Wat is de Verlichting?
In 1755 was er een zware aardbeving in Lissabon. Deze aardbeving richtte veel schade aan
en veel mensen zagen dit dan ook als een straf van God. Deze aardbeving maakte ook een
grote indruk op de Franse schrijver Voltaire. Volgens hem was er een andere verklaring voor.
Hij ergerde zich dan ook dat mensen in dat bijgeloof waren meegegaan en besloot de
gebeurtenis te verwerken in een verzonnen verhaal, vol overdrijving en spot. In tegenstelling
tot Voltaire geloofden de meeste mensen in de 18e eeuw wel dat kerkelijke rituelen effect
hadden. Zij geloofden dat God een directe invloed op hun leven had. De rituelen gaven de
mensen een gevoel van zekerheid.
Zelf nadenken
Voltaire vond dit gevoel van zekerheid misplaatst, want voor de werking van de rituelen was
geen bewijs. Hij vond het geloof dogmatisch: iets werd zonder bewijs voor waarheid
aangenomen en er mocht geen kritiek op worden geleverd. Voltaire nam niet zomaar aan
wat de kerk vond , maar zocht naar bewijzen en onderbouwde zijn standpunten met logische
redeneringen. Voltaire was niet de enigste. Sinds de wetenschappelijke revolutie was het
vertrouwen in het eigen verstand enorm gegroeid. Geleerden begrepen de wereld immers
steeds beter door logisch nadenken (rationalisme) en door onderzoek via waarneming
(empirisme). Wetenschap werd zelfs een hobby van de adel en van velen uit de burgerij. We
noemen dit maatschappelijk verschijnsel de Verlichting.
Kritiek op kerk en samenleving
Verlichte denkers waren ook heel kritisch over de samenleving en de rol van de kerk. Veel
verlichte denkers vonden dat er onnodig veel onderdrukking, armoede en uitbuiting in de
samenleving bestond. Koffie heeft bijgedragen aan de verlichting. De theorie houdt in dat er
bij elke grote wisseling drugs hoort die je dan inneemt. Door de inname van cafeïne kwam
de verlichting op gang. Koffiehuizen hebben bijgedragen aan het verspreiden van verlichte
ideeën en waarbij de publieke opinie is ontstaan. Zo kwamen veel verlichte denkers (bijv.
Voltaire) ook bij elkaar in koffiehuizen. In opvoeding en scholing zagen de verlichte denkers
de belangrijkste manier om de samenleving als geheel te verbeteren en te verlossen van
allerlei misvattingen. Mensen moesten worden opgevoed tot verantwoordelijke en kritische
burgers. Beter onderwijs en meer onderzoek zouden ook leiden tot steeds meer kennis,
bijvoorbeeld ziekten. In de 18e eeuw waren veel denkers optimistisch over wat de mensheid
zou kunnen bereiken.
Meningsverschillen
Toch betekent dit niet dat de verlichte denkers het eens waren over hoe de wereld en de
samenleving in elkaar zaten. Sommige verlichte denkers geloofden namelijk nog wel in god
en vonden dit dan ook belangrijk als een morele basis. Ook kregen sommige denkers oog
voor de duistere kanten van de menselijke geest. De mens was niet alleen een rationeel
denkend wezen, maar ook een vat vol emoties en gevaarlijke lusten. De Franse denker
Jean-Jacques Rousseau zag de ontwikkeling van de westerse beschaving als een
vooruitgang naar een betere wereld. Verlichte denkers debatterden dan ook heel veel. Over
van alles werd kritisch nagedacht, veel werd onderzocht en vaak verschilden de meningen.
Belangrijke debatten tussen verlichte denkers
, Verlichte denkers dachten over veel onderwerpen na. Hieronder volgen de belangrijkste.
God
Denkers kwamen er steeds meer achter dat er voor wonderen meestal een
wetenschappelijke verklaring kon worden gevonden. De Bijbel sprak dus niet altijd de
waarheid. Het probleem was: waar hield deze kritiek op? Als alles in de wereld een logische
verklaring heeft, dan is er immers geen plek voor bovennatuurlijke verschijnselen. Ook voor
het bestaan van geesten en heksen, bestaan dan vast betere verklaringen. Een goed
voorbeeld van de toenmalige discussie is het boek dat de Amsterdamse dominee Balthasar
Bekker in 1691 publiceerde. Daarin stelde hij vast dat in de Bijbel helemaal geen bewijzen te
vinden zijn van het bestaan van de duivel of kwaadwillende geesten. Zijn conclusie
veroorzaakte ophef en zijn boek had een grote invloed op het afschaffen van
heksenprocessen in Europa. Dat alles leidde wel tot twijfel aan de rol van God en aan de
Bijbel als het woord van God. Veel verlichte denkers vonden dat men afwijkende religieuze
opvattingen niet moest verbieden en zeker niet mochten vervolgen. De meeste verlichte
denkers waren gelovig. Rationalistisch en empirisch natuuronderzoek hoefden volgens hen
niet in strijd te zijn met het geloof. Maar er ontstonden wel verschillende opvattingen over de
rol van God. Volgens velen bewees natuuronderzoek hoe slim en doordacht God natuur had
geschapen. Tegen dit soort optimistische verlichters bond iemand als Voltaire de strijd aan.
Volgens Voltaire was er te veel kwaad en rampspoed in de wereld om zo’n optimistisch
wereldbeeld te hebben. Hij en vele anderen hadden een ‘mechanistisch wereldbeeld’: God
had de wereld, de mens en de natuurwetten geschapen,maar bemoeide zich na de
schepping niet meer actief met de wereld. Dit noemen we deïsme. Een enkeling zoals de
filosoof Benedictus de Spinoza, stelde zich God niet meer voor als een persoon, maar zag
het goddelijke alleen nog in natuurlijke processen. Dit soort ‘ongodisme’ ervoerne
machthebbers als zeer bedreigend. Zelfs in de vrij tolerante Republiek was de het publiceren
van dit soort ideeën streng verboden en kon je er zwaar voor worden gestraft.
Moraal
Hoe verlichte denkers ook over religie dachten, de meesten onder hen waren het erover
eens dat geopenbaarde religies met hun interpretaties van heilige geschriften niet de
voornaamste leidraad voor menselijk handelen konden zijn. De mens moest zijn eigen
verstand gebruiken en een moraal volgen die tot nut van de samenleving als geheel was.
Politiek en staat
Behalve over het geloof schreven verlichte denkers ook veel over politiek en staat.
Uiteindelijk ontstonden zo drie belangrijke nieuwe ideeën.
-John Locke (1632-1704)
John Locke vond dat alle mensen natuurlijk rechten hebben, zoals het recht op leven, bezit
en vrijheid. Ook stelde hij dat mensen hun recht niet in hun eentje kunnen beschermen.
Daarom vormen zij een politieke gemeenschap door middel van een sociaal contract. Een
regering regeert die gemeenschap op basis van vertrouwen. Als de regering faalt of
kwaadwillend is, dan hebben de burgers het recht zich te verzetten en een andere regering
in te stellen.
-Rousseau (1689-1755)
Rousseau was een stuk radicaler dan Locke. Hij ging ervan uit dat een regering niets anders
is dan een uitvoerder van de gezamenlijke wil van alle burgers. De burgers kunnen hun
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kayralale. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.06. You're not tied to anything after your purchase.