100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Straf(proces)recht (JUR-1STRF) $5.95   Add to cart

Summary

Samenvatting - Straf(proces)recht (JUR-1STRF)

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het eerstejaars bachelorvak Straf(proces)recht.

Preview 4 out of 43  pages

  • September 24, 2023
  • 43
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting straf(proces)recht
Week 1
Strafrecht is een reeks van wettelijke regels die gaan over welk gedrag strafbaar is, welke
straffen worden gesteld op dit gedrag en volgens welke regels straf opgelegd kan worden.

Drie invalshoeken:
Legisme Liberalisme Empirisme
Criterium Wettekst/democratie Vrijheid/rechtsstaat Effectiviteit
Doel Ordening/handhaving Machtsinperking Oplossing/preventie
Benaderin Formeel Materieel Materieel (kosten-baten)
g (rechtvaardigheid) (rechtvaardigheid)
Perspectief Overheid/rechter/OM Advocaten Hulpverleners/wetenschapper
Kritiek Ze komen niet voorbij Tegen het Moeilijk om te meten
de wet. Als de wet strafrecht. wanneer strafrecht effectief
niet rechtvaardig is Grondrechten- is.
dan kan je er niks aan botsing
veranderen

1) Nadruk ligt op de wet en het wettelijk systeem
Legisme: de wet weerspiegelt wat er in de samenleving speelt. Iedere wet komt via een
democratisch proces tot stand wat betekent dat de wet die er ligt de wil van het volk
weerspiegelt. De rechter kan er dus vanuit gaan dat de wet de juiste waarde bevat en dus
zou hij het volgen. Actoren die deze stroming aanhangen zijn de mensen die werken bij de
overheid en OM.
2) Nadruk ligt op de individuele rechtspositie van de burger
Liberalisme: rechtsbescherming van de individuele burger. Bescherming van de individuele
rechten om te zorgen dat de overheid haar macht niet misbruikt door het individu centraal
te stellen. Actoren die dit aanhangen zijn de advocaten die de belangen van zijn cliënten
centraal stellen.
3) Nadruk ligt op het algemene en individuele welzijn
Empirisme: twee gedachten
 Wat wij niet weten is of het strafrecht voldoende effectief is.
 Wat wij wel weten is dat de inzet van strafrecht negatieve gevolgen heeft. Het doet
meer slecht dan dat het goed doet
Centrale gedachte: voorzichtig zijn met het inzet van het strafrecht  ultimum remedium
Nadelige gevolgen zo klein mogelijk houden, maar het strafbaar gedrag moet wel bestraft
worden.
De actoren die dit aanhangen zijn de hulpverleners. Zij zien een casus met problemen en ze
gaan dan kijken naar de meest effectieve oplossing en dat is niet altijd het strafrecht. Kijken
naar de alternatieven.

Materieel strafrecht: wat is strafbaar?
Formeel strafrecht: de procedure. Hoe pakken we het aan? Schrijft de procedure voor
waarlangs het materiële recht dient te worden gehandhaafd.

,Bronnen strafrecht:
 Bronnen kennis
Feiten die zo algemeen zijn dat ze geen discussie opleveren en OvJ hoeft ze niet te bewijzen.
Die staan in de wet. Wat de feiten van algemene bekendheid zijn is niet te bewijzen.
 Klassieke bronnen
- Wetten
Straffen door de overheid is niet meer exclusief het domein van het strafrecht. Steeds meer
straffende bevoegdheden mogen ook worden aangewend door het bestuur. Voorbeelden
zijn de bestuurlijke boete, uit-huis plaatsing, gebiedsontzegging of strafbeschikking 
bestuurlijk sanctierecht. Ze zijn duidelijk punitief, leedtoevoeging. Men ervaart het als een
straf.
Strafrecht:
1) Formeel strafrecht (strafprocesrecht)
Het wetboek van Strafvordering (Sv).. Het zijn ‘zes’ boeken. Ze volgen het strafproces
Er komt een nieuw wetboek aan  modernisering strafvordering

2) Materieel strafrecht
Wetboek van Strafrecht (Sr). Bevat de algemene leerstukken en de delicten (overtredingen
en misdrijven). Het bestaat uit drie boeken.
Boek 1: algemeen deel
Boek 2: misdrijven
Boek 3: overtredingen

3) Bijzonder strafrecht: al het strafrecht wat niet in het wetboek van Sr staat.
o Wet op de economische delicten. Het omvat ook het hele milieustrafrecht. Speciale
rechter, namelijk de economische strafrechter
o Opiumwet
o Wet wapens en munitie
o Algemene wet inzake rijksbelastingen (belastingfraude, smokkelen, etc.)
o Militaire strafrecht (WMsr). Een eigen wetboek. Strafbaar als je een militair bent. Ze
hebben ook een eigen strafrechter.
o Verkeersstrafrecht (WVV 1994)
4) Penitentiair strafrecht: de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen. Drie
beginselen wetten: uitgangspunten van een humane tenuitvoerlegging van straffen
en maatregelen
o Penitentiaire beginselenwet (gewone gevangenissen)
o Beginselenwet tbs-gestelden
o Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen

- Rechtspraak
- Literatuur: wetenschappelijk onderzoek over bepaalde strafrechtelijke vraagstukken

 Moderne bronnen
- De beginselen van behoorlijk strafprocesrecht
o Recht op een eerlijk proces
o Onschuldpresumptie
o Beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit

, o Ne bis in idem-beginsel (art. 68 Sr): niet twee keer voor het feit strafrechtelijk feit
vervolgd worden
- De verdragen
o EVRM
o IVBPR
o Statuut van Rome inzake het Internationaal strafhof (ICC)
o Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen
of straffen
o VN-Verdrag ter bestrijding van het terrorisme
o Europees uitleveringsverdrag
o Kaderbesluiten van de EU

Vijf componenten strafbaar feit:
 Het moet gaan om een menselijke gedraging (zowel handelen en nalaten)
 Die past in een delictsomschrijving
 Die staat in een wettelijke bepalingen
 Welke gedraging wederrechtelijk is. In strijd met de wet.
 En waarvan de dader verwijtbaar is

Legaliteit
Het legaliteitsbeginsel vastgelegd in art. 1 WvSr/WvSv jo. art. 16 Gw jo. Art. 7 Europees
Verdrag.
 Codificatieplicht: iets is pas strafbaar als het in de wet staat
 Verbod van terugwerkende kracht: een gedraging kan niet met terugwerkende
kracht strafbaar worden gesteld
 Lex certa-beginsel: een gedraging moet voldoende specifiek strafbaar zijn gesteld.
Het moet duidelijk zijn welke gedragingen wel of niet binnen de strafbepaling vallen
 Verbod van analogie: strafbepalingen niet analoog toe te passen
 Strafprocesrecht alleen bij formele wet (HR Muilkorf): alleen bij formele wet mogen
regels met betrekking tot strafvordering worden gesteld.

Art. 1 Sr:
 Codificatieplicht in geschreven recht
 Verbod van terugwerkende kracht
 Lex certa-beginsel/ bepaaldheidsgebod

Art. 1 Sv:
 Bij wet: dus alleen wet in formele zin. Geen lagere wetgever mag geen straf
processuele regels maken

Doelen van het strafrecht:
 Generale preventie: voorkomen dat mensen misdrijven plegen. Afschrikwekkende
werking.
 Speciale preventie: de specifieke dader afschrikken
 Voorkomen van eigenrichting: door te laten zien dat een dader gestraft wordt voor
zijn daden, zal men voorkomen dat de burgers zelf voor eigen rechter gaan spelen.
 Genoegdoening: genoegdoening van slachtoffer en/of nabestaanden

,  Leedtoevoeging/vergelding: een dader moet een straf ondergaan

HR bestaan van een verdenking: een verbalisant ziet de mogelijke verdachte lopen van een
gepleegde inbraak in een school. De verbalisant had nog geen wettelijke bevoegdheid om de
man aan te houden. Daarom vraagt de verbalisant aan de man om vrijwillig in het
dienstvoertuig te gaan zitten. Omdat de verdachte niet zelfstandig uit het voertuig kan
komen, is het moment waarop de man instapte aangehouden. Aanhouden is namelijk het
ontnemen van de vrijheid van de verdachte om hem te geleiden naar plaats van verhoor.

HR Muilkorf: er was een APV die stelde dat honden met bepaalde afmetingen een muilkorf
moesten dragen. Wanneer een hond dat niet zou doen, kan hij meegenomen worden naar
het politiebureau om opgemeten te worden. Een man werd aangehouden maar wilde niet
mee naar het bureau en daarom kreeg hij een boete. De boete is uiteindelijk ongeldig
vanwege art. 1 Sv waarin is vastgelegd dat strafvordering alleen bij formele wet vastgelegd
kan worden.

Maximale geldboete dat de gemeente op kan leggen is van de tweede categorie (art. 154
Gemeentewet)

Week 2
Materieel verdachtenbegrip (art. 27 lid 1 Sv). De criteria zijn:
 Uit feiten en omstandigheden
 Een redelijk vermoeden van schuld
Dit moet blijken uit objectieve feiten en omstandigheden
 Een strafbaar feit

Tweede definitie van verdachtenbegrip is art. 27 lid 2 Sv. Het verdachtenbegrip is ervoor dat
er beperkende voorwaarden gesteld worden aan de inzet van overheidsoptreden.

Twee rechten verdachte:
 Art. 28 lid 1 Sv: bijstand van raadsman
 Art. 29 Sv: cautie. Het recht voor de verdachte om te zwijgen

Opbouw van redenering van redelijk vermoeden van schuld:
 Concretiseerbaar
Voldoende duidelijk om welk strafbaar feit het gaat
 Individualiseerbaar
Het moet te individualiseren zijn. Naar een persoon te herleiden
 Objectiveerbaar
Zijn de feiten en omstandigheden sterk genoeg om een vermoeden op te baseren. De kennis
van een agent kan wel meegewogen worden.

Organieke strafrecht (art. 141 Sv):
 Politie
 Justitie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bernsmaud. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

61001 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.95
  • (0)
  Add to cart