Summary
Samenvatting ALLE literatuur OZP Master Arbeidsrecht
- Course
- Institution
Samenvatting van alle voorgeschreven literatuur en jurisprudentie van het vak OZP van de master arbeidsrecht aan de EUR
[Show more]
Seller
Follow
arbeidsrechtanoniem
Content preview
Samenvattingliteratuur
MASTER ARBEIDSRECHT OZP (1) – ARBEID EN ONDERNEMING
Erasmus Universiteit
JAAR 2022/2023
MASTER CUM LAUDE BEHAALD
,WEEK
1
1
,Voorgeschreven literatuur week 1
A.R. Houweling ( red.) e.a., Loonstra & Zondag. Arbeidsrechtelijke themata I,
hoofdstuk 1 tot en met par. 5.5, Den Haag: Boom juridisch 2020.
M.G. Levenbach. (1926). Arbeidsrecht als deel van het recht. Oratie, p. 3–19.
A.R. Houweling, ‘Dé ZZP’er bestaat niet. Empirische, statistische en
arbeidsrechtelijke beschouwingen over de zelfstandige zonder personeel’, in B.
ter Weel e.a. (red.), De flexibele arbeidsmarkt in beweging, Den Haag: SDU
2016, p. 67-85.
A.R. Houweling & C.J. Loonstra, 'Toenemende verprivatisering van het
arbeidsrecht?', TAP 2011/5, p. 172-181.
G.J.J. Heerma van Voss, ‘De arbeidsovereenkomst in de EU’: NAC-bundel 2017.
G.W. van der Voet, AR Commentaar met de titel ‘De rechtspositie van de
vrijwilliger behoeft principiële doordenking’ bij een vonnis van de Rechtbank
Utrecht (over de vallende vrijwilliger) en bij een arrest van het Hof Arnhem-
Leeuwarden (over de gulle vrijwilliger).
Voorgeschreven jurisprudentie
Hoge Raad 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1746 (X/Gemeente
Amsterdam), met annotatie A.R Houweling & met annotatie E. Verhulp.
Hof Amsterdam 16 februari 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:392 JAR 2021/62
(Deliveroo).
Hof van Justitie van de Europese Unie 22 april 2020, ECLI:EU:C:2020:288
(Yodel).
Hof van Justitie van de Europese Unie 4 december 2014, C-413/13 (FNV/Kiem).
Hoge Raad 8 april 1994, NJ 1994, 704 (Agfa/Schoolderman).
Hoge Raad 14 november 1997, JAR 1997/263 (Groen/Schoevers).
Hoge Raad 8 mei 1998, JAR 1998/168 (MCE/Edelenbos).
Hoge Raad 12 oktober 2001, JAR 2001/217 (Huize Bethesda).
Hoge Raad 5 april 2002, JAR 2002/100 (ABN Amro/Malhi).
Hoge Raad 10 oktober 2003, JAR 2003/263 (Van den Male/Den Hoedt).
Hoge Raad 10 december 2004, JAR 2005/15 (Diosynth).
Hoge Raad 14 april 2006, JAR 2006/119 (Beurspromovendi).
Hoge Raad 13 juli 2007, JAR 2007/231 (Thuiszorg/PGGM).
Hoge Raad 26 november 2010, JAR 2011/14 (Van Gorkum/LRV Holding BV).
Hoge Raad 17 februari 2012, LJN BU8926 (Notarissen-arrest).
Hoge Raad 31 mei 2013, JAR 2013/160 (Dirks/Osendarp).
Hoge Raad 9 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3019 (Logidex/Stichting Naleving
CAO voor Uitzendkrachten).
Hof Arnhem-Leeuwarden 3 december 2013, JAR 2014/173, met noot J. Dop
2
,Te bekijken videocolleges
https://www.basisopleidingarbeidsrecht.nl/cursus (Links to an external site.)
Grondslagen en historie
Kwalificatie: het bereik van artikel 7:610 BW
Inhoud
Hoofdstuk 8.2 Gelijke behandeling - week 2........................................................................................55
Gelijke behandeling in het arbeidsrecht syllabus.................................................................................61
Hoofdstuk 8.3 Privacy...........................................................................................................................69
Videocollege loon.................................................................................................................................73
Videocollege - Bijzondere bedingen - proeftijd en boete.....................................................................73
Videocollege - Bijzondere bedingen - Wijziging....................................................................................74
Hoofdstuk 8.4. Sociale grondrechten...................................................................................................76
Hoofdstuk 10 - Arbeidsrechtelijke themata -........................................................................................76
10.6 7:613.............................................................................................................................................77
Recht op doorbetaalde vakantie..........................................................................................................80
Hoofdstuk 11 - AT - Schade tijdens de arbeidsovereenkomst..............................................................84
7:658.....................................................................................................................................................84
7:611 BW - goed werkgeverschap........................................................................................................91
Schade geleden door werkgever..........................................................................................................94
Videocollege - Werkgeversaansprakelijkheid - Pascal Kruit..................................................................97
Te bestuderen literatuur en jurisprudentie bijeenkomst 9.................................................................103
Voorgeschreven literatuur week 5 - Medezeggenschap.....................................................................104
Webcast medezeggenschap: module 8..............................................................................................127
Voorgeschreven literatuur week 5 - vrijdag 8 oktober 2021 CAO......................................................129
Webcast CAO-recht............................................................................................................................130
H19 - AT - CAO-recht..........................................................................................................................140
Bijeenkomst 12.10.2021 OVO.............................................................................................................153
Basiscursus OVO - videocollege OVO - A.T.........................................................................................154
3
,Hoofdstuk 1 – Enkele bijzondere aspecten van het arbeidsrecht
De arbeidsovereenkomst wordt apart geregeld in boek 7 (artikel 7:610 BW) en is een bijzondere
overeenkomst, omdat:
˃ Kwantitatief aspect: veel mensen sluiten (dagelijks) een arbeidsovereenkomst en daarom
moet het afzonderlijk worden geregeld, zodat het direct duidelijk is wat rechtens geldt.
˃ Kwalitatief aspect: heeft betrekking op 3 verschijnselen:
1. Wetenschappelijke fundering van het arbeidsrecht. Men vroeg zich af of het
arbeidsrecht wel echt een opzichzelfstaand rechtsgebied is. Betoogd is en werd
van wel, omdat het een personenrechtelijk element heeft binnen de werkgever-
arbeidersverhouding wat niet binnen het ‘gewone’ burgerlijk recht valt. Het
personenrechtelijke aspect manifesteert zich in een dubbele kwetsbaarheid: de
werknemer verkeert in een juridische ondergeschiktheidspositie (een
gezagsverhouding in de vorm van een duurovereenkomst) ten opzichte van de
werkgever, én is economisch afhankelijk van de werkgever. à Wettelijke
bepalingen daarom gericht op ongelijkheidscompensatie.
2. Collectiviteit van het arbeidsrecht Normaalgesproken geldt een overeenkomst
enkel tussen partijen, maar in het arbeidsrecht spelen niet alleen individuele
afspraken een rol, maar juist ook collectieve. Deze collectieve afspraken kunnen
individuele afspraken terzijde schuiven. Vakbonden, werkgeversorganisaties en
ondernemingsraden spelen dus eveneens een rol.
3. Individuele arbeidsovereenkomst als onderdeel van een groter geheel
Elke arbeidsovereenkomst is ingebed in een groter geheel van individuele
arbeidsovereenkomsten. Een werkgever moet een andere belangenafweging
maken dan een werknemer, namelijk een waarbij hij rekening moet houden met
andere werknemersbelangen. à Institutioneel karakter arbeidsrecht: de
arbeidsorganisatie als totaliteit en de voortgang spelen een rol bij wat partijen
individueel afspreken. Dit kan tot gevolg hebben dat individuele afspraken
eenzijdig door de werkgever worden gewijzigd als de organisatie dit eist.
Het object van het arbeidsrecht
˃ Levenbach heeft de heersende visie bedacht met betrekking tot wat het object van het
arbeidsrecht is: ‘Het object van het arbeidsrecht wordt gevormd door het werk dat in
juridische ondergeschiktheid, dus op grond van een bestaande gezagsverhouding, wordt
verricht, aangevuld met de onmiddellijk daarmee samenhangende
levensomstandigheden.’
˃ à Object concreet = Civiel arbeidsrecht (private en g- en g-sector), waarin op basis van
een arbeidsovereenkomst (in gezagsverhouding) tegen loon arbeid wordt verricht
˃ Ambtenarenrecht (publieke sector), waarin eveneens in een gezagsverhouding tegen loon
arbeid wordt verricht. Er is geen sprake van een arbeidsovereenkomst, maar van een
eenzijdig aanstellingsbesluit
˃ Socialezekerheidsrecht
˃ Tendens naar ‘materieel arbeidsrecht’ à Verwezenlijking materiële norm bepaalt welke
bescherming iemand krijgt. Bijvoorbeeld: een ‘ondernemersovereenkomst’ (tussen
werknemer en zelfstandige in) kan zorgen voor toepassing van bepaalde onderdelen van
het arbeidsrecht, zoals vakantiedagen en minimumloon.
Arbeidsrecht en maatschappelijke ontwikkelingen
Het arbeidsrecht is gericht op compensatie voor de werknemer, maar is dit nog wel nodig gezien
de ontwikkelingen? Er zijn 17 maatschappelijke veranderingen: Individualisering, Flexibilisering,
Decentralisering, Horizontalisering en informalisering, Informatisering en computerisering,
Internationalisering, europeanisering en globalisering, Privatisering en decollectivering,
privatisering, Economisering en activering, Deregulering, Intensivering
à Nog steeds ongelijkheid tussen werknemer en werkgever, want werknemer staat in
gezagsverhouding en is nog steeds economisch afhankelijk van de werkgever.
Ongelijkheidscompensatie is echter niet het enige doel van het arbeidsrecht. Door ontwikkelingen
4
, binnen het arbeidsrecht en binnen arbeidsrechtelijke regelgeving, zullen altijd nieuwe
doelstellingen gerealiseerd worden.
Uniform arbeidsrecht?
Het uitgangspunt van het arbeidsrecht is dat iedereen dezelfde bescherming geniet, zodat er geen
afbakeningsproblemen (zouden) zijn. Wel zijn er verschillende soorten bijzondere
arbeidsverhoudingen (bv. Ambtenaar, flexwerker) met hun eigen regelingen.
Arbeidsrecht en vermogensrecht: Boeken 3 en 6 BW werken door op titel 10 van boek 7, ‘voor
zover de aard van de rechtsbetrekking zich daartegen niet verzet’. Doorwerking vindt dus niet
vanzelfsprekend plaats. De HR zegt hierover dat het niet vanzelfsprekend is wegens de
bijzondere aard van de arbeidsovereenkomst en het als uitgangspunt gesloten stelsel van het
ontslagrecht à Vuistregel bij doorwerking op p. 63 (cumulatie, alternativiteit en exclusiviteit)
Arbeidsrecht is deels publiekrechtelijk (zoals sociaal zekerheidsrecht).
Dwingend recht?
Titel 10 van boek 7 BW bevat veel dwingendrechtelijke bepalingen. Dit komt door de juridische
ondergeschiktheid en de economische afhankelijkheid van de werknemer. Een beding is echter
niet alleen nog maar ‘nietig’, soms mag er bijvoorbeeld wel ten voordele van de werknemer
afgeweken worden. Het arbeidsrecht bevat:
˃ Dwingend recht
˃ Semidwingend recht: wetsartikelen waarvan partijen individueel mogen afwijken, maar
dan wel schriftelijk. Vaak zijn aan de toegestane afwijking nadere voorwaarden
verbonden. Zie bijvoorbeeld 7:628 lid 5 BW.
˃ Driekwartdwingend recht: er mag van de wettelijke regeling bij cao of bij regeling door of
namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan (vaak minister SZW) worden afgeweken.
Zie bijvoorbeeld 7:670 lid 14 BW.
˃ Vijf achtste dwingend recht (nog niet erkend): afwijken van wettelijke bepaling via
afspraken met de ondernemingsraad. Een cao die over dezelfde onderwerpen iets anders
regelt, gaat echter voor op deze afspraken met de OR.
˃ à Indien afwijking bij cao is vereist, mag niet worden afgeweken via schrift. Waar
schriftelijkheid echter is vereist, volstaat afwijking bij cao ook.
Autonoom of heteronoom arbeidsrecht: In het arbeidsrecht wordt ook recht gevormd door anderen
dan de werkgever à Vakbonden en werkgeversorganisaties die cao’s maken. Het arbeidsrecht is
daarom autonoom en heteronoom:
˃ Autonoom/zelfregulering: het arbeidsrecht dat vanuit ‘de werkvloer’, de participanten,
wordt vormgegeven, zonder dat de statelijke wetgever daaraan te pas komt (bv cao’s)
˃ Heteronoom: statelijk arbeidsrecht, van de wetgever (en van bv de EU)
Geschillenbeslechting: Bevoegde rechter:
˃ Geschillen arbeidsovereenkomst: eerst kantonrechter, ongeacht hoogte van de vordering
(artikel 93 Rv), dan hoger beroep bij het gerechtshof en dan HR.
1. Uitzondering = statutair directeur à Moet naar sector civiel van de rechtbank
indien de vordering meer is dan EUR 25.000 (artikel 3:131 en 241 BW), want bij
hem geldt niet alleen een arbeidsrechtelijke relatie, ook een
ondernemingsrechtelijke.
˃ Geschillen sociale zekerheid en fiscaal recht: beroep beslissing via rechtbank (sector
bestuur). Hoger beroep bij het CRvB (= hoogste instantie). In fiscale zaken moet je, na
bezwaar, naar de rechtbank, het hof en de HR>
˃ Medezeggenschapsrecht: kantonrechter (schending 36 lid 1 WOR), hof en HR.
Ondernemingskamer (schending 25 WOR) en HR.
˃ Geschilbeslechting buiten overheidsrechter: arbitrage- of bindend-adviescommissies
(vaak bij cao’s).
Uitvoering publiek arbeidsrecht (omdat vraag en aanbod volledig overlaten aan de marktwerking
zou leiden tot hoge werkloosheid, hetgeen merkbaar is in de Nederlandse portemonnee)
˃ UWV: uitvoeringsinstantie voor werk en inkomen, uitvoering wetten van o.a. WW, ZW en
WIA
˃ Gemeente: o.a. participatiewet
˃ Inspectie SZW: o.a. arbeidsomstandighedenwet
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller arbeidsrechtanoniem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $82.26. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
62491 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now