1.1
De aarde is ongeveer 4,6 miljard jaar oud, de ouderdom van de aarde word
aangegeven op een geologische tijdschaal. Deze is onderverdeeld in tijdperken,
perioden en tijdvakken.
De aarde is opgebouwd uit:
- De kern, dit is het binnenste gedeelte. Door de hoge druk is de kern in een
vaste vorm
- Mantel, deze ligt om de kern heen, hier is de druk en de temperatuur lager en
is het taai-stroperig
- Aardkorst, deze is vast en breekbaar en drijft op de asthenosfeer
Lithosfeer- de buitenste schil van de aarde, bestaat uit de aardkorst en het
vaste buitenste gedeelte van de aardmantel. Het wordt onderverdeeld in de
continentale korst (bestaat uit graniet) en de oceanische korst (bestaat uit basalt)
Asthenosfeer- het bovenste deel van de mantel tot aan de lithosfeer.
1.2
Vroeger hadden wetenschappers een catastrofetheorie: geologen gingen ervan uit
dat ingrijpende veranderingen aan het aardoppervlak vrij plotseling en op rampzalige
wijze tot stand zijn gekomen.
Nu hebben we het actualiteitsbeginsel: het heden is de sleutel tot het verleden,
processen herhalen zich gedurende de tijd.
Alfred Wegener vond in 1912 bewijzen dat de continenten aan elkaar vast zaten.
Volgens Wegener bestaan continenten uit licht gesteente en drijven zij op iets dat
min of meer vloeibaar is, en dat deze platen ten opzichte van elkaar bewegen.
Hij bedacht dat alle continenten ooit samen 1 oercontinent vormden, deze noemde
hij Pangea.
30 jaar daarna werd er ontdekt dat de oceaanbodem niet vlak is, maar bestaat uit
ravijnen, greppels en spleten. Door de oceaan lopen bergketens (mid-oceanische
ruggen). De aardkorst is onder de oceanen heel jong, maar word ouder als je verder
naar het oosten of het westen gaat.
Het aardmagnetisch veld veranderd in loop van de geologische geschiedenis, de
verklaring hiervoor is dat continenten veranderen van positie ten opzichte van polen.
, 1.3
De lithosfeer bestaat uit 7 grote en kleine platen, deze drijven op de asthenosfeer.
De asthenosfeer beweegt door de inwendige warmte van de aarde. Het hete magma
komt omhoog, botst tegen de lithosfeer, stroomt horizontaal en zakt als het is
afgekoeld is weer naar beneden. Deze heten convectiestromen.
Platentektoniek- de processen waardoor platen ontstaan, bewegen en verdwijnen.
Platen kunnen op drie manieren bewegen ten opzichte van elkaar:
convergent divergent transform
convergent
bij convergentie bewegen twee platen naar elkaar toe, dit kan op 3 manieren.
- Een oceanische plaat kan tegen een continentale plaat botsen, de oceanische
plaat is zwaarder en duikt daarom onder de continentale plaat. De plek waar
dit gebeurt heet een subductiezone en kan je herkennen aan een diepzeetrog.
Hierdoor ontstaan explosieve vulkanen en zware aardbevingen.
- Twee oceanische platen botsen: de oudste zwaardere plaat duikt onder de
jongere plaat en er ontstaat een vulkanische eilandboog.
- Twee continentale platen botsen. Hierdoor ontstaan plooiingsgebergten.
Divergent
bij divergentie bewegen platen van elkaar af. Deze beweging vind plaats tussen 2
oceanische platen. Hierdoor ontstaan mid-oceanische ruggen. Een andere vorm van
divergentie is als platen scheuren, langs de breuken kan magma omhoog komen en
kunnen er vulkanen ontstaan.
Transform
Hierbij schuiven de platen langs elkaar, dit leidt tot horsten en slenken.
1.4
Eruptie- een vulkaanuitbarsting, hierbij komt magma naar buiten.
Vulkanen komen het meest voor bij de randen van platen, een uitzondering is de
hotspot. Dit is de top van een gesmolten pluim. Boven een hotspot ontstaat een
vulkaan die langzaam wegdrijft met de bewegende plaat die erover heen gaat. Een
hotspot ligt vast in de mantel en beweegt niet mee met de platen, hierdoor ontstaat
er een rij vulkanen.
Er zijn verschillende soorten vulkanen
- Schildvulkaan- de lava is vloeibaar, het stroomt ver weg en daarom heeft de
vulkaan een brede basis en flauwe hellingen. Het heeft een effusieve eruptie
- Spleetvulkaan- zeer vloeibare en snelstromende lava stroomt uit lange
scheuren naar buiten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurvdhoek54. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.