Hoofdstuk 1 Kosten
● Kosten: de in geld uitgedrukte waarde van de opgeofferde productiemiddelen die
noodzakelijk en onvermijdbaar zijn voor de productie van goederen diensten
→ Kostprijs is voor 1 product
Kostprijsberekening is nodig voor de planning van een onderneming.
● Voorcalculatorische kostenberekening /voorcalculatie: Voor elk product wordt
een schatting van de kosten gemaakt en berekent de kostprijs per product
● Nacalculatorische kostenberekening: de werkelijke kosten aan het einde van een
periode
● Toegestane kosten: berekend op basis van de voorcalculatie kostprijs en de
werkelijke productie
Voorbeeld:
10 aan toegestane arbeidskosten
Werkelijke productie 1000
10 x 1000= 10000 = toegestane kosten
→ kunnen afwijken van werkelijke kosten
Voor een onderneming is het belangrijk om de oorzaken van de kostenverschillen te
achterhalen. Door een vergelijking te maken tussen de toegestane kosten en de werkelijke
kosten, kun je zien of een onderneming efficiënt produceert
Kostprijs:
1. Basis voor de verkoopprijs
- Monopolie: Kostprijs bepaald de verkoopprijs
- Marktvormen met concurrentie: Kostprijs bepaald of de verkoopprijs die op de
markt tot stand komt voldoende is om de kosten te dekken
2. Hulpmiddel om winst te betalen
3. UItgangspunt voor de analyse van de resultaten van de onderneming
4. Nodig voor voorraadwaardering
● Winst: positieve verschil tussen opbrengsten en kosten
1.1 De categoriale kostenindeling
● categoriale kostenindeling: kosten worden uitgesplitst/ingedeeld naar hun
ontstaansbron tijdens het productieproces
Kosten van grond
Als grond wordt gebruikt als vestigingsplaats is het een eeuwigdurend productiemiddel
waarop geen afschrijvingen plaatsvinden omdat grond niet in waarde afneemt. Als grond
voor het winnen van stoffen gebruikt wordt moet je wel afschrijven
De inkoopwaarde van de omzet en kosten van materialen en grondstoffen
Door de verkoop van producten neemt de voorraad af en dit zijn dus kosten. Inkoopwaarde
van de omzet (inkoopwaarde van de verkopen) is niet gelijk aan inkopen. Dienstverlenende
onderneming waar een productieproces plaatsvindt heb je te maken met kosten van
productiemiddelen (afschrijvingskosten). Zij hebben te maken met productiekosten
(serveren, maaltijden).
, Bij een dienstenonderneming waar geen omzetproces plaatsvindt, heb je te maken met de
kosten van de te gebruiken productiemiddelen (gereedschappen)
→ productie bedrijven hebben altijd te maken met kosten van
grondstoffen/hulpstoffen en gebruik van productiemiddelen
De kosten van afval moet meegerekend worden in de kostprijs van het product, de
opbrengst van afval verlaagt de kostprijs.
● Uitval: voldoet een productie niet aan gestelde kwaliteitseisen dan ontstaat uitval,
soms kan het dan toch nog verkocht worden maar tegen een lagere prijs.
De kosten van arbeid
- Loonkosten, telefoonkosten, auto etc
Bij een handelsonderneming worden de personeelskosten in mindering gebracht op de
brutowinst.
● Brutowinst: omzet - inkoopwaarde van de omzet
In een dienstverlenende onderneming wordt gewerkt met een tarief per uur → arbeids
uurtarief. Dit is niet hetzelfde als factuurtarief (opslag voor bedrijfs kosten en winstopslag)
Kosten van diensten van derden
Werkzaamheden van bedrijven die door een ondernemer ingeschakeld worden. Kosten van
diensten van derden zijn het bedrag dat betaald wordt aan bedrijven die ingehuurd worden
Kosten van duurzame productiemiddelen
● Duurzame productiemiddelen: productiemiddelen die meerdere jaren meegaan. Ze
worden met de jaren minder waard dus je moet afschrijven.
De afschrijvingen zijn de afschrijvingskosten die op de resultatenrekening staan. De
waardedaling staat op de balans.
● Boekwaarde: aanschaffingsprijs - afschrijving tot op dat moment
● Restwaarde: de waarde aan het einde van de looptijd
Kosten van duurzame productiemiddelen zijn ook interestkosten
● Complementaire kosten: alle kosten die samenhangen met een duurzaam
productiemiddel met uitzondering van afschrijvingskosten en interestkosten
(verzekeringskosten, reparatiekosten etc)
- Met afschrijven met een vast percentage van de aanschaffingsprijs zijn de
afschrijvingskosten elk jaar gelijk. → linear
- Bij afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde nemen de
afschrijvingskosten ieder jaar af (winst neemt hier ieder jaar toe) → degressief
Kostprijsverhogende belastingen
Belastingen die de onderneming aan de overheid moet betalen (motorrijtuigenbelasting,
milieuheffingen, invoerrechten etc). Btw is geen kostprijsverhogende maar een
prijsverhogende belasting omdat de consument de btw betaalt
Kosten van vermogen
● Kosten van vermogen: kosten die gemaakt zijn om vermogen aan te trekken,
kosten voor het afsluiten van lening (notariskosten, interestkosten).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mdelange31. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.23. You're not tied to anything after your purchase.