Geschiedenis
Samenvatting hoofdstuk 9
Kenmerkende aspecten:
- De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis
legde voor een industriële samenleving.
- De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de
industrialisatie.
- De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen:
liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en
feminisme.
Begrippen:
- Arbeidersklasse = De groep mensen die zelf geen
productiemiddelen bezitten en alleen geld kunnen verdienen
door hun arbeid te verkopen.
- Cultuurstelsel = Economisch systeem voor de exploitatie van
Java; hierbij moest de bevolking een vijfde van haar grond
bebouwen met landbouwgewassen voor de Europese markt
in ruil voor plantloon.
- Direct bestuur = Manier van besturen van een kolonie
waarbij Europese ambtenaren de koloniale bevolking
rechtstreeks besturen, zonder tussenkomst van een inheems
bestuur.
- Economisch liberalisme = Het streven naar een economisch
systeem waarbij de staat zich zo min mogelijk bemoeit met
de economie en de ondernemer maximale vrijheid heeft.
- Indirect bestuur = Manier van besturen van een kolonie
waarbij het inheems bestuur ondergeschikt is aan het
koloniale bestuur, maar wel blijft functioneren.
- Industrialisatie = Mechanisering van de arbeid.
- Industriële revolutie = Grote verandering in de samenleving
waarbij industrie en verkeer steeds meer worden
gemechaniseerd.
- Industriële samenleving = Samenleving waarin industrie het
voornaamste bestaansmiddel is.
- Middenklasse = De sociale groep die bestaat uit winkeliers
en geschoolde werknemers (ambtenaren, leraren en
kantoorpersoneel) en die zich bevindt tussen de
arbeidersklasse enerzijds en de elite anderzijds.
- Modern imperialisme = Het verschijnsel vanaf de 19e eeuw
waarbij Europese landen streven naar een groot koloniaal
rijk en de koloniën gebruiken als producenten van
grondstoffen en als afzetgebieden.
, - Nationalisme = Sterke voorliefde voor de cultuur van het
volk waartoe men zich rekent en het streven naar de
eenheid van dat volk binnen een nationale staat.
- Romantiek = Stroming in de literatuur en de kunst die het
accent legde op gevoel, persoonlijke beleving en de
schoonheid van tradities, en die zich afzette tegen de
Verlichting.
§1 – De industriële revolutie:
In de tweede helft van de 18e eeuw begon de Engelse economie
fors te groeien. Er waren wel vaker perioden geweest van flinke
groei, maar deze keer ging het om een verandering in de aard van
de economie.
Begin 18e eeuw woonde bijna 80% van de bevolking op het
platteland. Voor een zakcentje extra, gingen veel boeren werken
voor een koopman-kapitalist als wevers of spinners.
Tweede helft van de 18e eeuw: Engelse economie begon te
groeien Industriële samenleving.
- Kleinschalige handmatige productie gemechaniseerde
massaproductie.
- Oorzaken?
- Opbrengsten van de landbouw werden spectaculair.
Door wetenschappelijke kennis en toepassing van
nieuwe gewassen en landbouwwerktuigen.
- Bevolking groeide snel door de groeiende
voedselproductie en verbeterde ziektebestrijding
vraag naar voedsel en kleding steeg.
- Koloniën in Azië en Amerika produceerden meer
goedkopere grondstoffen, zoals ruwe katoen gaf
impuls aan o.a. ondernemers in de textielnijverheid.
- Gevolgen?
- Winsten uit landbouw en
handel werden gebruikt om
textielproductie te verbeteren.
- Er kwamen fabrieken, waarin
veel werd gemaakt met een
constante kwaliteit.
- Huisnijverheid verdween.
- Fabrieken op waterkracht
werden erg populair, dat de
meeste plekken naast het
water al bezet waren. Er
kwamen in 1782
stoommachines door James
Watt. Stoommachines
werden ook ingezet in de
mijnbouw en ijzerindustrie
Groeiden uit tot belangrijke
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Charlottedool. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.