Uitgewerkte examenvragen
GENETICA
2e bachelor Biochemie-Biotechnologie
1
,Teken een DNA helix & belangrijkste zaken aanduiden
- Fosfosuiker ruggengraat
- Grote groeve
- Kleine groeve
- A-T en G-C basenparen
- Antiparallel
- Bouwstenen = monofosfaat nucleotiden
- Precursoren = trifosfaat
Sequenties coderen voor RNA, eiwitten,
regulatorische sequenties,...
Wat zijn de cis en trans acting factors bij splicing en wat is het mechanisme
De cis acting factoren:
- De sequentie in het intron (meestal GU als 5’ donor en AG als 3’ acceptor).
- De branch sequentie 30 basen upstream van
de 3’ acceptor bevat een A-base, en is ook een
belangrijk cis element tijdens de splicing.
- De laatste base van het voorgaande exon
- De eerste base van het volgende exon
De trans acting factoren:
- Het spliceosoom met snurps (snRNPs, small
nucleotide riboproteins).
Het mechanisme van (standaard) splicing:
Dit is een transesterificatie reactie die wordt
gekatalyseerd door de snurps in het spliceosoom.
De hydroxylgroep van
de A-base in de branch sequentie → gaat de
fosforgroep van
de laatste base in het exon aanvallen → De hydroxylgroep van de laatste base van het
voorgaande exon is nu vrij → gaat de fosfaat van de eerste base van 2e exon aanvallen →
intron gaat vrijkomen en gaat het exon hersteld worden.
2
,Bespreek lysogene fagen
Lysogene cyclus komt voor bij getemperde fagen
Het lambda genoom wordt in het gastheerchromosoom
geïnsereerd
→ Profaag = inactief geïntegreerd faaggenoom
→ Lysogene bacterie = bacterie die de profaag bevat
→ 1 op 104 tot 107 volgen lysogeen op rijk milieu
Lysogene cyclus
= Fagen worden door bacteriën gesecreteerd /
faaggenomen worden gerepresseerd en in gastheercel
opgenomen
Tijdens inpakken genoom in kapsel:
Faaggenoom wordt geknipt op de cos-sites
→ 12 basen lange ss complementaire uiteinden
(2x) Bespreek retrotransposons
= transposons die voorkomen bij eukaryoten
→ Transpositie via RNA intermediair
Het DNA element wordt geflankeerd door LTR (long terminal repeats).
Bij transcriptie: DNA omgezet in mRNA → mRNA wordt vertaald & bevat sequenties voor
een reverse transcriptase
(soms ook een integrase om het retrotransposon in het genoom te integreren)
Dit reverse transcriptase zal het retrotransposon mRNA omzetten in DNA.
Deze DNA sequentie kan via transpositie worden geïnsereerd in een andere plaats in het
chromosoom of in het genoom.
Meest voorkomende retrotransposons bij de mens:
LINEs (long interspersed elements)
= L1 sequenties
→ 21% van het genoom
SINEs (short interspersed elements)
= Alu sequenties
→ 10% van ons genoom
Gene jumping gebeurt door aanwezigheid Ty
element:
- Lijkt niet op IS element
- Karakteristiek lijkend op genoom retrovirus
3
, (3x) Woordje: LINE
LINEs (long interspersed elements)
= L1 sequenties
→ 21% van het genoom
→ 1 vd meest voorkomende retrotransposons bij de mens
(Transposons kunnen mutaties veroorzaken omdat ze kunnen insereren op random plaatsen
en dus ORFs kunnen onderbreken)
Woordje: SINE
SINEs (short interspersed elements)
= Alu sequenties
→ 10% van ons genoom
→ 1 vd meest voorkomende retrotransposons bij de mens
(Transposons kunnen mutaties veroorzaken omdat ze kunnen insereren op random plaatsen
en dus ORFs kunnen onderbreken)
Wat zijn transposons, waarom zijn ze mutageen en hoe zorgen ze voor
genoomherrangschikkingen?
Transposons kunnen mutaties veroorzaken
omdat ze kunnen insereren op random plaatsen
en dus ORFs kunnen onderbreken
= Mobiliseerbare elementen
→ 35% van ons genoom
→ 100 tot 10.000 bp
→ Meestal random verspringen
→ Targeting: Soms voorkeur bepaalde regio
Klasse 1
= Retrotransposons
Klasse 2
= DNA transposons
Nodige elementen voor springen transposon:
AC element
= 11 bp niet perfecte inverted repeat
→ 2 ORFs
→ 1 ORF codeert voor transposase
DS element
Lijkt op het AC element
→ Draagt deletie in transposase gen → Heeft AC nodig om
te transposeren
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NVbiochem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.56. You're not tied to anything after your purchase.