Mensen denken kennis te hebben over ontwikkelingspsychologie, maar dit zijn persoonlijke
theorieën door bv sociale media, eigen opvoeding, generatie…
➔ Voorwetenschappelijk denken
Filosofen: nadenken over…
Babybiografieën: observeren van eigen kinderen, daar over schrijven wat ze zagen gebeuren (kritiek:
weinig negatieve elementen, vaak positief verhaal)
Wetenschappelijke theorievorming:
Systematische observatie → genetische psychologie (focus op rijping)
• Genetische psychologie = psychologische groei is sterk parallel aan biologische groei,
biologische mechanismen zijn sturend voor psychologische ontwikkeling
• Rijping = verandering op 2 niveaus: van klein naar groot (=groei) en van eenvoudig naar
complex (=differentiatie)
• Leren = het verwerven van kennis en vaardigheden obv ervaring
Nieuwe onderzoekstechnieken en statische methodes → ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie: bestudeert de manier waarop mensen opgroeien en veranderen, van wieg
tot…
➔ 3 G’s: gedrag, gevoelens en gedachten
➔ De wetenschap die het gedrag van de mens bestudeert in de verschillende fasen van zijn
ontwikkeling
Levenslooppsychologie: ontwikkelen is een levenslang proces, omvat ook de
ontwikkelingspsychologie van volwassenen en ouderen in elke fase van het leven zijn er belangrijke
veranderingen
➔ Een discriptieve (beschrijven wat er gebeurt in elke fase in het leven) en verklarende
wetenschap (hoe komt het dat er verschillen zijn tussen de levensfasen en verschillen tussen
de mensen)
Ontwikkelingsfasen
Periodes in het leven van de mens met zijn eigen kenmerkende gedragingen:
Horizontale samenhang → ontwikkelingsgebieden binnen 1 leeftijdsfase staan in relatie tot elkaar
Verticale samenhang → een samenhang van leeftijdsfasen binnen 1 ontwikkelingsdomein
Discussie: continuteit vs discontinuiteit
Ontwikkelingsgroei = geleidelijk en duidelijk meetbaar en continu in hetzelfde tempo
➔ De mens is voortdurend in verandering, ook al gaat die verandering op bepaalde momenten
soms wat vlugger, nergens is sprake van een plotselinge ommezwaai
Ontwikkelingsgroei = discontinu = bruusk (zoals bij een peuter die “opeens” symbolen begrijpt)
➔ Periodes met een vrij stabiele verschijningswijze worden afgewisseld door relatief korte
overgangsfasen die soms lijken op een crisis waar men doorheen moet (koppigheidsfase,
puberteit en midlifecrises)
Het trapmodel (Bühler)
Ontwikkeling van de mens gaat trap voor trap omhoog tot op de volwassen leeftijd en dan gaat de
trap terug omlaag
Het gelaagde model
Mensen maken verschillende ontwikkelingsstadia door, in deze stadia zijn er altijd conflicten, hoe je
deze conflicten gaat oplossen gaat bepalen hoe je als volwassene gaat functioneren, een vroegere
fase heeft een drastische invloed op latere ontwikkelingsfasen
➔ Kijken naar het verleden helpt het nu te verklaren
➔ Verschillende levensfasen worden gezien als het resultaat van een reeks gebeurtenissen die
elkaar in het verleden hebben opgevolgd
,Freud:
- Focus op driften
• Eros drift (om bevrediging te zoeken van je lusten)
• Tanatos drift/doodsdrift (onlust vermijden
- Aandacht voor psychoseksuele ontwikkeling
- De persoonlijkheid van een mens wordt bepaald door
• Es (de driften)
• Ich (persoonlijkheid)
• Uberich (geweten)
➔ Gedrag en denken van mensen wordt bepaald door de manier waarop het ES zich een
levensfase manifesteert
5 biologisch-seksueel-genetische ontwikkelingsstadia die door het driftleven bepaald worden
➔ Het libido (nastreven van lust) situeert zich in elke fase in een andere erogene zone (waarin
we het meest gevoelig zijn)
➔ Traumatische ervaringen bepalen ons gedrag de rest van ons leven
Mogelijke gevolgen:
• Blijven steken in een fase omdat het conflict tussen de driften en de sociale
verwachtingen niet opgelost worden → fixatie (overdreven gerichtheid op een
lichaamsgebied uit een fase)
• Regressie (terugkeer naar een eerdere fase bij stress of onveiligheid)
1. Orale fase (0-1j)
Erogene zone: mond
Kenmerken:
• Vertrouwen en comfort door orale stimulatie (voeding)
• Vooral overgeleverd aan driften
Fixatie:
• Indien behoefte niet vervuld: duimzuigen, roken
• Indien overdreven vervuld: afhankelijkheid en onzelfstandigheid
2. Anale fase (1-3j)
Erogene zone: anale gebied
Kenmerken:
• Controle over sluitspier
• Plezier in het inhouden van uitwerpselen
Fixatie:
• Te vroeg zindelijkheidstraining: controlegewoontes, perfectionistisch
• Niet genoeg zindelijkheidstraining: te vrijgevig, aanstellerig
, 3. Fallische fase/oedipale fase (3-6j)
Erogene zone: genitaliën
Kenmerken:
• Interesse in verschillen tussen jongens en meisjes en waar baby’s vandaan komen
• Penisnijd (besef dat ze geen penis hebben), castratieangst (niet kunnen winnen van de
vader)
• Oedipuscomplex (jongens), electracomplex (meisjes) → geïnteresseerd in de ouder van
het ander geslacht en strijden voor aandacht met de ouder van hetzelfde geslacht
Fixatie:
• Ijdelheid, extreem seksuele remming of te weinig seksuele remming
• Mannelijkheid/vrouwelijkheid bewijzen
4. Latentiefase (6-11j)
Kenmerken:
• Fantasieën uit oedipale crisis onderdrukt
• Seksuele/agressieve fantasieën zijn onderdrukt na de vorige fase
• Rustperiode
• Jongens en meisjes hebben weinig interesse in elkaar
5. Genitale fase (11-18j)
Erogene zone: genitaliën
Kenmerken:
• Vrijmaken van ouders
• Oedipale gevoelens terug → vlucht → minachting ouders of afschermen van alle
gevoelens
Als vorige stadia vlot doorlopen zijn: geen probleem
Het lijnmodel
De ontwikkeling wordt gezien als een proces van continue verandering zonder sprongen
➔ Soms ook als een golfmodel beschouwd (bv Piaget)
Er is een zekere regelmaat in de wijze waarop bepaalde eigenschappen of gedragswijzen
verdwijnen en weer terugkeren (in een andere context of op een ander niveau)
Poging tot synthese
Geen eenduidig antwoord of ontwikkeling nu continu is of in onderscheiden fasen
De ontwikkeling van een mens wordt ook mede bepaald door:
- Zijn cohort = zelfde tijd, zelfde plaats geboren
- Normatieve gebeurtenissen = voor een groep gelijklopende impact (bv oorlog)
• Leeftijdsgebonden invloeden
• Socioculturele invloeden
• Historische invloeden
- Niet-normatieve gebeurtenissen = individuele factoren die het leven beïnvloeden (bv ziekte)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosvanderzande. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.