Samenvatting Consolideren & Kasstroomanalyse 4.2
Leerdoelen:
o De student kan aan de hand van de balansen en resultatenrekeningen een
kasstroomoverzicht samenstellen zowel volgens de directe als de indirecte methode.
o De student kan de betalingscapaciteit van de onderneming beoordelen aan de hand van de
analyse van het kasstroomoverzicht.
o De student kan een deelneming in de jaarrekening van de onderneming verwerken.
o De student kan bij een meerderheidsdeelneming de enkelvoudige balansen en
resultatenrekeningen consolideren.
o De student kan de relatie aangeven tussen de rentabiliteit-, solvabiliteit- en
liquiditeitskengetallen uitgaande van de enkelvoudige jaarcijfers versus deze kengetallen
uitgaande van de geconsolideerde jaarcijfers.
o De student kan voor de bank/financier een financieringsoplossing bedenken waarbij
eventuele structuurrisico’s binnen het concern worden herkend, mogelijke
garantieregelingen kunnen worden benoemd en mogelijke alternatieve
financieringsoplossingen kunnen worden toegepast.
Consolideren
Concernverslaggeving:
Er is sprake van een deelneming indien minimaal 20% aandelen in bezit is.
Bij een meerderheidsbelang (meer dan 50% van de aandelen in bezit) moeten de jaarcijfers
geconsolideerd worden.
3 soorten deelnemingen:
1. Minderheidsbelang (minder dan 50%).
2. 100% deelneming (meerderheidsbelang) à consolideren.
3. Meerderheidsbelang (minder dan 100% maar meer dan 50%) à consolideren.
Consolideren (bij een 100% deelneming):
à Bezittingen en schulden bij elkaar optellen.
à Post ‘deelneming’ verdwijnt.
à Eigen vermogen geconsolideerd = eigen vermogen moeder.
à Onderlinge verhoudingen elimineren.
Integraal consolideren (bij een meerderheidsbelang, minder dan 100 maar meer dan 50%):
Doen alsof het een 100% deelneming is dus gewoon alles optellen, maar er komt een post
‘minderheidsbelang’ op de creditzijde. Ook bij de W&V een aftrekpost ‘winstaandeel derden’ erbij.
Proportionele consolidatie (naar rato) à niet doen, alleen bij een 50/50 belang.
Waardering deelneming:
Netto vermogenswaarde (NVW) (intrinsieke waarde) à Eigen vermogen (waarde van het bedrijf).
Verkrijgingsprijs (kostprijs) à Waarde waarvoor de deelneming verkregen is.
Financiële analyse bij een concern:
Financiële analyse bij een concern over vennootschappelijke cijfers Moeder BV en Dochter BV en
geconsolideerde cijfers.
Rentabiliteit (winstgevendheid):
, Hoe rendabel is het bedrijf? Hoe ziet de verlies en winstrekening eruit? Hoe zijn de verhoudingen
tussen opbrengsten en kosten? Winstgevendheid van de onderneming.
REV à winst(ná aftrek interest en belasting)/gemiddeld eigen vermogen x 100% (tussen 5% en 10%).
RTV à EBIT (winst vóór aftrek interest en belasting)/gemiddeld totaal vermogen x 100% (8% - 13%).
RVV à rente/gemiddeld vreemd vermogen x 100%.
Brutowinstmarge à brutomarge/omzet x 100% (5% á 10%).
Verhouding tussen rentabiliteit moeder en geconsolideerd is altijd gelijk omdat het eigenvermogen
en de winst van de moeder gelijk is aan het eigenvermogen en de winst geconsolideerd.
Solvabiliteit:
Komt uit de balans, wat is het eigenvermogen ten opzichte van het totale vermogen? Mate waarin
een onderneming in geval van liquidatie aan zijn financiële verplichting aan een vreemd
vermogensverschaffer kan voldoen.
Kengetallen:
Solvabiliteit à eigen vermogen/totale vermogen à bancair aansprakelijk vermogen /totale
vermogen. (tussen 25% en 40%)
Bancair aansprakelijk vermogen à zichtbare eigen vermogen + stille reserves + achtergestelde
leningen -/- goodwill.
Verhouding tussen solvabiliteit moeder en solvabiliteit geconsolideerd, eigenvermogen blijft gelijk bij
moeder en geconsolideerd terwijl het TV stijgt (moeder à geconsolideerd) dus solvabiliteit moeder
altijd slechter dan solvabiliteit geconsolideerd.
Liquiditeit:
Komt uit het kasstroomoverzicht, relatie tussen wat de ontvangsten zijn en wat de uitgaven zijn. Wat
is de betalingscapaciteit van een bedrijf? Mate waarin een onderneming aan de kortlopende
betalingsverplichtingen kan voldoen.
Kengetallen:
Current ratio à vlottende activa/vlottende passiva (groter dan 1,5).
Quick ratio à (vlottende activa -/- voorraad)/vlottende passiva (groter dan 1,5 (1 net genoeg)).
Netto werkkapitaal (NWK) à winst + afschrijvingen (positief).
Verhouding tussen liquiditeit moeder en geconsolideerd, liquiditeit positie moeder is beter dan
geconsolideerd wanneer de liquiditeitspositie van dochter beter is dan van de moeder.
Kasstroomanalyse
Overzicht van bronnen en bestedingen van geldmiddelen.
Kasstroomoverzicht:
Methoden:
1. Directe methode: bedragen die zijn ontvangen wegens verkoop en betaald zijn aan
leveranciers, werknemers etc. à samenvatting van het kasboek.
2. Indirecte methode: het resultaat/winst wordt als uitgangspunt genomen en er worden
correcties aangebracht voor posten die wél het resultaat beïnvloeden maar níet de
kasmiddelen of visa versa.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 2392e. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.32. You're not tied to anything after your purchase.