100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Summary Neuropsychologie (BWB313, NL) $8.28   Add to cart

Summary

Summary Neuropsychologie (BWB313, NL)

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Summary about the course Neuropsychologie (BWB313, NL)

Preview 3 out of 29  pages

  • No
  • Chapters necessary for the course
  • September 21, 2023
  • 29
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
FRONTAAL CORTEX
Motor cortex
 Primaire motor cortex (M1)
o Betrokken bij: uitvoeren van lichaamsbewegingen
o Specificiteit van activatie: specifieke spieren activeren voor beweging
o Laesie: hemiplegie (= eenzijdig complete verlamming aan contralaterale
lichaamszijde (CVA; gebogen arm en slepend been aan aangedane zijde; meeste
invloed op distale lichaamsdelen); Hemiparese (= eenzijdig gedeeltelijke verlamming)
o Neurologische testen
 Learned disuse: Aangedane arm wel kan gebruiken, maar heeft geleerd dit
niet te doen omdat het makkelijker is om de niet-aangedane arm te
gebruiken. Aangedane arm moet elke dag minstens een beetje bewegen (en
functioneel te proberen te gebruiken). Dit zal neuroplasticiteit activeren en
helpen bij het herstellen van neurale verbindingen met je spieren.
 Constraint-Induced Movement Therapy (CIMT): methode waarbij patiënten
met hemiplegie hun aangedane ledemaat moeten gaan gebruiken.
Bijvoorbeeld: ze dragen een dikke handschoen aan de niet-aangedane hand,
waardoor ze worden gedwongen om de aangedane hand te gebruiken als ze
iets moeten grijpen. Intensieve CIMT kan zowel kracht als
functie in de paretische ledemaat verbeteren
 Constrainment: vastbinden niet-aangedane arm
waardoor aangedane arm alleen gebruikt mag
worden
 Shaping: intensieve training waarbij aangedane
arm gebruikt moet worden voor ADL-taken
 Unmasking: groot deel van het herstel van
hersenletsel vindt plaats in de eerste paar dagen
o Somatotopie: elk lichaamsdeel wordt gerepresenteerd in een
ander gedeelte van dit gebied (motorische homunculus)
 Groot gebied voor vingers en mond geeft aan dat in deze gebieden fijne
motoriek plaatsvindt
 Premotor cortex
o Betrokken bij: hand juiste houding om objecten op te pakken, spiegelneuronen
(reageren wanneer je iemand anders een beweging ziet maken)
o Specificiteit van activatie: neuronen met eigen vuurpatroon afhankelijk van type
handeling (neuronen voor reiken, grijpen, scheuren)
o Externe loop (visueel-motorisch): bewegingen getriggerd door omgeving
o Laesie: niet vloeiend bijsturen & veel submovements
 Supplementaire motor cortex (SMA)
o Betrokken bij: aansturen van bewegingen, coördinatie van bewegingen, nieuwe
bewegingen leren (motor planning)
o Specificiteit van activatie: minder specifiek, cel activatie geassocieerd met groter
gebied homunculus
o Interne loop (strategisch): bewust initiëren van bewegingen
o Laesie: Alien hand syndroom (= ledemaat gedraagt zich autonoom, heeft eigen.
Vervreemding van ledemaat)
 Frontal Eye Field (FEF): het aansturen van ogen wanneer je een bewegend object volgt of
vrijwillige oogbewegingen om nieuw fixatiepunt te vinden (lezen van een boek)
o Netwerk: ventraal fronto-parietaal netwerk


1

,Prefrontale cortex
 Dorsolaterale prefrontale cortex (DLPFC)
o Betrokken bij: executieve functies; werkgeheugen(!), selectieve aandacht, scaffolding
o Werkgeheugenmodel (Baddley & Hitch)
 Central executive: controle centrum dat de interactie tussen korte en lange
termijn geheugen coördineert
 Visuospatial sketchpad: Het opslaan en verwerken van zowel visuele als
viuo-spatiële informatie (korte termijn geheugen)
 Phonological loop: Het opslaan en verwerken van kortstondige akoestische
informatie (werkgeheugen)
 n-back taak (= patiënt moet onthouden wanneer welke letter is
ageweest. Er moet op een knop worden gedrukt als de letter voor
de tweede keer voorkomt of voor 3e of 4e keer. De opdracht kan
ook zijn, druk op de knop bij 3e letter na de S. Manipulaties in het
werkgeheugen wordt hiermee getest)
 Digit span test: patiënt krijgt een aantal cijfers (vaak 5) achter
elkaar te horen en dan moet het gelijk herhaald worden. Hierbij
wordt het werkgeheugen getest.
o Tertiair gebied, dus minder specifieke activatie
o Netwerk: dorsaal aandachtsysteem (top-down): doelgerichte aandacht
o Laesie: Dysexecutief syndroom
 Moeite met focussen en plannen
 Moeite met inhibitie en taakshiften (inflexibel en perseveratie (= volharden
in een reacties, zelfs nadat hen is verteld dat deze onjuist is)
 Werkgeheugenstoornis
 Winsconsin Card Sorting Task: Top-down attention bepaalt het
belang van de informatie (selection of task relevant information).
Als de instructie van Winsconsin Card Sorting Task verandert (vorm
i.p.v. kleur), moet je letten op andere karakteristieken van de
kaarten (task switching). Als je dit niet kan aanpassen, is er sprake
van perseveratie (regel ontdekt en aanhouden). Je moet de
informatie van kleur (irrelevante informatie) gaan negeren (inhibition)
 Orbitofrontaal cortex
o Betrokken bij: plannen, redeneren en bij het maken van beslissingen, het aansturen
van geschikte acties, beloningssysteem
o Laesie: Disinhibitie syndroom
 Emotionele disregulatie
 Sociaal onaangepast
 Gebrek aan zelfregulering
 Gebrek aan emotioneel beslisgedrag
 Verslaving)
 Iowa Gambling Task: 4 stapels kaarten, sommige zijn goede stapels wat geld
oplevert, sommige zijn slechte stapels waardoor je geld verliest. Gezonde
proefpersonen nemen eerste kaarten van alle stapeltjes maar komen er vrij
snel achter wat de goede en slechte stapeltjes zijn. Mensen met disinhibitie
syndroom blijven echter kaarten van de slechte stapeltjes kiezen
 Voorbeeld: Phineas Gage, beschadiging orbitofrontaal cortex; gedrag veranderde: brutaal,
vloeken, hield weinig rekening met anderen en geen zelfbeheersing
 Ventraal(lateraal) prefrontale cortex
o Betrokken bij: emoties, beloning, zelfbeheersing, sociaal
gedrag (affectieve functies)
2

, o Laesie: Disinhibitie syndroom (verandering in persoonlijkheid)
o Broca afasie (inferior frontal gyrus, linker hemisfeer)
 Verminderde taalproductie, taalbegrip goed
(verstaan/begrijpen)  Wada test (kijken of taal
links of rechts ligt)
 Brabbelen
 Agrammatisme (= moeite met zinsopbouw,
grammaticaregels)
 Mediale prefrontale cortex
o Betrokken bij: begeleiden en monitoren van gedrag (ACC speelt
ook belangrijke rol hierin)
o Geassocieerd met zelf-perceptie en perceptie van anderen
 Simulation theory: iemand anders gedrag observeren,
onbewust imiteren (gezichtsuitdrukkingen, blikken in
de ogen) en dan fysiologisch respons voelen dat we er
dan vanuit gaan dat het gevoel wat wij krijgen gelijk is
aan het gevoel dat de ander zal hebben  Perception-
action model van empathy
o Laesie: supero-mediaal frontal letsel (schade aan Anterior Cingulate Cortex; ACC)
 Supervisory Attentional System (SAS; monitoring systeem): ‘oeps’ centrum is
aangedaan
 Minder foutgevoelig, onvoldoende bewaken en corrigeren
 Problemen met vasthouden van een intentie
 Motivatie probleem
 Afhankelijk van omgevingsstimuli: ultilisation behavior en/of impulsieve
dadendrang (= gedrag is extreem afhankelijk van prototypische reactie. Niet
in staat om hun reactie af te remmen of flexibel aan te passen aan de
context waarin ze zich bevinden)
o Stop-signaal test: taak uitvoeren waarin wordt gekeken naar hoelang het duurt voor
het stoppen van geplande respons. Wanneer een stop-signaal wordt getoond, is er
activiteit in de frontale gyrus. Inhibitie van geplande respons ontstaat in dit
hersengebied. Patiënten met laesies van de frontale kwab zijn traag in het afbreken
van een geplande respons. Veel failed stop trials; ze hadden moeten stoppen maar
hebben toch gedrukt




PARIETAAL CORTEX
S1: Primaire somatosensorische cortex (postcentral gyrus)
3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evajoosten1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83662 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.28
  • (0)
  Add to cart