Samenvatting Sociaal methodes werken – examens januari 20200
Inleiding social casework in de 21e eeuw
1 inleidende begrippen:
Sociaal werker werk je methodisch “volgens een bepaalde methode”
Methodes werken
= tijdens het hulpverlenen gebruik maken van verschillende methodieken, waarvan
aangetoond is dat ze effectief zijn in een bepaalde situatie of voor een bepaalde doelgroep.
Deze effectiviteit werd aangetoond door: praktijkervaring of (wetenschappelijk) onderzoek.
(cursus)
o Evidence based practice
= praktijken en praktijkmodellen waarvan empirisch* is aangetoond dat ze een
grote(re) kans hebben op succes. (boek)
* empirisch = via eigen waarneming, eigen ervaring
o Practice based evidence
= interventies die op basis van ervaringskennis, persoonlijke kennis, stille kennis een
bepaalde geldigheid hebben verworven en een grotere kans hebben op effectiviteit.
(boek)
Methode
= systematische, doelgerichte, procesmatige en bewuste handeling. Het is een
gesystematiseerde manier van werken in een bepaalde situatie om een bepaald doel te
bereiken. Wat je doet of laat met je cliënt, daar is een goede reden voor. (cursus)
o Techniek/interventie
= de kleinste handelingseenheden, een interventie (of tussenkomst). Binnen een
methode/methodiek wordt gebruik gemaakt van interventies of technieken, deze
vormen de kleinste eenheid van methodisch werken in de hulpverlening. Een
techniek is een kleine, meer afgegrensde handelingseenheid of bouwsteen van
professioneel methodisch handelen binnen een methode. (cursus)
= een concrete bedrevenheid, een handigheid binnen een methode. Diverse
technieken vormen een set van samenhangende handelingen. (boek)
Methodiek
= vanuit de praktijk en gebaseerd op theoretische inzichten, samenspel van voorschriften op
de manier waarop demogelijkheden van cliënten, omgeving en hulpverleningsmethoden met
elkaar verbonden kunnen worden. Het is een relatief gesloten geheel van mens- en
maatschappijbeelden, gedragswetenschappelijke inzichten, benaderings- en
handelingswijzen. (cursus) => verantwoord kiezen en handelen
= de leer van een methode. Verwijst zowel naar het handelingsmodel (weten hoe te
handelen) als naar de onderliggende vak theorieën, empirische en ethische grondslagen.
(boek)
Een methodiek steunt op een ethisch en een normatief kader:
, o Ethisch
= ethisch is het gebied van de praktische filosofie die handelt over wat goed en
kwaad is. Het betekent of iets moreel verantwoord is.
(Ethiek) = wijsgerige discipline die kritisch filosofeert op de meestal impliciete
normen en waarden en de morele overwegingen, de moraal, die gelden in een
bepaalde gemeenschap. Het kritisch nadenken over goed en kwaad. (boek)
o Normatief
= het normatief kader is gevormd door waarden en normen die we in onze
samenleving belangrijk vinden, denk maar aan rechtvaardigheid, veiligheid, respect
Social casework
= Een methode (de oudste) binnen het maatschappelijk werk die geënt werd op diverse
theoretische referentiekaders en wetenschappelijke inzichten uit psychologie, pedagogie en
sociologie. Het gaat om een doelgericht proces waarin personen en gezinnen die in een
problematische situatie zitten op een professionele wijze vanuit een bepaalde plaats
(organisatie) geholpen worden om hun welzijn te verhogen en waarbij de vertrouwensvolle
samenwerking tussen helper en cliënt een essentiële rol speelt. Centraal staat de gerichtheid
op de ‘casus’ en de kritische reflectie op de effectiviteit.
Methodiek 4 lagen (visie, doel, relatie en technieken) of vanuit 3 kenmerken van een methode
(doelgericht, procesmatig en systematisch)
2 4 lagen van een methodiek
Iedere methode bestaat uit 4-lagen: doelstelling, visie, relatie en technieken
Een doelstelling
= een methode is ontworpen om specifieke, omschreven doelen te bereiken. Hulpverlening is gericht
op een resultaat of een uitkomst. Vaak gaat het over het bereiken van meer welzijn of welbevinden.
We willen een verandering teweeg brengen in een huidige situatie naar een gewenste situatie. Deze
gewenste situatie is het doel.
Een visie
= een uitgangspunt, een gedachtengoed. In bovenstaande omschrijvingen spreken we van
‘theoretische uitganspunten, wetenschap maar ook een welbepaalde beroepsethiek’.
Een relatie
= op welke manier wil de hulpverlener zijn cliënt benaderen, hoe gaan ze met elkaar om? Een goede
werkrelatie is de sleutel van een succesvolle begeleiding. Een gepaste werkrelatie tussen de
hulpverlener, de cliënt en zijn omgeving komt tot stand door gepaste interacties.
Technieken
= de kleinste handelingseenheden, een interventie (of een tussenkomst). Binnen een
methode/methodiek wordt gebruik gemaakt van interventies of technieken, deze vormen de kleinste
eenheid van methodisch werken in de hulpverlening. Een techniek is een kleine, meer afgegrensde
handelingseenheid of bouwsteen van professioneel methodisch handelen binnen een methode.
,3 3 kernmerken van een methode
Als sociaal werkster werk je zowel methodisch als doelgericht, systematisch en procesmatig.
Doelgericht (Waarom doe je dit? Wat wil je bereiken?)
Je bent gericht op het behalen van doelen: regelmatig bijstellen gedurende het
hulpverleningsproces; met aandacht naar temp van cliënt
Soms blijkt het doel niet haalbaar of is de cliënt minder gemotiveerd om het beoogde resultaat te
bekomen. Soms verandert er ook iets aan de situatie, waardoor doelen vervallen of vervangen
worden door andere doelen.
De doelen moeten niet heel groot zijn (soms is in stand houden = status quo). Ze moeten haalbaar en
realistisch zijn.
Soms ontbreekt het de cliënt aan mogelijkheden om te veranderen of te leren is zijn doel vooral het
in stand houden van het evenwicht in zijn leefsituatie. Dat is dan het maximaal haalbare doel in
deze situatie.
Hou rekening met het tempo dat de cliënt aankan en accepteer dat je niet altijd meteen van
oplossing naar oplossing kan werken.
Doelen worden altijd in DIALOOG met de cliënt en/of zijn omgeving bepaald.
Systematisch (Wat doe je wanneer?)
Vanuit een bepaalde, logische geordende werkvolgorde je hulpverlening vormgeeft.
Verschillende stappen/fasen die we doorlopen (logische volgorde).
Procesmatig (Hoe pak je het aan?)
Je bent gericht op de verschillende processen in de hulpverlening.
Elke interventie gebeurt vanuit een connectie met de cliënt. Afgestemd op de vraag van de cliënt,
rekening houdend met het tempo van de cliënt.
Verloopt in verschillende fases. Per fase wordt er bekeken welke interventies zinvol zijn.
In dit procesmatig werken herkennen we meerdere aspecten:
Het proces van probleemafwijking
= enerzijds bepalen van het te bereiken doel maar ook rekening houden met wijzigingen of
verschuivingen van dit doel, het oplossen van de hulpvraag of niet toereikende situatie waarin de
hulpvrager zich bevindt.
, Het proces van interactieontwikkeling
= inzetten op een correcte samenwerkingsrelatie door de keuze van passende interacties met de
hulpvrager en zijn omgeving. De professionele relatie die we aangaan met de hulpvrager en die nodig
is voor het welslagen van de hulpverlening komt later in deze cursus aan bod.
Het proces van cliëntontwikkeling
= inzetten op de cliënt sterker maken, het effect en het resultaat van een hulpverlening vanuit de
visie van empowerment en een emancipatorische begeleiding. Vergroten van (probleem) inzicht,
versterken van probleemoplossende vaardigheden, ondersteunen en aanmoedigen vanuit geloof in
mogelijkheden van de cliënt en zijn omgeving,… kortom: mensen tot hun recht laten komen zodat ze
na verloop van tijd greep krijgen op het eigen leven en zelf komen tot oplossingen.
4 Het eerste methodisch handelen: social casework
Social casework:
Is vorm van methodisch hulpverlenen in het sociaal werk vanaf 20 e eeuw
= oudste methode van hulpverlening
‘de methode van individuele hulpverlening’
Grondleggers zijn Marie Kamphuis en Florence Hollis
Social casework (= oudste methode):
Nadien
Maatschappelijk groepswerk of groepsmaatschappelijk werk
= helpt personen hun maatschappelijk functioneren te verbeteren door middel van
- doelgerichte groepservaring
- persoonlijke moeilijkheden en problemen in groep beter te laten verwerken
Samenlevingsopbouw of opbouwwerk
= aanpak van maatschappelijke problemen met participatie van de doelgroep
2 maatschappelijk groepswerk of groepsmaatschappelijk werk: maatschappelijk functioneren
verbeteren (doelgerichte groepservaringen en problemen in groep te laten verwerken
lotgenotenprincipe en helpersprincipe)
3 samenlevingsopbouw of opbouwwerk: maatschappelijke problemen aanpakken door middel van
participatie met doelgroep sociale cohesie (samenhang)
NU: vele vertakkingen diverse methodieken met specifieke doelgroepen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosvanderzande. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.64. You're not tied to anything after your purchase.