Het is een mooie samenvatting die je helpt valkuilen te vermijden rond het observeren en rapporteren van je observaties. Help jezelf professioneler aan de slag te gaan! Er staan verschillende soorten observatietechnieken in, die jou kunnen inspireren en uiteraard jouw project/verslag extra onderbo...
,Zie aan het eind van elk hoofdstuk welke begrippen je moet weten‼
Wat je moet kunnen voor het tentamen.
Na afronding van deze module ben je in staat tot het:
1. Formuleren van een heldere en eenduidige (observatie)doelstelling. (Assessen en
praktijkgericht onderzoeken)
2. Formuleren van een eenvoudige onderzoeksvraag. (Praktijkgericht Onderzoeken)
3. Ontwikkelen van een onderzoeksplan. (Praktijkgericht onderzoeken)
4. Correct toepassen van aangereikte observatieinstrumenten. (Assessen)
5. Ontwikkelen van een eenvoudig observatieinstrument. (Assessen)
6. Verkrijgen van bruikbare gegevens uit observatieonderzoek. (Assessen en
Praktijkgericht Onderzoeken)
7. Juist interpreteren van verkregen gegevens. (Assessen en Praktijkgericht
Onderzoeken)
8. Correct weergeven van resultaten van een observatie. (Assessen en
Praktijkgericht Onderzoeken)
9. Het formuleren van een kritische blik op eigen onderzoek. (Praktijkgericht
Onderzoeken)
Het presenteren en publiceren van de resultaten, conclusies en aanbevelingen van het
onderzoek. (Praktijkgericht Onderzoeken
Hoofdstuk 1 Observeren, eenvoudig…. Of toch niet?
Verbaal gedrag: Omvat alles wat de persoon in woorden uitdrukt.
Non-verbaal gedrag: Omvat alle signalen die je niet in woorden uitdrukt, zoals
gelaatsuitdrukking, oogcontact, lichaamshouding, gebaren en bewegingen en
stemgebruik.
De manier waarop je andere non-verbale signalen en fysiek kenmerken interpreteert is
sterk afhankelijk van omgeving, plaats en tijd. Naast maatschappelijke waarden en
normen, beïnvloeden ook de eigen persoonlijkheid en ervaring de expressie en de
interpretatie van lichaamstaal en non-verbaal gedrag. Je gemoedstoestand, ziekte of
gezond, boos of verdrietig, geven al een verstoring in de waarneming. Blijvende
invloeden zoals persoonlijkheid, denk- en voelwijzen, sociale en culturele achtergrond
geven allen vorm aan je observaties. Het tijdperk, de plaats en de situatie bepalen
verder de waarneming van, of interacties met, anderen.
De eerste indruk: zijn de eerste gedachten en gevoelens die je over iemand vormt op
basis van je allereerste waarneming van de persoon.
Observeren in het dagelijkse leven biedt dus niet alleen informatie over hoe anderen zich
aan jou voordoen, maar ook over hoe je zelf wordt waargenomen. Observatie vervult
meerderen doelen:
• Over anderen, waarmee je al dan niet direct communiceert
• Over relaties en situaties, waarbij je al dan niet betrokken bent
• Over jezelf, voornamelijk door middel van zelfobservatie en zogeheten ‘afgeleide ‘
observatie
Zelf observatie: Is de waarneming van je eigen gedrag en innerlijke prikkels
(lichamelijke gewaarwording, gevoelens en gedachten)
Afgeleide observatie: Is jouw waarneming van hoe anderen zich tegenover jou
verhouden, waaruit jij gaat afleiden wat zij over jou denken en voelen.
2
, Spiegelneuronen: Zijn speciale hersencellen die actief worden door het observeren. De
spiegel neuronen bevinden zich op dezelfde plaats, waar je brein actief wordt wanneer je
zelf handelingen uitvoert. Spiegelneuronen spiegelen dus de handelingen van een ander
door observatie. Ze worden ook actief wanneer je de emoties van andere observeert, ze
dragen dus bij tot inlevingsvermogen.
Attributie: Is het automatisch toekennen van betekenis aan en het zoeken naar
verklaring voor het gedrag van anderen en jezelf.
Observeren in het dagelijks leven gebeurt onbewust. Alledaags observeren: Omvat
het voortdurend en ongemerkt waarnemen, verwerken en interpreteren van zintuiglijke
prikkels.
Bij het alledaags observeren treden heel wat vertekeningen op.
Observeren in het dagelijks leven is dus subjectief, continu en impliciet persoons-,
situatie- en momentgebonden proces van gedragswaarnemingen en interpretatie.
Waarnemen: Bestaat zuiver gesteld uit opnemen van prikkels via zintuigen, ook
innerlijke gewaarwordingen behoren hiertoe (jeuk, pijn, warmte).
Observeren als beroepsvaardigheid om gedrag, personen of situaties te begeleiden
noemen we professioneel observeren.
Professioneel observeren: Is bewust en met doelgerichte aandacht via zintuigen
waarnemingsprikkels in zich opnemen en verwerken.
Deze definitie bevat een viertal aan onderdelen, die meteen ook kwaliteitseisen van
systematisch observatie in het werkveld aangeven.
Ten eerste is er sprake van ‘op bewuste wijze’ informatie opnemen. Tijdens
professionele observatie besef je dat je aan het observeren bent. Je staat stil bij een
aantal vragen, zoals: Hoe ga ik observeren? Welke factoren kunnen geldigheid van
observatie negatief of positief beïnvloeden?
Ten tweede is er sprake van doelgerichte aandacht. Wanneer je observeert in de
beroepspraktijk, span je je doelgericht in om gedragsinformatie te verzamelen. Je dient
dan keuzen te maken over het soort informatie dat nodig is om een antwoord te
verzamelen. Je dient dan keuzen te maken over het soort informatie dat nodig is om een
antwoord te krijgen op de vragen: Wie of wat ga je observeren, en waarom? Je dient ook
te weten wanneer jouw aandacht al dan niet beschikbaar zal zijn. Je aandacht schommelt
bijvoorbeeld tijdens de dag. Vaak word je afgeleid door aspecten van de omgeving. Dan
moet je je extra inspannen om je aandacht beschikbaar te houden voor het gedrag dat je
wilt observeren.
Ten derde gebeurt observatie via zintuigen. Je neemt waar met behulp van je ogen,
oren de geur, tast- en smaakzin. Dit zijn je natuurlijk ‘instrumenten’, nog voor je andere
hulpmiddelen gebruikt, zoals pen en papier. Zonder de zintuigen, kun je niet waarnemen!
Bij de mens zijn alle zintuigen niet in gelijke mate ontwikkeld. Baby’s doen nog in grote
mate een beroep op de vijf zintuigen. Naarmate je opgroeit, neem je de omgeving vooral
waar met behulp van zicht aangevuld door het gehoor. Tast, reuk- en smaakzin blijven
veelal voorbehouden voor specifieke contexten.
Ten vierde wens je de observaties meestal ook op de ene of andere manier te registreren
en te bewaren. Dit verdient enige uitleg. Tijdens de observatie neem je waarnemingen
eerst op in de vorm van prikkels die je zintuigen bereiken. De zintuigen sturen deze
prikkels door naar de hersenen, waar ze bewerkt worden. Het brein selecteert,
organiseert en interpreteert de waarnemingsprikkels dus verder. Dit proces noemen we
perceptie. Perpectie: is verdere bewerking van de zintuiglijke prikkels of
gewaarwordingen door het brein tot zinvolle gehelen.
Eerst het brein de zintuiglijke prikkels in het kortetermijn geheugen voor aanvankelijke
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Max2mindd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.