100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
HCI Algemene chirurgie(schildklier en darm) samenvatting voor operatieassistenten! $15.52
Add to cart

Summary

HCI Algemene chirurgie(schildklier en darm) samenvatting voor operatieassistenten!

2 reviews
 70 views  7 purchases
  • Course
  • Institution

Voor studenten die de opleiding tot operatieassistent volgen. Informatie is samengevat uit het boek OZT Algemene chirurgie. Ook de bijbehorende leerdoelen zijn uitgebreid beantwoord d.m.v. studiemateriaal vanuit E-learning’s, hoorcolleges en filmpjes van Juf Danielle Academie Voorbeelden en uit...

[Show more]
Last document update: 5 months ago

Preview 3 out of 23  pages

  • September 17, 2023
  • July 1, 2024
  • 23
  • 2023/2024
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: marijnketting • 2 months ago

review-writer-avatar

By: Sanne1214 • 11 months ago

avatar-seller
HCI Algemene chirurgie
Voor studenten die de opleiding tot operatieassistent volgen. Informatie is samengevat uit het boek OZT Algemene
chirurgie. Ook de bijbehorende leerdoelen zijn uitgebreid beantwoord d.m.v. studiemateriaal vanuit E-learning’s,
hoorcolleges en filmpjes van Juf Danielle Academie
Voorbeelden en uitleg wordt gegeven aan de hand van afbeeldingen. Hieronder zie je alle hoofstukken die aanbod
komen voor het behalen van de toets HCI Algemene chirurgie. Succes met leren!!
Voor nog meer studie gemak, zie ook de andere samenvattingen voor de opleiding tot operatieassistent op mijn
account.

1. Schildklier
 Hormonen
 Hyperthyreoïdie
 Hypothyreoïdie
 Struma
 Schildklierknobbels
 Bijschildklier

2. Darmchirurgie
 Ileo-coecaal
 Hemi-colectomie
 stoma(opheffen)
 Anastomoses
 Verschillende soorten staplers en gebruik
 Sigmoïdresectie
 Rectumamputatie

,De schildklier
Thyroid stimulerend hormoon (TSH)
 Is het hormoon dat naar de schilklier gaat.
 Het stimuleert de groei en activiteit van de schildklier
 Zowel teveel TSH als te weinig TSH kan een vergrote schildklier veroorzaken  Struma.
De hypothalamus maakt TRH(thyroid releasing hormoon) aan. Vervolgens komt dit in de adenohypofyse aan en
wordt TSH afgegeven aan de schildklier. De schildklier maakt dan o.a T3 en T4 aan.

De schildklier produceert 3-tal hormonen: T3(tri-iodothyronine) en T4(thyroxine) en calcitonine.
 T3 en T4 zorgt ervoor dat de stofwisseling verhoogt wordt en zorgen voor warmteproductie
 Calcitonine verlaagt het calcium gehalte in het bloed. Calcitonine remt de afbraak van botten en maakt de
botten steviger. Het zorgt ervoor dat de botten meer calcium opnemen uit het bloed  dus de botaanmaak
wordt gestimuleerd en de botten worden sterker.

Warmte regulatie: Er gaat een seintje naar de hypothalamus wanneer het te koud of te warm is  de
hypothalamus maakt TRH(thyroid releasinghormoon) aan  in de hypofyse wordt vervolgens TSH(thyroid
stimulerend hormoon) aangemaakt  TSH gaat naar de schildklier en geeft thyroxine af aan het bloed.

 Wat gebeurt er met TRH en TSH als er teveel thyroxine geproduceerd wordt? 
TRH en TSH wordt geremd: door negatieve terugkoppeling.
 Stel: er is een tumor op de adenohypofyse en wordt er veel TSH gemaakt, wat
gebeurt er dan met de hoeveelheid TRH?  die neemt af.

Bijschildklieren (glandulae parathyroideae)
Bevinden zich op de kwabben van de schildklier en bestaan meestal uit 4 kliertjes.
 Deze kliertjes produceren het parathormoon(parathyreoidhormoon ofwel PTH).
 Samen met calcitonine zorgt PHT ervoor de calciumspiegel gehandhaafd wordt.
 Wanneer de calciumspiegel te laag is, wordt de aanmaak van PTH gestimuleerd.
 PTH zorgt voor verhoging van het calcium in het bloed: Onttrekt calcium uit de botten, nieren en darmen

PTH heeft effect op:
 Botten: PTH stimuleert de vorming van osteoclasten  wat voor botafbraak zorgt en meer calcium vrij komt
in het bloed.
 Nieren: PTH stimuleert de terugresorptie van calcium in de nieren
 Darmen: PTH zorgt voor een verhoogde opname van calcium uit de darmen.
Schildklier T3 en T4 Alle lichaamscellen T3 en T4: Verhoging van de
stofwisseling en warmteproductie.

Calcitonine Botten, darmen en nieren Calcitonine: verlaging van calcium
in het bloed  botten nemen meer
calcium op uit het bloed.
Bijschildklieren PTH Botten, darmen en nieren Verhoging van het calcium in het
bloed: Onttrekt calcium uit de
botten, nieren en darmen.



Het endocriene systeem:
Endocriene organen(zoals de schildklier) produceren stoffen (hormonen) die via de bloedbaan een doelorgaan
bereiken en daar hun functie hebben
• Het endocriene systeem bezit een feedback-mechanisme

Een negatieve terugkoppeling betekent  hormonen remmen hun eigen productie.
Oftwel: Is er genoeg van dat hormoon, dan produceert de klier niet. Is er te weinig dan produceert de klier weer
hormonen.
 Deze negatieve terugkoppeling is erg belangrijk omdat het zorgt voor homeostase: in stand houden door
minder of meer productie van een bepaald hormoon te produceren.
 Bijna alle hormonen werken via een negatieve terugkoppeling.
 Long loop negatieve feedback = hierbij wordt zowel de negatieve feedback ontvangen door de
adenohypofyse als de hypothalamus
 TSH wordt in de hypofyse geproduceerd: TSH heeft effect op de schildklier in het lichaam, zodat zijn
productie gestimuleerd of geremd kan worden.
 Een hormoonklier is altijd verbonden met een bloedvat. Het verschil tussen een klier en hormoonklier is
dat een gewone klier een afvoerbuis heeft naar het spijsverteringsstelsel en de hormoonklier zijn
stoffen(hormonen) afgeeft aan het bloed. De hormonen stromen door het bloed langs alle cellen van het
lichaam. Komt een hormoon langs bij een doelwitcel, dan hecht het hormoon zich aan de receptor van deze
doelwitcel.

, De schildklier ligt ventraal in de hals net onder de adam’s appel(cartilago
thyroidea) ter hoogte van de 2e of 3e kraakbeenring van de trachea.
 De schildklier is ongeveer 20-60 gram en bestaat uit twee kwabben.
 Istmus = de verbinding tussen deze twee kwabben
 Lobus pyramidalis = embryologische rest. Soms is vanuit de istmus
naar boven toe nog een streng te zien, de lobus pyramidalis. Deze
streng is een restant van een tijdelijke verbinding tussen de schildklier
en een opening achter op de tong. Die tijdelijke verbinding ontstaat bij
het embryo op het moment dat de schildklier afdaalt in de keel.
 De schildklier daalt af naar de positie onder het cartilago thyroidea

 De ductus thyreoglossus is tijdens de embryonale ontwikkeling een
tijdelijk aanwezige verbinding tussen de schildklier (glandula
thyreoidea) en de tongbasis (foramen caecum). Na de afdaling v/h
schildklierweefsel verdwijnt de ductus thyreoglossus. Echter bij
onvolledig dichtgroeien kan een restant v/d ductus met ingesloten
epitheelresten achterblijven  mediane halscyste.

Bloedvoorziening schildklier:
• a. thyroidea inferior (uit de truncus thyrocervicalis)
• a. thyroidea superior (uit de carotis externa)
• v. thyroidea superior (uit de v. jugularis interna)
• v. thyroidea inferior (plexusvene) onderin tussen de splitsing

Uit de Nervus vagus ontspringt de n. laryngeus recurrens. Wanneer letsel
aan de n. recurrens  hemiparese v/d stembanden. De n. recurrens loopt
achter de schildklier langs en gaat zo het larynxskelet in.

Aandoeningen v/d schildklier
 Hyperthyreoïdie (te hard werkend)
 Hypothyreoïdie (te langzaam werkend)
 Veel te grote schildklier (struma)
 Knobbels in de schildklier
o goedaardig
o kwaadaardig (schildkliercarcinoom)

Hyperthyreoïdie (te hard werkend)
Gejaagdheid, prikkelbaar, tachycardie, afvallen, diarree, zweten, tremor,
angstig en vermoeidheid van spieren.

Hyperthyreoïdie
 T4 te hoog, TSH is laag.
 TSH kan je meten in het bloed. TSH laag  hyperthyreoïdie
 ziekte van Graves (meest voorkomend) dop ogen.
 bij adenoom
 bij thyreoiditis
 medicamenteus (amiodarone)
 Thyreotoxicose!! = Een te hoge concentratie
schildklierhormoon(T3/T4) in het bloed
Behandeling van hyperthyreoïdie is in principe medicamenteus,
symptomatisch, I-131 en heel soms chirurgisch

Om hormonen te kunnen maken, moet het lichaam voldoende jodium
hebben. Jodium wordt opgenomen via de voeding. Bij therapie(I-131)
wordt een radioactieve vorm van jodium gebruikt. De schildklier neemt
deze radioactieve vorm, samen met het niet radioactieve jodium uit de
voeding. Radioactief jodium 'bestraalt' de schildklier van binnen uit.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurabuirs. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $15.52. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$15.52  7x  sold
  • (2)
Add to cart
Added