Biologie regeling
1.1 Regeling en homeostase
Je lichaam handhaaft factoren zoals je tempratuur, deze schommelen altijd rond een
bepaalde waarde, dit is de normwaarde. De normwaarde van je lichaamstempratuur is 37
graden maar door factoren kan deze hoger of lager worden, er is dus sprake van een
dynamisch evenwicht. Deze wordt in stand gehouden door een regelkring, het in stand
houden van een dynamisch evenwicht binnen in een organisme noem je homeostase.
In de techniek vinden we ook regelkringen, zoals de verwarming van je huis. Een regelkring
bestaat uit een sensor, controlecentrum en een uitvoerder(effector). De thermostaat is de
sensor en die meet een waarde lager dan de normwaarde 19. Die geeft dan een signaal aan
de verwarmingsketel (controlecentrum) en pompt warm water naar de effector in dit geval
de radiator en de tempratuur stijgt.
Als de toename van het resultaat een remming van het proces veroorzaakt (in dit geval de
stijging van de tempratuur) dan spreken we van een negatieve terugkoppeling. Een afname
van het resultaat (het wordt weer kouder) stimuleert het proces.
Maar als de toename van het resultaat het proces versterkt dan spreken we van positieve
terugkoppeling. Een voorbeeld hiervan is bij een bevalling, op een gegeven moment daalt
het progesterongehalte bij de moeder aan het eind van de zwangerschap. Dan wordt er
oxytocine vrijgelaten wat zorgt voor weeën het hoofdje komt tegen de baarmoeder rand wat
zorgt voor meer oxytocine en nog krachtigere weeën.
Het inwendige milieu van een organisme is het bloed en de weefselvloeistof.
Homeostatische regelkringen zorgen ervoor dat de omstandigheden in het inwendige milieu
niet te veel veranderen. Alles anders dan het inwendige is het uitwendige milieu.
1.2 Hormonale regulatie
Voor homeostase is communicatie tussen cellen nodig, in mensen en andere organisme
vindt die communicatie plaats doormiddel van signaalstoffen. De signaalstoffen die cellen
van hormoonklieren afgeven heten hormonen, deze hormonen worden door gegeven via
het bloed. De hormoonklier is dan ook een endocriene klier. Klieren met een afvoerbuis
heten excriene klieren.
Het bloed transporteert hormonen door heel het lichaam, vanuit de bloedvaten worden
deze hormonen via de weefselvloeistof naar alle cellen gebracht. De hormonen zijn alleen
werkzaam in de cellen die een receptor hebben waaraan het hormoon kan binden:
doelwitorganen. Die binding met een receptor kan een reactie op gang brengen of stoppen,
hoe heftig een reactie is ligt aan meerdere dingen.
1. De concentratie hormonen
2. Het aantal receptoren voor een bepaald hormoon op de cel
Een hormoon kan meerdere processen tegelijk in werking brengen, en blijft vaak lang in het
bloed waardoor de effecten lang aan houden.
, Sommige hormonen worden door cellen van het doelwitorgaan opgenomen, wanneer een
hormoon dat cytoplasma binnenkomt bindt het aan een receptoreiwit hormoon-
recepotorcomplex. Die komt dan via een kernporie in het kernplasma terecht en kan dan
een gen in het DNA aan- of uitzetten. Als een gen aangezet wordt kan die eiwitten maken die
kunnen dienen als enzym, hormoon of receptoreiwit.
Andere hormonen binden aan een receptoreiwit op het celmembraan van de cellen van het
doelwitorgaan. Aan de binnenkant van die celmembraan wordt een signaalmolecuul
gevormd: second messenger. Die geeft het signaal van het hormoon door binnen de cel en
kan bijv. een enzym activeren, die kan het signaal doorgeven aan een ander signaalmolecuul
en een reactie op gang zetten.
Er zijn ook hormonen die de cel in kunnen die een reactie uitvoeren via een second messenger.
Het signaal van een hormoon dat bindt aan een receptoreiwit op het celmembraan kan in de
cel worden versterkt. Doordat het doorgegeven wordt van molecuul naar molecuul worden
er steeds meer signaalstoffen geproduceerd of geactiveerd. Dit noem je een signaalcascade
of kortweg cascade.
Zie binas 89 b
Een hormoonstelsel bestaat uit hormoonklieren, deze kan je vinden in je binas 89.
1.3 Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel. De
grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg. Het perifere zenuwstelsel zijn
alle zenuwen in je lichaam die in verbinding staan met het centrale zenuwstelsel.
Je kunt het zenuwstelsel opdelen op grond van functie, je hebt het animale zenuwstelsel en
het autonome of vegetatieve zenuwstelsel. Het animale zenuwstelsel regelt bewuste
acties, en het autonome onbewuste.
Zintuigcellen van je ogen vangen lichtstralen op afkomstig van bijv. een koekje. En de
zintuigcellen van je neus ontvangen geur afkomstig van het koekje. Dit zijn alle 2
voorbeelden van prikkels. Onder invloed van prikkels ontstaan impulsen dit zijn een soort
elektrische signalen. De impulsen die in je neus en ogen ontstaat worden doorgegeven aan
de hersenen die geeft de impuls door aan de zenuwen van je armspier en mond. Je gaat
bijvoorbeeld watertanden, en je armspier maakt een beweging om het koekje te pakken.
Zintuigcellen noem je receptoren (ontvangers) zij ontvangen prikkels en zetten deze om in
impulsen. Neuronen geleiden deze impulsen en daardoor noem je deze conductoren
(geleiders). Spieren reageren op impulsen door samen te trekken, en klieren reageren op
deze impulsen door stoffen af te geven, spiercellen en kliercellen zijn dus effectoren
(uitvoerders).
Zenuwweefsel bevat naast neuronen (zenuwcellen) ook andere ondersteunende cellen:
gliacellen. Maar wat doen deze gliacellen:
- Handhaven homeostase weefselvloeistof
- Beschermen en voeden neuronen
- Maken myeline aan
- Zorgen voor stevigheid zenuwweefsel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samenvattingendoormij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.