Samenvatting straf(proces)recht I
https://www.studeersnel.nl/nl/document/radboud-universiteit-nijmegen/strafprocesrecht-
i/tentamen-18-december-2015-vragen-en-antwoorden/398361
Week 1
Voeging ad informandum: voeging van een aantal feiten aan de dagvaarding. Die hoeven
niet te worden bewezen. Het is niet in de wet geregeld. Het wordt bij de tenlastelegging
gevoegd zodat de rechter daarin de strafoplegging rekening kan houden. Je hoeft het niet te
bewijzen, maar kan wel meegewogen worden in de strafbepaling. Redenen van efficiëntie.
Het kan alleen bij erkenning van verdachte zonder voorbehoud. Voordeel verdachte is dat
verdachte lagere straf zou krijgen dan als elk feit afzonderlijk wordt geregeld.
Doelen van het strafrecht:
Mogelijk maken van toepassing van het materiële recht
Kritiek: strafproces heeft ook een eigen dynamiek, los van het materiële recht. Veel
verdedigingsrechten zijn niet ten behoeve van het materiele recht.
Waarheidsvinding: wat is er nu eigenlijk gebeurt. Wie, waarom? Belangrijk voor
slachtoffers, samenleving en bepalen wat de feiten zijn voordat een proces wordt
aangespannen. Voorkomen van rechterlijke dwaling
Gerechtigheid: dader is adequaat bestraft. Soms belangrijk dat het strafproces tot zijn
einde komt. Zaken niet oneindig behandelen, maar er zijn wel mogelijkheden om een
zaak toch te heropenen. Bijvoorbeeld inzetten novum, zoals een herziening. Inbreuk
op rechtszekerheidsdoel. Niet alleen ten voordele maar ook ten nadele van de
verdachte.
Rechtsbescherming (vs. waarheidsvinding. Ze kunnen met elkaar conflicteren.).
Burgers beschermen tegen de almacht van de staat die inbreuk kan maken op je
grondrechten. In een rechtsstaat heiligt het doel niet alle middelen.
Rechtszekerheid (lites finini oportet): bevoegdheden worden gegeven maar ook aan
regels gebonden. Beperking ligt vooral in de verdenkingscriteria. Om een
dwangmiddel in te mogen zetten, moet er minimaal een verdenking (art. 27 Sv) zijn
en soms zelfs ernstige bezwaren. Uitzondering is bij terrorismebestrijding.
Rechtsvrede: kanaliseren van onrust die kan ontstaan na een plegen van een
strafbaar feit. Je moet er adequaat mee om kunnen gaan. Legitimiteit van het
strafproces. Feiten aan het ligt komen. Rechtsvrede langs een legitieme manier
bereikt worden
Speciale preventie: het gaat over het individu/verdachte
Generale preventie: voorkomen dat de samenleving een strafbaar feit pleegt.
Het strafrecht is in beginsel gemaakt als sanctierecht. Het gaat primair om leedtoevoeging.
Materieel strafrecht: welke gedragingen zijn onder welke omstandigheden strafbaar?
Strafprocesrecht: hoe en door wie wordt onderzocht of een strafbaar feit is begaan en welke
sanctie moet daarop volgen?
Penitentiair recht: het geeft de strafrechtelijke sancties weer en door wie en hoe deze ten
uitvoer gelegd moeten worden
,Art. 1 Sv: strafvorderlijk legaliteitsbeginsel. Hierin wordt een wet in formele zin bedoeld. Het
strafprocesrecht kan nationaal worden geregeld en niet lokaal.
Art. 1 Sr: strafrechtelijk legaliteitsbeginsel. Hierin wordt geen wet in formele zin bedoeld.
Elke lagere gemeenschap mag zijn eigen strafbepalingen maken, als het niet in strijd is met
de regels uit het wetboek van strafrecht.
Er bestaat een spanning tussen criminaliteitsbestrijding (bevoegdheidstoedeling) en
machtsbeheersing (bevoegdheidsbeperking). Aan de ene kant moet de dader worden
gestraft (algemeen belang) en aan de andere kant moet het individu zo min mogelijk last
hebben van het strafproces (particulier belang).
Crime control vs. due process
Crime control: zwaartepunt bij criminaliteitsbestrijding. Controleren van misdaad staat
centraal. Burgers leiden onder criminaliteit. Het is een inbreuk van de rechten van burgers.
Overheid resoluut optreden. Efficiënt en effectief optreden. Een schikking is heel fijn binnen
dit model. Buiten de rechter om een zaak afdoen is efficiënt binnen dit model. Het komt met
een prijs. Het gaat ten koste van de kwaliteit. Je accepteert dat er bepaalde fouten worden
gemaakt maar het is voor een groter goed (bescherming samenleving)
Due process: zwaartepunt bij bescherming van burgers tegen almacht van de staat
(machtsbeheersing). Betrouwbare en eerlijke rechtspleging. Inperken van de macht van de
overheid. Zorgvuldigheid staat centraal. Rechten die geschonden worden doordat de
overheid jouw rechten schendt staat centraal. Elke vorm van twijfel onderzoek doen.
Voldoende zekerheid. Hoge bewijslast. Mensenrechten zijn een middel voor een doel.
Samenvatting modellen: efficiënte rechtspleging versus betrouwbare rechtspleging.
Aard strafproces: accusatoir vs. inquisitoir
Accusatoir: manier hoe we civiele proces voeren. Meer leidende rechter. Slachtoffer staat
centraal. De burger zelf verantwoordelijk voor het feitenonderzoek. De politie is dit wel
meer gaan overnemen. Je hebt de middelen als burger er niet voor. De verdediging doet ook
zelf onderzoek bij deze vorm. Verdediging actieve rol in inbrengen van bewijs. Partijen veel
meer gelijk. Centraal onderdeel is onderzoek ter terechtzitting. Beide partijen komen met
bewijs. De verantwoordelijkheid voor eerlijke rechtspleging ligt bij de starter van de
accusatio. Rechtsverwerking is een accusatoir element. Het duikt steeds meer op in
Nederlandse rechtsproces.
Clash of opinions: beide partijen brengen bewijs en argumenten in. De rechter bepaalt wat
ermee gebeurt. Rechter heeft passieve rol.
Kritiek: een slechte verdediging is een risico.
Inquisitoir: de staat kan een procedure starten. De overheid heeft de verantwoordelijkheid
voor de waarheidsvinding. Overheid behartigt de belangen. Onderzoek ter terechtzitting is
minder belangrijk, want de overheid heeft alles al verzameld. Meer belang bij het
vooronderzoek. Anderen waken over jouw belangen (R-C of de rechter). Autoriteiten hebben
de verantwoordelijkheid voor eerlijke rechtspleging. Als je geen beroep hebt gedaan op een
bepaald recht dan kan je later geen klacht indienen. Rechter gaat opzoek naar de waarheid.
Eigen verantwoordelijkheid.
In Nederland kan het slachtoffer zelf geen procedure in het strafrecht starten. Alleen via de
OvJ of via art. 12 Sv
Kritiek: te veel vertrouwen op de overheid en de overheid kan een slecht onderzoek doen.
, Accusatoir Inquisitoir
Vervolging door private partij Vervolging door de overheid
Equality of arms: OvJ en verdachte staan als Verdachte is object van het onderzoek
procespartijen tegenover elkaar
Het onderzoek ter terechtzitting staat Het accent ligt op het voorbereidend
centraal onderzoek
Onderzoek door beide partijen Feitenonderzoek van overheidswege
gedomineerd
Clash of opinions Zoektocht naar materiële waarheid
Het Nederlands strafrecht kan worden gekenmerkt aan gematigd accusatoir of getemperd
inquisitoir. De rechter heeft een actieve rol en moet opzoek naar de waarheid. De
beschuldigde is geen gelijkwaardige procespartij. Het is niet accusatoir, omdat de overheid
dwangmiddelen kan toepassen en de overheid een burger kan beschuldigen waardoor er
een sanctie kan worden opgelegd, maar dit geldt niet andersom. Tijdens het onderzoek ter
terechtzitting is er wel meer een accusatoir karakter. De burger wordt beschermd door de
grondrechten.
Stappenplan om de aard van strafproces te achterhalen:
1. Bij wie ligt de verantwoordelijk van de vervolging
- Particulier/slachtoffer accusatoir
- Overheid/OM inquisitoir
2. Wie is verantwoordelijk voor de waarheidsvinding
- Burger accusatoir
- Rechter inquisitoir
3. Hoe is de balans op terechtzitting?
- Is de rol van de verdediging en OM in balans accusatoir
- Rechter heeft vooral een onderzoekende rol inquisitoir
4. Wie is verantwoordelijk voor een eerlijke rechtspleging?
- Verdediging accusatoir
- Autoriteiten inquisitoir
Recente ontwikkelingen:
Het slachtoffer was niet bekend in een verticale relatie tussen overheid en verdachte.
Afgelopen jaren heeft het slachtoffer eigen rechten gekregen (art. 51a-51h Sv en 12
Sv). Belangrijk dat het slachtoffer een zegje krijgt in het proces. Van spreekrecht naar
tegenwoordig al adviesrecht. Echter, het slachtoffer spreekt al terwijl de schuld van
de verdachte nog niet vaststaat. Het compliceert zaken.
Buitengerechtelijke afdoening door OM-strafbeschikking. Meer afdoening
bijvoorbeeld door corona-achterstanden weg te werken. Conceptwetsvoorstel naar
aanleiding van de evaluatie van de Wet OM-afdoening
- Rechterlijke toetsing hoge transacties (inquisitoir)
- Mogelijkheid OvJ voorwaardelijke straffen op te leggen via strafbeschikking
Modernisering van het WvSv. Meer accent op het voorbereidend onderzoek.
Procesdeelnemers
, Verdachte (art. 27 Sv)
- Uit feiten en omstandigheden
- Een redelijk vermoeden van schuld
- Aan een strafbaar feit
Dit is het materiële criterium. Het formele criterium is vastgelegd in lid 2. Belangrijk
uitgangspunt is de onschuldpresumptie van art. 6 EVRM. Een aantal rechten van de
verdachte zijn:
- Cautieplicht (art 29 lid 2 SV)
- Recht op informatie
- Recht op rechtsbijstand
- Recht op interne openbaarheid en processtukken
- Recht te worden gehoord
- Recht op vertolking (art. 27 lid 4 Sv)
Als het gaat om vroegsporing dan spreek je van vroegverdachten
Raadsman
Hierbij kan het gaan om consultatie- of verhoorbijstand.
Art. 45 Sv geeft drie beperkingen van de rechten van de raadsman.
De rechter
Leidt onderzoek ter terechtzitting. In het vooronderzoek kan de rechter machtigingen geven,
onderzoeksfuncties uitoefenen en geschillen beslechten. Als er een vermoeden is dat een
rechter niet onpartijdig of onafhankelijk is dan kunnen er maatregelen genomen worden,
zoals wraking (art. 512 Sv) of verschoning (art. 517 Sv)
De officier van justitie
Leiding over het opsporingsonderzoek en neemt beslissingen over de vervolging. Toezicht op
de tenuitvoerlegging. Zowel de rol van crime fighter (accusatoir) als staande magistraat
(inquistitoir)
Slachtoffer
Getuigen
Deskundigen
Sfeerovergang: van de ene sfeer over op de andere.
Bestuursrechtelijke bevoegdheid (controle) strafvorderlijke bevoegdheid (opsporing).
Twee categorieën van overgang:
Zuivere sfeerovergang: uitoefening van bestuursrechtelijke controlebevoegdheid en
je gaat over op een strafvorderlijke bevoegdheid op basis van dezelfde wet. Nog
steeds hetzelfde doel Dit is toegestaan. Bij toeval stuit je ergens op.
Voorwaarde: bevoegdheid zijn voor beide bevoegdheden
Voortgezette toepassing: ene sfeer overgaan op de andere waardoor je overspringt
op een andere wet. HR Geweer: voortgezette toepassing is toegestaan op basis van
twee voorwaarden:
1) Voldaan aan voorwaarden beide bevoegdheden
2) Geen misbruik van recht/bevoegdheid maken. Strafvorderlijke voorwaarde is bij
toeval.
Zuivere sfeerovergang en voortgezette toepassing zijn beide overgang
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bernsmaud. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.46. You're not tied to anything after your purchase.