2.1⎹ De stralingsbalans van de aarde
De zon is de belangrijkste energiebron voor de aarde.
● 🌝→ straling → 🌍 atmosfeer en aardoppervlak verwerken → 🌌
(stel je voor er zijn 100 stralingen van de zon)
○ stofdeeltjes (3) , aardoppervlak (9) en wolken (19) kaatsen straling terug
○ atmosfeer absorbeert (20)
○ de rest bereikt aardoppervlak (49)
Inkomende straling is kortgolvige straling = straling die bestaat uit elkaar kort opvolgende
trillingen.
De atmosfeer is te dun om door deze straling te absorberen, maar het aardoppervlak wordt
er wel door verwarmt. Dit aardoppervlak straalt daarna langgolvige straling uit = straling die
bestaat uit relatief trage trillingen.
→ aardoppervlak straalt meer stralingen uit dan dat het ontvangt. (114 ipv 100)
● dit komt door het broeikaseffect. (95)
● hiervan verlaten 12 de aarde direct, de andere 102 worden geabsorbeerd door
de atmosfeer → 95 terug naar de aarde.
Maar 49 + 95 is niet 114, maar 144. Die andere 30 worden omgezet in energie:
1. latente energie (23) → verdamping water
2. voelbare warmte (7) → warmte die je voelt
Terug naar de 102 in de atmosfeer. 102 + 30 (energie) + 20 (kortgolvig) = 152, en niet 95. De
overgebleven 57 worden teruggestuurd naar het heelal als langgolvig.
Dit alles is de stralingsbalans = het dynamisch evenwicht in inkomende en uitgaande straling
op aarde.
Van de 100 → 31 kortgolvige en 69 langgolvige terug naar het heelal: uitgaande straling.
Zonder dit evenwicht zou de aarde opwarmen of afkoelen.
Het broeikaseffect is het absorberen van langgolvige straling door de atmosfeer; cruciaal
voor het klimaat op aarde. Het pompt de aarde rond voordat het teruggaat naar het heelal.
→ zonder broeikaseffect veel te koud op aarde.
Atmosfeer:
● 78% stikstof
● 21% zuurstof
● 1% andere gassen → cruciaal voor het broeikaseffect (waterdamp, methaan en
koolstofdioxide.
→ zorgt voor versterkt broeikaseffect = deel van broeikaseffect dat wordt
veroorzaakt door menselijk handelen → uitstoot koolstofdioxide.
Niet overal even warm:
○ tropen: zon hoog aan de hemel, straling loodrecht op aarde → klein oppervlak
verwarmen. Warm
○ onze breedte: zon staat stuk lager, straling schuin op aarde → groot stuk verwarmen
kouder
○ hoe hoger (bergen), hoe dunner de lucht (weinig bescherming zon en benauwd),
minder sterk broeikaseffect, kouder.
, 2.2⎹ Wereldwijde luchtstromen
De atmosferische circulatie = algemeen systeem van luchtstromen op aarde en de daarbij
behorende lage- en hogedrukgebieden:
● Warme lucht zet uit → per volume-eenheid minder luchtdeeltjes, minder zwaar en drukt
minder hard op aardoppervlak: lagedrukgebied. Door de lage luchtdruk, kan de lucht
gemakkelijk opstijgen. Dit gebeurt in de tropen.
○ De luchtdruk neemt af met de hoogte. Ook koelt de lucht af. Deze lucht kan
minder vocht vasthouden → regen.
● Als de lucht is afgekoeld, gaat deze weer dalen. Het is zware lucht die op het
aardoppervlak drukt: hogedrukgebied. De lucht is droog. Dit gebeurt op 30° noorder-
en zuiderbreedte.
● Nu stroomt de lucht aan het aardoppervlak deels terug naar de evenaar, en deels
naar de polen. Rond 60° NB en ZB stijgt de opgewarmde lucht weer op tegen koude
lucht van de polen → lagedrukgebied met regen en wind (Nederland). Niet zo stabiel als
in de tropen.
● Rond de polen is het koud → de lucht is zwaar en daalt: hogedrukgebied.
Lucht stroomt van hoge druk naar lage druk, maar er zit een afwijking in doordat de aarde
draait. Daarom is er de wet van Buys Ballot / het corioliseffect:
Wind in de rug: zuidelijk halfrond afwijking naar links, noordelijk halfrond afwijking
naar rechts.
Deze afwijking ontstaat doordat de baansnelheid in de tropen bijv. sneller is dan bij ons. Als
de wind van hoge naar lage baansnelheid waait, raakt de wind voor. In Nederland gebeurt
dat bij onze (zuid)westenwinden die met de aarde meewaaien. Als een wind van lage naar
hoge baansnelheid waait, raakt de wind achter.
Dit laatste gebeurt bij de passaten =
● Wind die van de subtropische hogedrukgebieden (30° NB en ZB) richting de evenaar
waait. Op het noordelijk halfrond komt deze uit het noordoosten, op het zuidelijk
halfrond uit het zuidoosten.
De hoogte van de zon varieert met het jaargetijde → niet altijd passaat.
De intertropische convergentiezone (ITCZ) schuift hier om naar het noorden in de zomer, en
naar het zuiden in de winter (vooral op het land → warmt sneller op). De passaat komt dan op
een ander halfrond terecht en krijgt een andere afwijking → moesson =
● Wind die van de subtropische hogedrukgebieden richting de evenaar waait, die
vervolgens kruist en van richting veranderd. Op het noordelijk halfrond komt deze uit
het zuidwesten, op het zuidelijk halfrond uit het noordwesten.
2.3⎹ Oceaan- en zeestromen
Wind waait op veel plaatsen vaak uit dezelfde richting (NL vaak zuidwestenwind). Wind die
over zee waait, sleurt zeewater mee, waardoor er zeestromen ontstaan met hetzelfde
patroon als luchtstromen.
Warme zeestroom = zeestroom afkomstig uit warm gebied. Doordat de golfstroom van het
Caribische gebied naar Noordwest-Europa stroomt, zorgt het voor een warmer en vochtiger
klimaat.
Koude zeestroom = zeestroom afkomstig uit koud gebied. In de subtropen zijn aan de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller simonevinnevander. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.