Politieke Communicatie & Journalistiek (77521503AY)
All documents for this subject (29)
Seller
Follow
ainoagpieters
Reviews received
Content preview
Week 1
Wat is Politieke Communicatie?
“de interacties tussen politiek, media en het publiek”
• Het gaat dus om relaties tussen politieke actoren, media/journalisten en burgers.
• Vaak is de vraag: wie geeft de richting aan bij deze relaties? Wie controleert wie?
• Focus op krachtsverhoudingen!
• (Vrije) media als vierde macht
Functies van de media in een (ideale) democratie (McNair, 2011)
1) Informatie (monitoring, informeren van het publiek)
2) Educatie (uitleggen wat feiten en events betekenen) er gebeurd iets maar wat betekent dat.
3) Platform: media als een virtuele plaats waar ideeën kunnen uitgewisseld worden. Horizontale
communicatie. Iedereen kan ideeën uitwisselen.
4) Waakhond: Controle en rapportering over wat de overheid (of bedrijven) doet. Wat gaat er eigenlijk mis
en wat horen mensen te weten.
5) Kanaal: Politieke boodschappen en meningen moeten een kans krijgen, media stellen daarvoor plaats ter
beschikking. Verticale communicatie. Partijen die hun boodschap aan ons vertellen.
En hoe zien journalisten hun werk dan?
-> Journalistieke rolopvattingen (David Weaver):
1) Disseminator (informatieverspreiding) koppelt aan eerste functie.
2) Interpreter (uitleggen en duiden) koppelt aan de tweede functie.
3) Adversarial (zich zeer kritisch opstellen tegenover politici en bedrijven) (tegenstander) (waakhond)
4) Populist mobilizer (probeert mensen mee te krijgen, engagement)
Bedreigingen van deze 5 functies?
1) Commercialisering, met als gevolg minder en minder kwaliteitsvol politiek nieuws (Video 2)
2) Politieke actoren (her)winnen controle over de media inhoud (gebrek aan pluralisme en
onafhankelijkheid) (Video 3)
3) Journalisten die vasthouden aan veilige routines, waardoor ze het publiek niet het nieuws bieden dat ze
nodig hebben.
4) Het publiek slaagt er niet (meer) in de boodschappen te begrijpen, of kan foute informatie niet
onderscheiden van echt nieuws.
Derde bedreiging
• Journalisten die vasthouden aan veilige routines, waardoor ze het publiek niet het nieuws bieden dat
ze nodig hebben.
• Journalisten laten zich leiden door de opinies van de politieke elites. Als die het eens zijn, komen er
meestal geen andere stemmen meer aan het woord.
• Redenen: Routine, gemakzucht, veiligheid, vermijden van risico’s.
Welke functies worden bedreigd?
• Voornamelijk de platformfunctie en de waakhondfunctie
• Deels ook de andere functies, voor zover bepaalde informaties en meningen het nieuws helemaal
niet halen.
• Oplossing? Een andere journalistieke aanpak (denk aan de rolopvattingen van vorige week).
Vierde bedreiging: kennis/wil publiek
• Videomalaise: Nieuws kijken via televisie heeft Negatieve effecten op mensen (ipv de krant)
• Kan leidden tot bv. meer cynisme, minder vertrouwen in (politieke) instituties, minder “political
efficacy” = Het gevoel dat je politiek begrijpt en dat je er ook zelf zinvol aan kan deelnemen.
Leidt tot “Dumbing down” van het publiek
• Mensen kunnen en willen politiek nieuws niet meer verwerken.
• Je komt in een soort filterbubbel terecht, je haalt alleen maar nieuws waarvandaan je het wil halen
en wat jou intereseert.
Later: Kritiek op de mediamalaise theorie
, • Ook positieve effecten op media-inhoud mogelijk
• Sommige eerder sensationele elementen zorgen er precies voor dat meer mensen bereikt worden.
• Journalisten proberen wellicht meer om alle burgers aan te spreken als potentieel publiek
Welke functies zijn bedreigd?
• Zeker de platformfunctie
• Ook de educatiefunctie en kanaalfunctie (deels)
• Informatiefunctie niet heel erg
• Waakhondfunctie hoeft niet in het gedrang te zijn
Oplossingen:
• Opnieuw vertrouwen opbouwen in media, filter bubbles en echo chambers vermijden, politieke
satire, regulering voor sociale media…
Bedreiging 1: De kwaliteit van de informatie (nieuws) onder druk door commercialisering
= Verschuiving in journalistiek van de normatieve naar de commerciële pool (Karidi, 2018). Normatieve pool:
dat wat burgers zouden moeten weten. Commerciele pool: ipv de mensen vertellen wat ze nodig hebben de
informatie geven die ze willen hebben.
Doel van commercieel bedrijf is geld verdienen dus kijkers trekken en zo groot mogelijk publiek trekken.
= Commercialisering -> zo groot mogelijk publiek aantrekken, dus: Sensationeel nieuws: “News coverage that
provokes the senses and emotions of audience members, thus attracting the attention of a larger audience.”
Verschil tussen hard nieuwe en zacht nieuws. Hard nieuws is het echte nieuws, zacht nieuws is ook nieuws
maar minder belangrijk.
➔ Sensationele elementen in het nieuws (format, themakeuzes, levendigheid)
➔ ook mix politiek en entertainment
Waarom lagere kwaliteit?
Nieuws = gemeengoed (commodity). Je kan het online gratis krijgen, dus willen mensen er doorgaans niet
voor betalen.
• Business modellen van de traditionele media komen zwaar onder druk
• Nieuws maken kost geld, dit geld moet ergens vandaan komen.
• Gevolg: besparingen, ontslagen van journalisten, meer freelancers, minder investeringen in
onderzoeksjournalistiek, mediaconcentratie, meer competitie voor de aandacht van het publiek en
voor advertenties.
o keuze voor sensatie = lagere kwaliteit
En de kwantiteit dan? Er is toch meer?
• Misschien is de grote hoeveelheid informatie op internet en sociale media wel enigszins misleidend.
• Voorbeeld: Pew Project for Excellence in Journalism
• News Ecosystem – studie over Baltimore, USA (2010). ?
• Waar komt het nieuws vandaan?
o Conclusie:
o 1) 95% van het nieuws komt van traditionele media
o 2) Baltimore Sun: 32% minder items in 10 jaar, 73% minder in 20 jaar.
Welke functies zijn bedreigd?
• Informatiefunctie: toch wel een beetje (minder)
• Educatie: minder, want het kost geld.
• Platform: onder druk door verminderd pluralisme (zie ook tekst van Plessing)
• Waakhondfunctie: duur, dus minder.
• Kanaalfunctie: geen probleem (is goedkoop)0--
Medialogica in de politiek. Deel van een groter verhaal?
Jazeker!
In lijn met grotere maatschappelijke trends (individualisering, ontzuiling, de crisis van politieke partijen,
grotere volatiliteit van kiezers (= meer zwevende kiezers), commercialisering etc.)
e.g. Sacerdotal approach vs. Pragmatic approach
e.g. Blumler & Kavanagh: 3 ages of political communication
e.g. Brants & Van Praag (2006): Partisan logic, public logic and media logic.
,Het zijn allemaal PROCESSEN: Mediatisering (Strömbäck, 2008)
9
4 fasen van Mediatisering(Strömbäck, 2008) (Westerse wereld, na WOII)
Eerste fase van Mediatisering= Mediatie
• Wanneer media het belangrijkste kanaal worden tussen politiek en burgers.
Tweede fase van Mediatisering:
• Media worden onafhankelijker
• Professionelere journalistiek
• het politieke systeem is nog steeds dominant
• Media geven niet zomaar boodschappen meer door, ze selecteren en verwerken die nu eerst.
Derde fase van Mediatisering:
• Media worden zo onafhankelijk dat andere actoren zich aan de media gaan aanpassen
• Media dominant, maar nog buiten de politiek zelf
• Politici moeten hun mediavaardigheden bijschaven om aan te passen aan de media logica (= het
volgen van de stijl, inhoud, opbouw en ritme van de media) => Typisch iets voor campagnes
Vierde fase van Mediatisering:
• De politiek past zich niet alleen aan, maar neemt ook de medialogica over.
• Voor een politicus wordt de media-aandacht op zichzelf een doel.
• De medialogica wordt zo deel van het politieke proces (bijvoorbeeld beoordelen van thema’s om
beleid rond te voeren)
• Media zijn nu niet meer extern aan de politiek, ze zitten in de kern van de politieke.
• Politici die zich (nog- moeten verantwoorden voor het volk, zijn het meest kwetsbaar.
Nuance (van deze dominantie van media)
Mediatisering is duidelijk vast te stellen, maar de vierde fase is niet overal bereikt:
• Geen globale of louter stijgende trend
• Media gaan nooit de politieke functies willen/kunnen overnemen
• Matiging van de mediatisering afhankelijk van het politieke en media-systeem
Maar: ook op sociale media volgen veel politici de media logica!
Vergeet ook andere factoren niet:
• Ideologie speelt nog een rol
• Er zijn in de maatschappij vaak meerdere politieke breuklijnen, die de media zelden willen/kunnen
overbruggen
• Media impact is vaak schijn, want gestart vanuit de politiek
• Ook NGOs kunnen iets op de agenda plaatsen, dat lijkt dan via de media te komen.
• Misschien zijn politieke actoren vooral slim, en wachten ze hun moment af?
Bedreiging 2: Controle van de overheid over media inhoud
• Gebrek aan onafhankelijkheid
• Gebrek aan intern en extern pluralisme
, • Intern pluralisme: in 1 nieuws medium (bijvoorbeeld 1 krant) worden alle verschillende stemmen
gehoord. VB: Volkskrant rapporteert over meningen van verschillende partijen.
• Externe pluralisme: Het pluralisme zit niet in 1 krant maar extern tussen meerdere kranten.
Voorbeelden:
• Censuur (de overheid legt beperkingen bij journalisten, of vervolgen ze)
• Staatsomroepen
• Politieke inmenging op de redacties
• Media-eigenaars die ook politicus zijn
• Selectieve toekenning van overheidsadvertenties
Welke functies worden bedreigd?
• Informatie en educatie: mogelijke bias, onvolledig beeld
• Platformfunctie: sterk bedreigd (pluralisme)
• Waakhondfunctie: sterk bedreigd (tegen overheid)
• Kanaalfunctie: ook bedreigd voor niet overheidsgebonden politieke groepen.
Oplossingen?
• Onafhankelijkheid van de pers garanderen, Media accountability systems, garanties voor
persvrijheid, een brede definitie van wat “media” zijn (en dus mediavrijheid)
• Negatieve persvrijheid en positieve persvrijheid!
• Negatieve persvrijheid: Een vrijheid waarbij de overheid iets nalaat , ze doen een stap terug. Zoals
religie, jij mag dat doen en wij zeggen er niks over. Overheid: wij bemoeien ons nergens mee, je mag
publiceren wat je wil.
• Positieve persvrijheid: Een vrijheid waarbij de overheid iets doet zodat je die vrijheid kan uitoefenen.
Voorbeeld educatie, onderwijs. Als de overheid er niet bij helpt dan bestond de UvA niet.
Hallin & Mancini
• Comparatief perspectief gebaseerd op…
Historische ontwikkelingen van zowel het politieke als het media systeem
o Grootte mediamarkt
o Political parallelism + Pluralism: external or internal
o Journ. professionalisme
o Overheidsinterventie (‘Role of the state’)
• 3 modellen:
o Polarized Pluralist
o Democratic Corporatist
o Liberal
Mediasystemen
• Vier media dimensies
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ainoagpieters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.21. You're not tied to anything after your purchase.