G2/1: Ductuli efferentes, Caput epididymis – AZAN
Preparaat van de doorsnede doorheen de ductuli efferentes en van de ductus epididymis.
Beide buisjes (geheel van buisjes) zijn omgeven door bindweefsel, te zien als paarseachtige
structuren (blauwe pijl). Verder zie je telkens het lumen van de buisjes en de aflijning door
epitheel. De epitheelaflijning gaat ervoor zorgen dat je het onderscheid kunt maken tussen
de ductuli efferentes en de ductus epididymus.
De ductuli efferentes hebben een eenlagig cilindrisch epitheel dat een heel erg golvend
uitzicht vertoont (oranje pijl). De ductus epididymis heeft pseudomeerlagig epitheel (bij de
muis) met stereocilia.
In dit preparaatje gebieden met ductuli efferentes en gebieden met ductus epididymis.
Altijd goed kijken naar het epitheel om te bepalen in welk gebied je zit.
,In de doorsnede van de ductus efferentes kun je het lumen zien dat afgelijnd wordt door een
epitheel. Het epitheel verloopt heel erg golvend, dit komt doordat er verschillende typen van
cellen aanwezig zijn. We hebben cilindrische cellen (bij de muis), deze cilindrische cellen
vertonen een aantal cilia aan het oppervlak, heel sporadisch zijn deze waar te nemen. Je ziet
een afwisseling met cellen die lager zijn (blauwe pijl), dit zijn kubische cellen, dit zijn
kliercellen. De kliercellen hebben geen cilia, maar hebben wel microvilli aan het oppervlak
maar deze zijn niet te zien. In de epitheelcellen heel veel bolvormige structuurtjes (groene
pijl), dat zijn vetdruppels of pigmentkorreltjes, deze zullen geel of rood eruitzien. Dat zijn
restanten van fagocytose of endocytose van substanties die verder gaan verlopen in de
ductuli efferentes.
Het is vooral het golvend eenlagig epitheel waaraan je de ductuli efferentes kan herkennen.
Onder het epitheel (zwarte pijl) zie je langgerekte celkernen, dit zijn celkernen van gladde
spiercellen. Er is een weinig aantal gladde spiercellen dat in de wand ligt van deze buisjes.
Tussen de buisjes zelf zit er bindweefsel.
,Wanneer we de wand bekijken van de ductus epididymis dan zie je dat die ook weer bestaat
uit heel veel cilindrische cellen (blauwe pijl), maar dat je daarnaast ook celkernen van basale
vervangcellen terugvindt tegen de basale membraan aan (links van de muis). De basale
vervangcellen samen met de cilindrische cellen vormen dan het epitheel. Het epitheel wordt
hier een pseudomeerlagig epitheel genoemd. Aan het oppervlak van deze cilindrische cellen
vind je heel langgerekte microvilli (oranje pijl) en die langgerekte microvilli zijn dus niet
beweeglijk maar zorgen voor een zeer grote oppervlaktevergroting. De
oppervlaktevergroting is nodig omdat in deze ductus epididymis heel veel van het vocht dat
mee vrij komt vanuit de testis wordt geresorbeerd en hier eigenlijk de beweeglijkheid wordt
gegeven ter hoogte van de ductus epididymis aan de spermatozoa. Het overtollige vocht
moet hier helemaal worden onttrokken vandaar de langgerekte microvilli en het grotere
contactoppervlak dat daar mogelijk is. Deze heel langgerekte microvilli heten dan stereocilia,
zodanig dat die niet meer bewegelijk zijn en geen basaalkorrels hebben maar wel de
oppervlaktevergroting kunnen waarmaken in heel grote mate. In het lumen zit meestal
restanten van de spermatozoa en zit ook vocht (zwarte pijl).
Als je kijkt naar de ductus epididymis vind je daar ook een spierlaag terug (gele <->), die is
hier heel erg beperkt, je ziet een beperkt aantal spiercellen. De geringe aanwezigheid van
spierweefsel wijst erop dat we nog in het caput epididymis zijn.
Naarmate je meer naar de cauda zal gaan zal je zien dat die spierlaag daar dikker wordt.
, G3/9: Testis, rete testis, caput epididymis – rat – HE
Preparaat waarop een een doorsnede te zien is van de testis (blauwe cirkel), van de
epididymis (oranje cirkel), van de bindweefselzone ertussen die het rete testis bevat (zwarte
pijl).
Op sommige preparaatjes zijn er ook nog doorsnedes doorheen
dikke gespierde buisjes te zien, de ductus deferens. De ductus
deferens wordt bestudeerd op een ander preparaat.
Ter hoogte van de testis zien we allemaal doorsneden doorheen de tubuli seminiferie
contorti waarbij je de verschillende cellen die behoren tot het spermatozoavormend
epitheel kan gaan terugvinden.
Helemaal tegen de basale
membraan liggen de
spermatogoniën (bij de muis), deze
differentiëren verder in de
spermatocyten (blauwe pijl) en zo
verder differentiëren naar
spermatiden (groene pijl) en de
spermatozoa (oranje pijl). In deze
kleuring niet zo veel verschil waar te
nemen tussen de verschillende
celtypen. In het interstitium vinden
we heel veel cellen terug, hier heel
kenmerkend de cellen van Leydig
(zwarte pijl)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anouckquaaden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.