Dit document is een samenvatting van alle literatuur van het vak Bestuurskunde: introductie. Het betreft een uitgebreide samenvatting, waarin de kern van alle artikelen wordt beschreven. Met deze samenvatting is een 9 gehaald.
Probleem 1
Op welke wijze kunnen de verschillende partijen zich bemoeien met de overlast in de wijken en
welke kenmerken hebben zij. Wat zijn de voor- en nadelen van deze partijen?
Uit het artikel van Streeck en Schmitter kunnen we vier groepen onderscheiden die verantwoordelijk
zijn voor de sociale orde, namelijk: de samenleving, de markt, de staat en de verenigingen. Deze vier
partijen kunnen zich dus met de overlast bemoeien.
De samenleving doet dit op basis van een solidariteitsprincipe. Burgers maken onderlinge afspraken
en houden zich hieraan. Een voordeel van deze partij is dat zij wederzijds vertrouwen kan creëren.
Een ander voordeel is dat dit kostenbesparend is voor de overheid. Een nadeel is dat deze groep in
staat is om de markt te ondermijnen. Bovendien is er sprake van een sociaal dilemma: burgers zullen
proberen om onder de afspraken uit te komen, omdat hun individuele opbrengsten dan het hoogst
zijn.
Een andere partij is de overheid. De overheid heeft veel verschillende verantwoordelijkheden en
taken, die verder toegelicht worden bij de tweede vraag. Een nadeel is dat de overheid de markt kan
verstoren. Tegelijkertijd heeft de overheid het monopolie op het afdwingen van regels, als enige
partij. Zij staan dus boven de andere partijen en zijn het best in staat om zich met de overlast te
bemoeien.
Een derde partij is de vereniging. Zij kunnen bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen van het
overheidsbeleid, is een soort bemiddelingspartij. Tegelijkertijd kunnen zijn zorgen voor het verstoren
van de sociale orde.
De vierde partij is de markt. Een voordeel van de markt is dat dit een van de inkomsten is van de
overheid. Mede door deze inkomsten worden bijvoorbeeld collectieve goederen betaald. Een nadeel
is dat burgers en ondernemers door de markt onvoldoende worden gemotiveerd om de veiligheid,
sociale zekerheid, infrastructuur en bescherming van eindige hulpbronnen voor hun rekening te
nemen. De markt is vooral gericht op het behalen van winst en dus niet zozeer op het handhaven van
de rust.
Als alles in handen van de overheid is dan: is er geen concurrentie en geen vrijheid
Als alles in handen is van de markt dan: is er grote inkomensongelijkheid.
Waarom is de overheid verantwoordelijk en welke taken heeft zij in het algemeen?
De overheid heeft een aantal taken. Allereerst heeft zij de taak om marktfalen tegen te gaan. Dit mag
alleen wanneer dit noodzakelijk is. Het is van belang dat dit op doelmatige wijze gebeurt, zonder
hierbij een dominante positie aan te nemen (Aikins, 2009). Volgens De Beus (1988) heeft de overheid
drie functies:
De Allocatieve functie: De voorziening van publieke goederen
De verdelende functie: de totstandkoming van de rechtvaardige verdeling van inkomen en
vermogen.
Stabiliserende functie: Bestrijding van stagnerende economische groei, werkloosheid en
inflatie.
Ook in dit artikel komt naar voren dat er geldige redenen zijn voor overheidsingrijpen bij marktfalen.
Sens geeft vervolgens vier kenmerken van een rechtvaardig overheidsbeleid:
De overheid dient de vrijheids- en eigendomsrechten van de individuen te legaliseren en te
handhaven
De overheid dient een economische ontwikkeling te bevorderen die leidt tot een spreiding
van goederen onder de gehele bevolking
De overheid dient de omgeving zo te beïnvloeden dat alle individuen maximaal gebruik
kunnen maken van hun goederen
De overheid dient voorwaarden te stellen voor individueel welzijn en individuele welvaart
door een gelijkheid van basiscapaciteiten na te streven, maar dienst zich te onthouden van
directe bepaling van welzijn en welvaart.
1
, In Streeck en Schmitter lezen we dat de overheid een van de drie/vier partijen is die
verantwoordelijk is voor de sociale orde. Bij Herweijer lezen we dat de overheid de taak heeft
van het afdwingen en controleren van de regels. Ook is de overheid verantwoordelijk voor het
leveren van collectieve goederen en voor de herverdeling van de primaire inkomens. De overheid
speelt ook een rol bij bemoeigoederen.
Wie is er verantwoordelijk voor het optreden bij overlast?
In de Beus lezen we dat de overheid de vrijheids- en eigendomsrechten van individuen dient te
handhaven. In de wijk wordt veel ingebroken en mensen voelen zich niet meer vrij om de straat op te
gaan. Het is dan ook een taak van de overheid om de problemen aan te pakken en op die manier de
vrijheids- rechten te handhaven. Ook is de overheid verantwoordelijk voor het individueel
welzijn/welvaart door een gelijkheid aan basiscapaciteiten na te streven. Veiligheid is zo’n capaciteit.
Verder lezen we in de Beus drie procedures voor een intelligent beleid. De tweede procedure gaat
over de toedeling van zorgzaamheid ten aanzien van de kwetsbaren, in dit geval de burgers. De
derde procedure gaat over overheidspaternalisme. Dit houdt het beperken van de vrijheid van een
persoon of groep in naar wat wordt aangenomen hun eigen bestwil. Dit zouden twee redenen
kunnen zijn waarom de overheid verantwoordelijk is.
Volgens Hobbes, in Herweijer, is de taak van overheid om te zorgen voor regulering (de overheid
vaardigt regels uit om het gedrag van individuen/bedrijven te beïnvloeden. Staten die zich beperken
tot het bieden van interne en externe veiligheid, noemen we een nachtwakerstaat.
Hybride model: overheid speelt altijd een rol, maar gemeenschap en markt kunnen helpen
Voordeel: partijen kunnen met elkaar overleggen en visies delen
Nadeel: overzicht raakt verloren, taken moeten helder blijven. Cruciale besluiten worden lastiger,
door de onenigheid tussen partijen.
Van belang is onderlinge samenhang
2
,Het ingrijpen van de overheid in de
vrijemarkteconomie- Stephen K. Aikins, 2009
In dit artikel wordt besproken op welke manier de markt en de overheid belangrijk zijn bij het
waarborgen van de stabiliteit in een kapitalist economie.
Voorstanders van de vrijemarkteconomie zijn van mening dat de balans tussen vraag en aanbod zich
automatisch zal aanpassen aan de recessie. Vervolgens zal een nieuw evenwicht bereikt worden, die
de economie versterkt. Voorstanders van overheidsbemoeienis zeggen dat de huidige recessie en
financiële crisis voortkomen uit marktfalen. Dit zou door de overheid voorkomen moeten worden
door regelgeving en fiscale beleidsinstrumenten zonder de voordelen van een competitieve
economie te verliezen.
Aikins zegt dat zowel de vrijemarkteconomie als overheidsbemoeienis voor- en nadelen heeft, maar
dat ze beide noodzakelijk zijn voor de samenleving.
De theorie van marktfalen gaat uit van een situatie waarin bedrijven de macht hebben wat betreft
prijzen, informatie, competitie etc. Ook zorgt het voor een ongelijke verdeling van inkomen en
welvaart. Hierom zou de overheid in moeten grijpen.
In de 19e eeuw was er sprake van een ‘marktmaatschappij’. Na de grote depressie kwam Karl Max
met zijn communistische theorie tegen het kapitalisme.
Keynes was een econoom die geloofde dat interventie nodig was om de totale vraag te vergroten en
dat een bepaald totaalniveau van de vraag in een economie een evenredige hoeveelheid
werkgelegenheid zou opleveren. Volgens Keynes was het doel van staatsinterventie om de markt te
verbeteren door een hoog niveau van economische activiteit en volledige werkgelegenheid te
bereiken, waardoor de liberale marktsamenlevingen productiever, harmonischer en beter werden.
Uiteindelijk leren we van het keynesiaanse beleid dat, hoewel de regering een belangrijke rol moet
spelen in de economie, een ongeremde en doelmatige overheidsbemoeienis kan leiden tot het falen
van de regering.
Tijdens de wereldwijde crisis in 2008 gingen overheden zich weer bemoeien met de economie. Het
komt erop neer dat de politiek en de markt elkaar aanvullen, mits er sprake is van de juiste
bestuurlijke en institutionele capaciteiten.
De geschiedenis laat zien dat dominantie van zowel het vrijemarktsysteem als de overheid
dramatische economische gevolgen kan hebben. Dit komt voornamelijk doordat fouten uit het
verleden niet voorkomen werden en doordat er niet gebouwd werd op behaalde successen.
De overheid is afhankelijk van de markt voor investeringen, productie, werkgelegenheid, hogere
levensstandaarden en overheidsinkomsten. De markt is afhankelijk van de overheid om
winstgevendheid te garanderen. Deze twee moeten dan ook naast elkaar bestaan op een manier die
bijdraagt aan een duurzame en levendige economie en die de democratische samenleving
respecteert. Deze co-existentie is noodzakelijk voor de samenleving en vereist een zorgvuldige
analyse en een verstandig oordeel van zowel de marktdeelnemers als de beleidsmakers.
3
, Het optimale, het fundamentele en het procedurele,
De Beus (1988)
Een notitie over de overheidstaken in de naoorlogse welvaartstheorie
Samenvatting
De bijdrage van de welvaartstheorie aan het huidige debat over de kerntaken van de overheid is
drieledig. Zij houdt zich bezig met het optimale budget als afgeleide van staatsfuncties, met de
rechtsorde als fundament van het streven naar efficiëntie, en met politieke en bestuurlijke
procedures voor vergroting van maatschappelijke welvaart. De geschiedenis van de naoorlogse
welvaartstheorie wordt in drie perioden verdeeld. Elke periode wordt getypeerd en geïllustreerd.
Drie beelden van de overheid
De welvaartstheorie houdt zich bezig met de vraag onder welke voorwaarden de maatschappelijke
behoeftebevrediging het grootst is. Het houdt zich bezig met de institutionele beschrijving van het
realiseren van deze voorwaarden. En met de kritische beoordeling van de bestaande
maatschappelijke toestand vanuit het oogpunt van de maatschappelijke welvaart. Dit gaat over de
rol van de overheid binnen de gegeven restricties aan de aanbod- en vraagzijde. Deze
welvaartstheorie wordt beheerst door controversen (meningsverschillen).
In de jaren vijftig en zestig overheerst het geloof in de corrigerende overheid. In de jaren zestig en
zeventig komt de angst op voor de destructieve overheid. In het huidige decennium is men op zoek
naar de intelligente overheid.
Naar het optimale: de overheidsfuncties
Musgraves kent drie functies toe aan de overheid:
De Allocatieve functie: De voorziening van publieke goederen
De verdelende functie: de totstandkoming van de rechtvaardige verdeling van inkomen en
vermogen.
Stabiliserende functie: Bestrijding van stagnerende economische groei, werkloosheid en
inflatie.
Musgraves zegt dat de allocatieve functie pas duidelijk wordt als het overleg tussen maatschappelijke
groepen mislukt. Deze functie kan worden uitgebreid met twee categorieën: de onzuivere collectieve
goederen (individuele goederen met externe effecten) en de bemoeigoederen.
De verdelende functie is gericht op het aanpassen van de primaire inkomensverdeling en op de
prijsvorming. De overheid kan hier kiezen uit natuurrechtelijk, utilitaristische en egalitaristische (idee
van gelijkheid) verdelingscriteria.
De stabiliserende functie is gericht op het beïnvloeden van de effectieve (totale) vraag.
In de ideeën van Musgraves zien we de optimistische visie op het vermogen en de bereidheid van de
democratische overheid om de spanningen in de samenleving tussen individuele rationaliteit en
maatschappelijke optimaliteit op de te lossen. Er kwam een standaardtheorie over de marktfalen.
Deze theorie houdt in dat er geldige redenen zijn voor overheidsingrijpen als er sprake is van:
Te weinig aanbod
Een tekort aan consumptieve en productieve activiteiten met positieve externe effecten of
een overdaad aan activiteiten met negatieve externe effecten
Een bedrijfstak met dalen kosten
Een markt met informatieasymmetrie
Een gebrek aan autonomie (zelfstandigheid) van consumenten
Een uitschakeling van concurrentie.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lieskezijlstra2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.