Samenvatting bestuursrecht
Week 2
Wie heeft wetgevende bevoegdheid?
Het is altijd een grondslag in de grondwet. Het zijn vaak de democratisch gekozen organen
Gemeente Raad Verordening Art. 127 GW
Provincie Provinciale Staten Verordening Art. 127 GW
Rijk Regering en Staten-
Generaal
gezamenlijk
Regering Klein KB
Bestuursrecht: ordening van het openbaar bestuur en het gaat over het verkeer tussen
burgers en bestuursorganen. Het bestuur heeft als taak de maatschappij ordenen en sturen.
Bestuursrecht heeft twee functies:
Instrumentele functie: Het bestuursrecht geeft het bestuur daarvoor de benodigde
juridische instrumenten
Waarborgfunctie: het inbouwen van waarborgen tegen willekeur van de overheid.
Het geeft regels aan het gebruik van de juridische instrumenten en regels om burgers
te beschermen tegen de overheid
Bijzonder bestuursrecht Algemeen bestuursrecht
Bestuursrecht dat specifiek is voor een Bestuursrecht dat relevant is voor
bepaalde sector/beleidsterrein meerdere sectoren
Het bijzonder bestuursrecht staat in Het algemeen bestuursrecht staat meestal
‘bijzondere wetten’ in de Algemene wet Bestuursrecht (Awb)
Instrumentele functie Waarborgfunctie
Besluitvormingsregels en
rechtsbescherming
AWB heeft een gelaagde structuur: van algemeen naar bijzonder
Recht betekent het ordenen van verhoudingen tussen mensen ten behoeve van samenleven.
Recht veronderstelt uiteindelijk een regelsteller die normen stelt.
Overheid stelt regels voor burgers onderling, maar stelt ook rechtsbetrekking vast tussen de
overheid en burgers. De regels worden niet over onderhandelt. Ze gelden en worden door
de overheid eenzijdig opgelegd -> houd je er niet aan dan is er handhaafbaar. Als de regels
overtreden worden dan leidt dat tot verstoring van de orde in de samenleving. Als de
overheid dit kan dan oefent de overheid macht uit: vermogen om de regel te stellen en de
regel te handhaven. Wij hebben dat aan de overheid gegeven. Soms wordt macht verkregen
door geweld.
,Overeenkomst tussen staats- en bestuursrecht:
- Realisatie van de democratische rechtsstaat. De democratie wordt vormgegeven en
de begrenzing bewaken.
Verwezenlijking van vier elementen in ons staatsverband:
1. Legaliteitsbeginsel: wetmatigheid van overheidsbestuur. De noodzaak dat het
overheidsbestuur gebaseerd op is op een wettelijk regeling, die wet wordt
uiteindelijk via een democratisch proces geregeld
2. Machtenscheiding: rechtsprekende, uitvoerende en wetgevende macht
3. Onafhankelijke rechtspraak: rechters die onafhankelijk zijn van het overheidsbestuur
4. Grondrechten: de overheid kan hier niks tegenin brengen. Ze moeten gewaarborgd
worden.
Verschil tussen staats- en bestuursrecht:
Staatsrecht is veel opbouwender, organisatorische dan bestuursrecht. Het is een
constitutioneel recht. Richt zich meer op de opbouw en inrichting van de
samenleving. Bijvoorbeeld staatsinrichting, grondrechten, decentralisatie.
Bestuursrecht ziet veel directer op het verkeer tussen overheid en burger. Houdt
twee werelden in zich:
1. Instrumentele dimensie: welke instrumenten bezit de overheid om de samenleving
te ordenen
2. Waarborg dimensie: rechtsbescherming van de burger. Welke regels/ normen
gelden voor de overheid. Hoe zit alles in elkaar
Ze vechten om voorrang. De instrumentele kant wordt belangrijker gevonden dan de
waarborgkant. Meer liberaler. Meer aandacht van besturen dan de waarborgkant. Ze
moeten in verhouding zitten.
Specialiteitsbeginsel: overheid moet handelen conform het doel. Aan de bevoegdheid van
het bestuursorgaan zitten grenzen. De uitoefening van die bevoegdheid moet binnen die
grenzen gebeuren volgens art. 3:3 en art. 3:4 Awb.
Het formele bestuursrecht is opgedeeld in:
- Bestuursprocesrecht: bezwaar en administratief beroep. Procedures die voorafgaan
aan het beroep bij de bestuursrechter
- Besluitvormingsrecht: totstandkoming van besluiten
Ongelijkwaardig: een eenzijdige rechtshandeling. Eén partij kan besluiten of het doorgaat of
niet. Je kan niet naar een andere partij stappen, omdat maar één partij bevoegd is
Gelijkwaardig: ze kunnen beide besluiten of ze de relatie aangaan en anders kan je naar een
andere partij overstappen.
Twee soorten publiekrechtelijke bevoegdheden:
1) Regelgevende bevoegdheid. De bevoegdheid om wetgeving vast te stellen.
, 2) Uitvoerende bevoegdheid
Week 3
Bronnen van bestuursrecht:
Awb
Bijzondere wetten
Jurisprudentie van:
- Rechtbanken
- Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Centrale Raad van Beroep
- College van beroep voor het bedrijfsleven
Burgerlijke rechter
(On)geschreven beginselen
- Algemene rechtsbeginselen: legaliteits- specialiteits-, en relativiteitsbeginsel
- Algemene beginselen van behoorlijk bestuur: gelijkheids- en vertrouwensbeginsel
De regelgeving ontstaat op talloze terreinen. Allerlei bestuursrechtelijke wetten die een
casus normeren: bijzondere delen van het bestuursrecht. Ze worden gemaakt op de
ministeries. Elke ministerie heeft een eigen manier van het maken van de wetgeving. Zo
ontstaan er verschillende wetstradities. Veertien wetsfamilies: iedere ministerie schroeft
eigen wet aan elkaar. Elke wetgeving is verschillend in inhoud en ook hoe ze iets aanpakken.
Alle bijzondere delen moeten samengebonden worden in een algemene regel die voor alle
terreinen geldt. Algemene wet bestuursrecht geworden. Het bevat het algemeen deel van
het bestuursrecht. Het bijzonder deel van bestuursrecht zijn de specifieke terreinen.
De waarborgfunctie is vooral terecht gekomen in het algemeen deel:
1. Klachtrecht: toetsing op behoorlijkheid van een overheidsgedraging door
ombudsman
2. Bestuurlijke voorprocedure: toetsing op rechtmatigheid en doelmatigheid van
besluiten door overheid zelf. Het is een heroverweging.
3. Beroep: toetsing rechtmatigheid van besluiten door rechter
Er zijn grote verschillen in aanpak en uitwerking in de bestuursrechtelijke regelgeving. Is dat
erg?
Vanuit systematisch oogpunt, ja. Als alles verbrokkeld is, maak je het bestuursrecht niet
echt:
- Gebrek aan coherentie, rechtseenheid
- Moeizame toegankelijkheid
- Inefficiëntie van de nagestreefde ordening. Als je op een ander terrein wordt ingezet
als advocaat dan heb je telkens andere regelgeving. Als burger gelden er telkens
andere regels.
Bij de grondwetsherziening van 1983 -> uitbreiding van art. 107 GW.
Lid 2: de wet stelt algemene regels van bestuursrecht vast.
Die opdracht tot opstellen van algemene regels. Geen wetgeving opheffen, maar algemene
regels opstellen voor alle terreinen. Dit wil zeggen: geen vervanging van de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bernsmaud. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.