Samenvatting + woordenlijst beleid

BELEID
DEEL 1: DE PO EN DE VOORZIENING (OP MESONIVEAU)

HOOFDSTUK 1: DE PO EN BELEID (INTRODUCTIE)

1.1. DE PO EN HET OPLEIDINGSONDERDEEL BELEID

Wat is beleid?
 Betekenis 1: regelgeving, planning, aanpak, afsprakenkader, richtlijnen, …
 Betekenis 2: in de volksmond, het beleid moet daar iets aan doen  verantwoordelijken


1.2. DE PO EN BELEID OP MESONIVEAU

Definitie: allerlei regelgeving en afsprakenkaders in voorzieningen met als doel om kwaliteitsvolle
hulpverlening aan te bieden.
 Aandacht: de visie van voorzieningen op kwaliteitsvolle hulpverlening, de manier waarop
medewerkers samenwerken en zich organiseren om de visie te realiseren en de kwaliteit
van de hulpverlening bewaken.


1.3. DE PO EN BELEID OP MACRONIVEAU
Definitie: Politieke beslissingen en afsprakenkaders door overheden en hun administraties die
impact hebben op cliënt, PO en voorziening.

Structureel probleem = wanneer de impact van het beleid op macroniveau een negatief effect
heeft op de leefsituatie van de cliënt.



1.4. DE PO EN TENDENSEN

- Dynamisch
- Beeldvorming
- Wetenschappelijke kennis
- Verantwoordelijkheid

1.5. CONCLUSIE

Om als PO allerlei beleidsgerelateerde opdrachten op te nemen zoals preventief werken,
signaleren, bijdragen aan de visie en de organisatie … heb je inzicht nodig in het Beleid van de
voorziening op mesoniveau en beleid op macroniveau.




1

,HOOFDSTUK 2: DE PO ALS DEEL VAN DE ORGANISATIE

2.1. INLEIDING
2.2. DE VOORZIENING ALS DOELGERICHTE ORGANISATIE

Een organisatie is een samenwerkingsverband tussen meerdere personen om een specifiek doel
te bereiken.

Een opdrachtenverklaring bestaat uit:
- Een missie (= de bestaansgrond van de voorziening. Bepaalt mee de identiteit van de
voorziening)
- Een visie (= concretiseert het toekomstbeeld van de voorziening. Meestal opgesteld voor
een bepaalde periode)
- Waarden (= geven richting aan het gedrag van iedereen die deel uitmaakt van de
organisatie. De waarden bepalen hoe de organisatie haar opdracht zal uitvoeren en haar
missie en visie zal realiseren.)

De opdrachtenverklaring heeft 5 functies:

1) Kadergevende functie: Zorgt voor samenhang tussen de doelen en taken in de
organisatie en helpt ze de organisatie om prioriteiten te stellen.
2) Onderscheidende functie: het geeft de voorziening ook een duidelijk imago t.a.v. andere
voorzieningen en de ruimere omgeving.
3) Evaluerende functie: een toetssteen waarmee de organisatie haar werking, beslissingen
en gedrag kan evalueren.
4) Motiverende functie: door de missie, visie en waarden die aansluiten bij de waarden van
de medewerkers, werkt de opdrachtenverklaring motiverend.
5) Cultuurvormende functie: schetsen een beeld van het gewenste klimaat in de
organisatie

2.3. DE VOORZIENING ALS ORGANISATIESTRUCTUUR

Organisatiestructuur = taakverdeling in organisatie

Afhankelijk van:
- Ondernemingsvorm
- Managementkeuzes


2.3.1. IMPACT VAN ONDERNEMINGSVORM
Afhankelijk van het doel en de (management)voorkeuren kiezen de initiatiefnemers bij oprichting
van de voorziening een geschikte ondernemingsvorm (bv: een vzw, feitelijke vereniging,
stichting, …)

De federale overheid bepaalt richtlijnen voor de organisatiestructuur van elke
ondernemingsvorm  voor de manier waarop de voorziening de samenwerking moet organiseren.

De ondernemingsvormen:
- De feitelijke vereniging
- De vzw (en ivzw)  meest voorkomende in het orthopedagogisch werkveld
- De stichting
- De vennootschap
- De eenmanszaak

2

,2.3.1.1. VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK (VZW)
VZW = Vereniging Zonder Winstoogmerk
 Een groep personen die een belangeloos doel nastreeft, zoals bv hulpverlening organiseren
voor kinderen met een beperking.
 Bestaat uit minstens 2 leden, deze leden zijn de initiatiefnemers voor de vzw
 Eerste taak: statuten opstellen


Statuten: de grondwet van de vzw
- Omschrijven het belangeloos doel
- Met welke activiteiten met dit doel wil bereiken
- De rechten en plichten van de leden van de algemene vergadering
- De rechten en plichten van het bestuursorgaan
- De opdrachten van het dagelijks bestuur, …
De statuten worden vastgelegd bij de notaris en gepubliceerd in het staatsblad
 Organisatiestructuur:
o Algemene vergadering
 Heeft het hoogste gezag in een voorziening en bepaalt de algemene
beleidslijnen
 Stichtende en toegetreden leden
o Bestuursorgaan
 Staat in voor de uitvoering van de algemene beleidslijnen en heeft de
bevoegdheid om de vzw te besturen en te verdedigen.
 Bestuurders: nemen initiatieven in de praktijk om de beleidslijnen
te realiseren en kan een contract aangaan en ondertekenen in de
naam van de vzw.
o Dagelijks bestuur
 Nemen de taken van de bestuurders wanneer het voor hen te veel wordt



2.3.1.2. ANDERE ONDERNEMINGSVORM
Feitelijke vereniging = een overeenkomst tussen twee of meer personen. Streeft een
belangeloos doel na door activiteiten te organiseren om dit doel te bereiken. Mag GEEN winst
uitkeren.

- Elke feitelijke vereniging is vrij om de eigen organisatiestructuur vorm te geven
- Bestaat vaak uit vrijwilligers omdat het in principe geen mensen in dienst kan nemen

Verschil met vzw
 Feitelijke vereniging heeft geen rechtspersoonlijkheid
o De leden zijn persoonlijk aansprakelijk voor de daden van de feitelijke vereniging
en voor mogelijke verliezers.
 Feitelijke vereniging kan geen contracten aangaan
 De organisatiestructuur van de feitelijke vereniging
o De federale overheid bepaalt geen richtlijnen voor de organisatie van de feitelijke
vereniging




3

, Een stichting
2 types stichtingen:
1) Stichting van openbaar nut
o Streeft filantropische, levensbeschouwelijke, religieuze, wetenschappelijke,
artistieke, pedagogische of culturele doelen na.
2) Private stichtingen
o Stichtingen die niet erkend zijn als ‘stichting van openbaar nut’
Gelijkenis met vzw:
- Een belangeloos doel nastreven
- Geen winst uitkeren aan de stichters of bestuursleden
- Een rechtspersoonlijkheid hebben


Verschil met vzw:
- Een stichting mag opgericht worden door 1 persoon
- Een stichting heeft enkel een bestuursorgaan  heeft dus geen algemene vergadering
- Stichting start vaak met de inbreng van een startkapitaal, een vzw start meestal zonder
startkapitaal van de leden.


De vennootschap
Soorten vennootschappen:
- De maatschap
- De besloten vennootschap
- De naamloze vennootschap
- Coöperatieve vennootschap


Gelijkenis met vzw:
- Een rechtspersoonlijkheid hebben


Verschil met vzw:
- Vennootschappen hebben een commercieel doel
o Het basisidee is dat de vennoten of oprichters een aandeel hebben in de
vennootschap (ofwel eigenaar zijn).
o Als de onderneming het goed doet en winst boekt, ontvangen de vennoten deze
winst (winstuitkering).
- De vennootschap kan door 1 of meerdere personen opgericht worden


De eenmanszaak
- Opgericht door 1 persoon
- Heeft GEEN rechtspersoonlijkheid
o De persoon is aansprakelijk voor de daden en mogelijke financiële verliezen van de
eenmanszaak.
- Een eenmanszaak is in principe geen ‘organisatie’




4