Samenvatting
bestuurs(proces)recht I
Week 1
Bestuursbevoegdheid: openbaar bestuur mag alleen handelen als er een bevoegdheid is. Als
het handelen van overheid ingrijpend is, dan moet de bevoegdheid voldoende specifiek zijn.
Een op de wet gebaseerde bevoegdheid op grond waarvan een bestuursorgaan het publieke
belang kan behartigen ter regulering van het maatschappelijke leven.
Wetmatigheid van bestuur: bevoegdheden van het bestuur moet op de wet steunen.
Bestuur is ook beperkt door grondrechten van burgers. Als de wettelijke grondslag in strijd is
met grondrechten dan kunnen wetten getoetst worden aan bijv. verdragen.
Bestuursrecht gaat over het algemeen belang. Dat moeten overheid en bestuur dienen.
Algemeen belang is het resultaat van een discussie en belangenafweging. Beschikt over
discretie: keuzeruimte om tot rechtsvorming te komen. Belangenafweging moet in
evenwicht plaatsvinden (bestuursrechtelijke normen). Handhaving behoort ook tot het
bestuur. Er zijn bepaalde normen vastgesteld.
Hoekstenen van het bestuursrecht:
Bestuursbevoegdheid
Wetmatigheid van bestuur
Algemeen belang dienen, belangenafweging en discretie
Fundamentele rechten
Democratie
Aantal factoren die het moderne bestuursrecht mogelijk hebben gemaakt de twee
omwentelingen:
1) Industriële revolutie: maatschappelijke omwenteling van een samenleving naar
industrie leidde tot de sociale kwestie. Overheid heeft eerste vormen van
veiligheidswetgeving en schoolwetgeving ingevoerd.
2) Franse revolutie: staatsrechtelijke omwenteling. Gedachtegoed maakte een einde
aan monarchie. Steeds meer democratisering. Invoering grondrechten (vrijheid,
gelijkheid en broederschap). Ministeriële verantwoordelijkheid wordt ingevoerd.
Deze omwentelingen hebben gezorgd dat er aandacht kwam voor de waarborgfunctie
(waarborgen inbouwen om willekeur van de overheid tegen te gaan) en de instrumentele
functie (bevoegdheden geven aan het bestuur om op te kunnen treden)
Bestuursrecht: ordening en besturing van de maatschappij. Het hangt ook samen met
andere rechtsgebieden:
- Staatsrecht en bestuursrecht: oude, hechte en noodzakelijke relatie
- Bestuursrecht en burgerlijk recht: overheidsprivaatrecht
Privaatrecht gaat uit van autonomie en bestuursrecht van wetmatigheid van bestuur
- Bestuursrecht en strafrecht: het bestuursstrafrecht. Bijvoorbeeld bestuurlijke boete.
- Bestuursrecht en Europees en internationaal recht: sterk in ontwikkeling o.a. het
Europees bestuursrecht
,Bestuursrecht is gevoelig voor veranderingen. Het wordt namelijk sterk beïnvloed door
maatschappelijke ontwikkelingen (bijvoorbeeld onstatelijking en digitalisering). Het
algemeen bestuursrecht wordt tegenwoordig meer beïnvloed door Europees recht.
Voorheen had het Europees recht vooral betrekking op het bijzonder bestuursrecht.
Kenmerken van het bestuursrecht:
Het belang van de wet en het begrip ‘bestuursbevoegdheid’
- Legaliteit dient het primaat van de wetgever. Het bestuur moeten worden voorzien
van bevoegdheden d.m.v. een wettelijke grondslag.
- Specialiteit zorgt voor doelbinding van het bestuur. Het bestuur moet worden
voorzien van duidelijk omschreven en doelgebonden bevoegdheden.
De rechtsbetrekking in het bestuursrecht tussen bestuur en burger
Twee modellen:
Klassieke gezagsmodel: bestuursorgaan heeft het voornamelijk te zeggen in de
rechtsbetrekking
Gelijkwaardiger relatie tussen burger en bestuur. Wederkerige rechtsbetrekking.
Burger heeft ook verantwoordelijkheden.
Tegenwoordig weten we dat burgers niet alle verantwoordelijkheden kunnen waarmaken.
Burgers zijn veel minder zelfredzaam. De overheid moet soms dus de reikende hand bieden.
- Het dominante ‘besluitmodel’: het eenzijdig nemen van besluiten door het bestuur
- De ongelijkwaardige relatie tussen bestuur en burger
Gelede normstelling en bestuurlijke discretie
- Trias-vraagstukken kenmerken het bestuursrecht
Gelede normstelling: nadere beslissingen zijn nodig om gevallen in de rechtspraktijk te
kunnen oplossen. Die nadere beslissingen zijn van lagere wettelijke rang. Het wordt
bevorderd door decentralisatiegedachte. Het wordt wenselijk geacht om lokale besturen
keuzes te laten maken bij het uitvoeren van het algemeen beleid die de wetgever heeft
vastgesteld. Het bestuursrecht vind je terug op verschillende niveaus van de
normenhiërarchie.
De Awb is er gekomen, omdat:
Er een grondwettelijke opdracht is (art. 107 lid 2 Gw)
Hoofdredenen:
- Ordenen: er moest iets gedaan worden aan de chaotische structuur van het
bestuursrecht. Meer systematiek aanbrengen.
- Codificatiedoelstelling: er was te veel ongeschreven bestuursrecht. Hierdoor was het
minder kenbaar.
- Vereenvoudigen: de rechtsbescherming was veel te versnipperd. Een bonte
verzameling rechters en procesregelingen. Systeem vereenvoudigen.
De Awb is een belangrijke bron van onder meer:
Algemene begrippen
Definities van en bepalingen over algemene leerstukken van bestuursrecht
Codificaties en uitwerkingen van rechtsbeginselen van behoorlijk bestuur
Algemene regelingen voor bepaalde besluiten
,Relativering, want er is meer bestuursrecht dan de Awb:
- Het bijzonder deel
- Ongeschreven recht
- Europees bestuursrecht
- Overige algemene wetten die van belang zijn. Bijvoorbeeld wet openbaarheid van
bestuur
Het systeem van de Awb:
De Awb is een aanbouwwet (tranches en afzonderlijke wetten). De Awb kent een gelaagde
structuur (opbouw van algemeen naar bijzonder). Vooral bij het besluitbegrip. De wet is
hierdoor compacter, abstracter en complexer. Bovendien zijn er specifieke bepalingen over
het toepassingsbereik, schakelbepalingen (art. 3:1 lid 2 Awb) en gelijkstellingen (bijv. art. 6:2
Awb).
De Awb is in de regel niet bevoegdheidsverschaffend. De Awb werkt met verschillende
soorten regels en bepalingen.
- Regels die de standaard zijn voor het gehele bestuursrecht dwingend recht
- Regels voor normale gevallen, tenzij … regelend recht
- Rest- of vangnetbepalingen aanvullend recht
- Facultatieve bepalingen
Awb werkt met verschillende soorten regels:
Dwingend recht: afwijking is enkel toegestaan bij wet in formele zin. De regels zijn
standaard voor het gehele bestuursrecht. Voorbeeld is art. 1:2 Awb.
Regelend recht: regels die in beginsel toegepast moeten worden, tenzij uitdrukkelijk
daarvan is afgeweken in bijzondere wetten. Voorbeeld art. 4:1 Awb.
Aanvullend recht: in het geval een bijzondere wet over het onderwerp niets regelt.
Dit zijn de rest- of vangnetbepalingen. Voorbeeld is art. 4:13 Awb.
Facultatief recht: alleen van toepassing indien dit bij wettelijk voorschrift of bij besluit
van het betrokken bestuursorgaan is bepaald. Voorbeeld is art. 3:10 lid 1 Awb.
De bijzondere wet kan echter altijd afwijken van de Awb. De Awb is slechts een wet in
formele zin.
Toepassingsbereik
- Het toepassingsbereik van de Awb wordt veelal bepaald door de Awb te combineren
met bijzondere wetgeving.
- Het toepassingsbereik wordt primair bepaald door het bestuursorgaan (art. 1:1 Awb).
- Ook de andere begrippen vormen een belangrijke voorwaarde voor de toepassing.
- Specifieke bepalingen zoals de schakelbepaling van art. 3:1 lid 2 Awb en
gelijkstellingen zoals art. 6:2 Awb
Kritiek op de komst van de Awb
Juridiserende effecten: de ontwikkeling dat in maatschappelijke relaties het juridisch
aspect steeds belangrijker of dominant wordt. Dit zou het bestuur in haar taak
belemmeren.
, Het is niet zeker dat de burger beter is geworden van de codificatie van het
bestuursrecht. Vooral de strenge jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak
over herhaalde aanvraag, verschoonbare termijnoverschrijding en de beperking van
de mogelijkheden om in bepaalde fasen van het proces nieuwe besluitonderdelen
aan te vechten, nieuwe gronden aan te voeren of nieuw bewijs te leveren.
De harmonisatie kan ook te ver zijn doorgeschoten en dit belemmert dan een
optimale rechtsbedeling.
Bestuursrecht is het recht van, voor en tegen het overheidsbestuur
- Voor: het bestuursrecht geeft de grondslag voor overheidsoptreden en de
instrumenten daarvoor
- Van: uitoefening van de bevoegdheden
- Tegen: het bestuursrecht biedt de burger waarborgen tegen het bestuursoptreden
Overheidsbestuur kan twee betekenissen hebben:
1. De bestuursorganisatie
2. De functie van besturen/de activiteit
Binnen de trias politica is de bestuurlijke functie niet alleen het uitvoeren van de wetten,
maar ook wetgevende en rechtsprekende taken. De wetgevende en bestuurs-uitvoerende
taak zijn met elkaar verweven voor de ontwikkeling, vaststelling en uitvoering van het
overheidsbeleid.
Besturen is zowel op microniveau het nemen van concrete beslissingen waarbij belangen
van individuen rechtstreeks betrokken zijn als op macroniveau het besturen door de
overheid van de samenleving als geheel d.m.v. wet- en regelgeving.
Bestuur: het van overheidswege behartigen van algemene belangen en daarbij moet een
belangenafweging worden gemaakt.
Bestuursrecht: het juridisch aspect van besturen
Functies van bestuursrecht:
Legitimerende functie: juridische grondslag voor het bestuursoptreden door het
creëren van bestuursorganen, het toekennen van bestuursbevoegdheden en het
regelen van besluitvormingsprocedures
Instrumentele functie: vaststelling en uitvoering van het overheidsbeleid. Het
bestuursrecht is een middel tot het bereiken van bepaalde doeleinden
Waarborgfunctie: het beschermen/waarborgen van de rechtspositie van de burger
t.o.v. de overheid. Ze volgen uit bijzondere wetten, algemene, materiële en formele
waarborgen van de Awb en de beginselen van behoorlijk bestuur
Er kan een spanning ontstaan tussen de instrumentele functie en de waarborgfunctie.
Enerzijds wil de overheid het algemeen belang behartigen, maar daardoor moeten bepaalde
waarborgen van de burger terzijde worden geschoven.
Onderscheid maken tussen:
Materieel en formeel bestuursrecht
Materieel bestuursrecht: concrete rechten en plichten van burgers en daarmee
corresponderende bevoegdheden en verplichtingen van het bestuursorgaan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bernsmaud. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.