Samenvatting van alle colleges aangevuld met het boek voor het vak Psychologie
24 views 1 purchase
Course
Psychologie (AB_1124)
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Book
Psychology
Dit document bevat alle benodigde informatie voor het vak Psychologie. Het bevat de informatie uit het boek en van de colleges. Hiermee kom je geen informatie tekort.
TEST BANK -- SUMMARY INTRODUCTION TO PSYCHOLOGY, 8TH EDITION BY PETER O. GRAY (AUTHOR), DAVID BJORKLUND (AUTHOR)PART 1 (PB0014) -- SAMENVATTING INLEIDING TOT DE PSYCHOLOGIE, 8E EDITIE DOOR PETER O. GR...
Introduction to Psychology (Ch.1-16)
Samenvatting Psychology - Introductory Psychology and Brain & Cognition (7201702PXY)
Er zijn drie psychologische gedachten stromingen: materialisme, empirisme en nativisme
Materialisme: gedrag en gedachte/gevoelens hebben een fysieke oorzaak welke wetenschappelijk
bestudeerd kan worden.
- Descartes: vorm van scheiding geest en lichaam waarbij het lichaam geheel autonoom
(machine) was en de geest door de ziel kon denken.
- Hobbes: er bestaat geen ziel, alles is verklaarbaar uit fysieke processen.
- Magendie: er zijn twee zenuw paden, 1 voor prikkels van de zintuigen naar de hersenen
en 1 voor commando’s van de hersenen naar de spieren.
- Sechenov: kwam met het idee dat alle gedragen reflexen zijn op omgevingsprikkels =
reflexologie.
- Pavlov: Pavlov effect -> hond met bel
- Muller en Flourens: verschillende delen van de hersenen hebben verschillende functies.
Empirisme: de manier waarop mensen gedragen, denken en voelen verandert in de loop van de tijd
als gevolg van opgedane ervaringen.
- Hobbes: van mening dat alle verschijnselen uit stofdeeltjes bestonden, dus ook het
bewust zijn of de ziel van mensen zou voortkomen uit de bewegingen van stofdeeltjes in
de hersenen.
- Locke: als het hele lichaam inclusief de mentale ervaring een materiële machine was, dan
moest de omgeving , via de zintuigen, verantwoordelijk zijn voor de kennis over die
omgeving die in dat lichaam aanwezig was.
o Tabula rasa: een mens begint met lege hersenen die gevuld wordt door
ervaringen en indrukken.
o Primaire kwaliteiten: de ideeën die direct overeenkomen met de materie die het
veroorzaak heeft (getallen en grootte)
o Secundaire kwaliteiten: hebben geen overeenkomst met hetgeen waardoor het
veroorzaakt is (smaak, kleur en tempratuur)
o Samengestelde ideeën: deze worden gevormd door de combinatie van meerdere
enkelvoudige ideeën.
- William James: zijn idee was dat er voor het onthouden van een bepaalde gebeurtenis,
zoals een bezoek aan de bar, meerdere connecties gemaakt moeten worden tussen de
componenten van de avond (associatie -> associatisme)
Nativisme: de manier waarop het lichaam werkt en gedrag/gedachten en gevoelens veroorzaakt, is
een evolutionair gevolg van natuurlijke selectie.
- Leibniz, Kant: de opvatting dat de mens, onafhankelijk van de ervaringen die hij opdoet
tijdens het leven, enige vorm van aangeboren, a priori kennis bezit die hem helpt de
wereld te begrijpen.
- Darwin: evolutietheorie
,Elk gedrag en gevoel kan vanuit de psychologie op 9 manieren worden bestudeerd:
Type Richting Wat
Biologisch (nativisme) Neuraal Zenuwstelsel
Fysiologisch Hormonen en chemische
processen
Evolutionair Natuurlijke selectie
Genetisch Genen
Overige (ervaringen/empirisme) Leer theoretisch Eerder ervaringen
Cognitief Kennis en overtuigingen
Sociaal Invloed van anderen
Cultureel Cultuur samenleving
Ontwikkeling Veranderingen in de loop van
het leven
,Hoofdstuk 2: methodologie
Aantal fundamenten aan de hand van het verhaal van Clever Hans (paard dat door hoofdbewegingen
van wetenschappers het antwoord kon geven):
- Objectieve observaties: gedrag leidt tot het opstellen van theorieën over de verklaring
van gedrag die mogelijk waar zouden kunnen zijn.
- Scepticisme: proberen een theorie onderuit te halen.
- Hypotheses testen
- Het kan zo zijn dat degene die worden onderzocht (mensen en dieren) zien hoe de
wetenschappers reageren op hun gedrag en vervolgens hun gedrag daarop aanpassen
met het gewenst gedrag.
3 type onderzoekdesigns:
- Experiment: in een experiment proberen we de situatie zoveel mogelijk onder controle
te houden, en manipuleren we een onafhankelijke variabele. De afhankelijke variabele
blijven allemaal hetzelfde. -> oorzaak-gevolg relatie
o Within-subject: experiment waarbij dezelfde persoon meerdere experimenten
doet
o Within-groep: experiment waarbij verschillende groepen een verschillende
experiment ingaan met andere variabele.
- Correlatie: geen manipulatie voer je uit meestal vanwege ethische bezwaren of
praktische redenen. -> geen oorzaak-gevolg, wel een verband
- Beschrijvende studies: het meest geschikt als we in veel detail willen beschrijven hoe
processen verlopen. -> geen oorzaak-gevolg en geen verband
2 soorten onderzoek settingen:
- Laboratoriumonderzoek:
o Voordeel: zeer nauwkeurig de omgeving beheersen en precies kan manipuleren
wat hij wil onderzoek.
o Nadeel: de laboratoriumomgeving is vrij steriel en heeft weinig relatie tot de
dagelijkse praktijk.
- Veldonderzoek:
o Voordeel: veel inzicht op het gedrag van mensen dat zich afspeelt in alledaagse
context.
o Nadeel: omgeving veel moeilijker te controleren
2 soorten dataverzameling:
- Zelfrapportage: vragen we aan mensen om zelf te beschrijven hoe zij zich gedragen of
wat zij denken of voelen. -> probleem is dat je mensen zelf laat oordelen waardoor de
objectiviteit van je onderzoek in het geding is.
- Observatie: je kijkt naar wat mensen doen. -> probleem is dat mensen zich vaan anders
gedragen als zij weten dat ze geobserveerd worden (Hawthorne effect), daarom moet
het zo onopvallend mogelijk gebeuren.
, 2 soorten statische procedures:
- Beschrijvende statistieken: mediaan, gemiddelde, standaard afwijking en
correlatiecoëfficiënt.
- Inferentiële statistieken: verklarend, maakt gebruik van kansrekening
Statistisch significant: als de P-waarde lager is dan 0,05, dat betekent dat de kans dat de resultaten
zijn ontstaan als een random resultaat lager is dan 5%. Van invloed op de P-waarde zijn:
- De omvang van het waargenomen effect: hoe groter hoe beter
- Het aantal onderwerpen dat wordt bestudeerd
- De hoeveelheid variatie in data binnen elke groep: hoe minder variatie hoe beter
Bias: als de ene testgroep systematisch afwijkt ten opzichten van de andere testgroep. Ook kan bias
komen door verwachtingen van waarnemers of door verwachtingen van respondenten. Dit kan
worden voorkomen door de waarnemers en respondenten ‘blind’ te houden. Als zowel de
waarnemer als de respondent blind is is er sprake van dubbel blind onderzoek.
Betrouwbaarheid:
- Vervangbaarheid/herhaalbaarheid: elke keer dat de test wordt gedaan onder dezelfde
omstandigheden komen dezelfde resultaten eruit.
- Interobservatie: de mate waarin een bepaalde observatie door verschillende
waarnemers op dezelfde manier wordt waargenomen.
Validatie: de mate waarin de gemeten afhankelijke variabelen daadwerkelijk met elkaar te maken
hebben. Als het zo is dat het verband heeft met elkaar dan is er spraken van gezicht validatie (face
validity)
Er zijn 3 ethische kwesties bij het doen van psychologisch onderzoek:
- Privacy
- Ongemak of materiële/immateriële schade
- Misleiding
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller josefienboon. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.