,Inhoudsopgave
1. Waarom doe je onderzoek? ................................................................................................................ 6
Wat is onderzoek? Waarom onderzoek? ............................................................................................................. 6
Fundamenteel vs praktijkgericht onderzoek ........................................................................................................ 6
Onderzoek binnen bedrijfsmanagement .............................................................................................................. 7
Kwantitatief vs kwalitatief onderzoek.................................................................................................................. 7
Kenmerken van een kritische onderzoeker........................................................................................................... 8
Wat is er verkeerd met deze grafiek?................................................................................................................... 9
2. Het onderwerp kiezen en informatie hierover opzoeken .................................................................... 10
Een onderwerp vinden........................................................................................................................................ 10
Opdrachtgevers vs uitvoerders........................................................................................................................... 10
De rol van marktonderzoekbureaus ................................................................................................................... 11
Opdrachtgevers: balans tussen wens en mogelijkheid ...................................................................................... 11
3. De aanleiding van je onderzoek......................................................................................................... 12
De aanleiding van je onderzoek ......................................................................................................................... 12
Zoeken op het internet ....................................................................................................................................... 14
Verwijzen naar de 12 types bronnen: de APA-methode .................................................................................... 22
APA ..................................................................................................................................................................... 23
Tips voor het formuleren van de doelstelling ..................................................................................................... 42
Tips voor het opstellen van een goede onderzoeksvraag .................................................................................. 42
Types centrale onderzoeksvragen ...................................................................................................................... 43
Conceptueel model ............................................................................................................................................. 48
Combinatie van methoden ................................................................................................................................. 56
Gevalsstudie of case study ................................................................................................................................. 63
Combinatie van methodes.................................................................................................................................. 63
11. Operationaliseren ........................................................................................................................ 72
Het opstellen van een goede vragenlijst ............................................................................................................ 72
De keuze van juiste vraagtypes .......................................................................................................................... 77
De voorbereiding van kwantitatieve analyse: drie stappen ............................................................................... 88
Zoek de fout........................................................................................................................................................ 93
, Frequentietabellen en percentages.................................................................................................................... 96
Grafieken van 1 variabele ................................................................................................................................ 103
Andere vormen van datavisualisatie ................................................................................................................ 109
15. Kwalitatieve analyse ................................................................................................................... 121
Stappen in de analyse....................................................................................................................................... 121
19. Extra .......................................................................................................................................... 128
Ga naar p. 128 voor de kortere versie
5
,1. Waarom doe je onderzoek?
Wat is onderzoek? Waarom onderzoek?
Onderzoek = analyseren van een probleem of een situatie volgens een bepaald stappenplan. Dat doe
je met hulpmiddelen die daarvoor ontwikkeld zijn
Fundamenteel vs praktijkgericht onderzoek
Fundamenteel onderzoek = gericht op ‘het weten’ hoe een fenomeen of proces werkt. Doel is kennis
vergroten en de wetenschap verder ontwikkelen:
• Vaak gedaan op universiteiten
• Je lost daarmee niet echt problemen op
Praktijkgericht onderzoek = gericht op het oplossen van praktijkproblemen of het verbeteren van
een situatie:
• Betrouwbaar:
o Vrij van toevallige fouten
• Toetsbaar:
o Herhaalbaar, weerlegbaar, eenduidig en openbaar
• Generaliseerbaar:
o Resultaten zijn geldig voor een grotere groep personen of situaties:
▪ Statische generalisatie → kwanitatief onderzoek
▪ Inhoudelijke generalisatie → kwalitatief onderzoek
• Zuiver (intern valide):
o Juiste conclusies trekken
• Goed gemeten (begripsvalide):
o Meten wat je meten wilt
• Praktisch toepasbaar:
o Efficiënt
o Bruikbaar
Let op: opdeling tussen praktijkgericht en fundamenteel onderzoek is geen absolute tweedeling!
• Universitaire onderzoeken zijn niet altijd fundamenteel bv. vaccin
6
, Onderzoek binnen bedrijfsmanagement
Marktonderzoek = is gericht op het bestuderen van marketinggerelateerde problemen of situaties:
• Productonderzoek = onderzoek op reeds bestaande producten en op het testen van nieuwe
concepten/markten
• Distributie-onderzoek = hoe het product bij de klant terechtkomt
• Prijs-onderzoek = onderzoek op de prijs die verbonden is aan een dienst/product bv. de
nieuwste iPhone is duur, maar Apple doet dit niet zomaar
• Marketingcommunicatie-onderzoek = hoe effectief de reclame is:
o Trendonderzoek: Telenet verdiende veel met hun 3-pakketten, maar steeds meer
mensen hebben alleen mobiele data nodig. Hierdoor begonnen ze verlies te maken.
Telenet en Proximus hebben besloten om alleen een mobiele data pakket te doen
met daarbij andere voordelen. Dit pakket verkopen ze iets duurder, zodat ze winst
hebben. Fortis kreeg steeds meer oudere personen en geen jongere personen.
Hierdoor hebben ze Hellobank! gelanceerd.
Kwantitatief vs kwalitatief onderzoek
Kwalitatief onderzoek = hebben vaak de vorm van woorden. Dit type onderzoek wordt gebruikt om
concepten, gedachten of ervaringen te begrijpen. Met kwalitatief onderzoek kun je inzicht verkrijgen
in onderwerpen waar nog weinig kennis over is:
• Literatuurstudies over theorieën/concepten, interviews/enquêtes met open vragen
• Weinig mensen
Kwantitatief onderzoek = uitgedrukt in cijfers, tabellen, grafieken, enz. Dit type onderzoek wordt
gebruikt om theorieën en hypothesen te bevestigen of te verwerpen. Het kan ook worden ingezet
om feiten te verzamelen die kunnen worden gegeneraliseerd naar een grotere populatie:
• Experimenten, enquêtes met gesloten vragen
• Veel mensen
Generaliseerbaar = onderzoekers analyseren een specifiek deel van de werkelijkheid en doen hier
uitspraken over. Ze willen dat deze uitspraken gelden voor een zo groot mogelijke groep personen of
situaties:
• Bevragen dit aan een kleine groep → kleine groep = grote groep
7
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sweetvio22. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.49. You're not tied to anything after your purchase.