Ik heb in dit document de hoofdzaken van analytische kostencalculatie proberen samenvatten. Ik vond het boek redelijk onduidelijk dus dit is eigenlijk de "theorie" die ik heb geleerd bij de oefeningen. Ik had 19/20 dus ik denk dat dit redelijk goed is gelukt.
1) BOUWSTENEN
Grondstoffen:
Transport, accijns en douanekosten worden in rekening gebracht (+) voor het
berekenen van de waarde van de voorraad.
Afschrijvingen:
Vast % op de BW Kleinste rekenkundig gemiddelde
√
n RW 100
% = 100 – 100 n
BW x=
n
% wordt altijd berekend op (AW – RW)
Sinking fund Annuïteiten
( A−R )∗i ( A−R) Annuïteit = (AW – RW)* an/i + (R * i)
Afschrijving = of
( 1+ i )n −1 sn/i
Afschrijving volgens bedrijfsdrukte:
AW −RW
Afschrijvingstarief =
Geschatte draaiuren tijdenslevensduur
, 2) KOSTENVERDEELSTAAT
Kostensoorten = 6-rekeningen
Kostenplaatsen: Afdelingen waar de kosten worden gemaakt.
Hulpkostenplaats
o Bv. Huisvesting, onderhoud, intern transport, …
Algemene kostenplaats
o Bv. Directie, boekhouding, personeelsdienst, …
Industriële kostenplaats
o Bv. Staalfabricage, montage, inpakafdeling, …
Verkoopkostenplaats
o Bv. Commerciële dienst, verzending, reclame, …
Kostendragers: Producten/diensten waarvoor de kosten worden gemaakt.
3) EXTRA-COMPTABELE CALCULATIE
Enkele begrippen:
Bijproduct: Een product dat onbedoeld ontstaat in een productieproces, doch dat
een positieve waarde heeft of in ieder geval een nuttige toepassing kent.
Kostendrager
(Het productie proces is nu doorlopen) Hoeveel is de productie waard?
+ BV GIB = Hoeveelheid * Prijs
- BV GIB
- Bjjproducten of uitval (= 2de keuze product)
+ Afvalverwerkingskosten
- Afvalopbrengsten
= Fabricagekostprijs van de geproduceerde goederen
Delen door het aantal geproduceerde eenheden -> Kostprijs per geproduceerde eenheid
Waardering van de verkochte eenheden (= Hoeveel is er effectief verkocht?)
FIFO: Kostprijs BV -> Fabricagekostprijs geproduceerde goederen
LIFO: Fabricagekostprijs geproduceerde goederen -> Kostprijs BV
Maandgemiddelde
= Fabricagekostprijs van de verkochte goederen
+ Verkoopkosten
= Verkoopkostprijs van de verkochte goederen
Omzet
- Verkoopkostprijs van de verkochte goederen
= Analytisch resultaat
-> Analoog verhaal voor bijproducten, afval, …
Probleem: 1 product, maar verschillende verpakkingen
-> Er is een kleine en een grote verpakking.
1 product = 1 kostendrager
Opsplitsing gebeurt vanaf “Fabricage KP geproduceerde eenheden”.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hw26062002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.
