdrag later onmogelijk of zeer moeilijk maken.
- Zowel de VS als Rusland hebben statuut van Rome (statuut van ISH) getekend MAAR ze zijn nooit over
gegaan op ratificatie en beiden hebben gevraagd aan de depositaris om hun handtekening door te
halen/ te schrappen → ze hadden geen intentie partij te worden bij het verdrag → de verplichting
onder art. 18 is ook niet van toepassing op hen
Die instrumenten van instemming kunnen door éénzelfde verdrag allemaal geaccepteerd worden, zie
hieronder artikel 20 Klimaatakkoord Parijs:
AFDELING 3: VOORBEHOUDEN
Wanneer staten hun instemming verlenen met een multilateraal verdragen, zullen ze soms een voorbehoud
(réservé/reservation) formuleren. Dat is een eenzijdige verklaring waarmee staten de bindende gevolgen van
bepaalde verdragsbepalingen willen uitsluiten of matigen (art. 2 (1) (d) WVV). Voorbehoud heeft enkel zin bij
verdragen met meer dan 2 partijen, in een bilateraal verdrag zal de andere partij ook iets willen en worden de
onderhandelingen heropent. Staten camoufleren een voorbehoud soms als een (interpretatieve) verklaring
MAAR ongeacht de benaming gaat het om een eenzijdige verklaring waarmee ze rechtsgevolgen willen uitsluiten
of matigen. Interpretatieve verklaring wil men niet verdrag gaan beperken/wijzigen maar willen ze hun eigen
lezing van bepaalde bepalingen gaan duidelijk maken. Voorbehouden worden veel gebruikt in het kader van
multilaterale mensenverdragen zoals het VN-mensenrechtenverdrag.
5
, Het gebruik van voorbehouden heeft in het verleden tot controverse geleid en is geëvolueerd doorheen de
tijd. Aanvankelijk hield men vast dat een verdrag één en ondeelbaar was m.a.w. te nemen of te laten. Met de
opkomst van grote multilaterale verdragen begon men voorbehouden toe te laten om het deelnemersaantal bij
deze verdragen te maximaliseren. Het IGH diende haar advies te geven over voorbehouden bij het
Genocideverdrag (1951), daarbij erkende ze dat voorbehouden mogelijk zijn MITS ze niet strijdig zijn met het
voorwerp en doel (object and purpose) van een verdrag m.a.w. niet de essentie. Deze benadering vormde de
inspiratie voor de regels die uiteindelijk werden opgenomen in het Weens Verdragenverdrag (art. 19 – 23 WVV).
Benadering van het WVV:
Voorbehouden zijn uitgesloten m.b.t. bilaterale verdragen. Wat multilaterale verdragen betreft geldt een
vermoeden dat voorbehouden toegestaan op grond van art. 19 WVV TENZIJ
- het verdrag deze mogelijkheid uitsluit
o Bv. art. 120 van het Statuut van Rome inzake het internationaal strafhof
- Het verdrag enkel bepaalde voorbehouden toestaat
o Bv. art. 309 van het VN-zeerechtenverdrag (1982)
- Ze onverenigbaar zijn met het voorwerp en het doel van het verdrag
Artikel 20 WVV heeft betrekking op de aanvaarding en bezwaren tegen voorbehouden. Deze regels zijn residuair
→ afwijken = mogelijk . Artikel 21 WVV preciseert de rechtsgevolgen van voorbehouden en bezwaren.
- Staten kunnen een bezwaar maken bij een voorbehoud. Gevolg? De bepalingen waarop het
voorbehoudt slaat zijn niet van toepassing op de onderlinge relatie tussen die staten
o de staat die het voorbehoudt maak, kan geen beroep doen op het voorbehoudt en de bezwaar
makende staat kan geen beroep doen op die bepalingen waarop het voorbehoudt slaat t.o.v.
die ene staat → MAAR wat is nu de impact daarvan? Dat hangt af van wat er in dat
voorbehoudt staat
▪ Als het gaat om een voorbehoudt om een bepalingen uit te sluiten, dan heeft dat
bezwaar niet veel zin, die bepaling zal niet meer van toepassing zijn in de onderlinge
relatie tussen die twee landen (zonder dat bezwaar zouden we hetzelfde resultaat
bekomen)
▪ Als het gaat om een voorbehoudt om een bepalingen te wijzigen, dan heeft bezwaar
meer zin, dan zal die gewijzigde versie van die bepaling niet van toepassing zijn in de
relatie tussen die staten
o Indien een staat een bezwaar maakt zal de rest van het verdrag van toepassing tenzij de
bezwaar makende staat zich verzet tegen de inwerkingtreding van het verdrag in hun relatie
Tenzij het verdrag anders bepaalt kunnen voorbehouden en bezwaren worden ingetrokken te allen tijde worden
ingetrokken (zonder voorafgaande instemming) → artikel 22 WVV
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amina05. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.