OPEN VRAGEN
- Bespreek de centrale tonusregeling
- CZS de spiertonus reguleert en handhaaft.
- Spiertonus is lichte, continue samentrekking vn spieren in rust, die helpt bij handhaven vn
lichaamshouding en stabiliseren vn gewrichten.
- door hogere hersencentra zoals hersenschors en basale ganglia.
- 1. Basale ganglia:
- ontvangen input vn cortex en andere delen van CZS en helpen bij initiëren,
moduleren en onderdrukken vn spieractiv
- 4. Gamma-motoneuronen:
- Gamma-motoneuronen zijn een speciaal type motorneuronen die verbonden zijn met
spiervezels. Ze reguleren de gevoeligheid van spierspoeltjes, die belangrijk zijn voor
de regulatie van de spiertonus.
- 5. Feedbackmechanismen:
- CZS ontvangt voortdurend sensorische feedback vanuit lichaam, zoals
proprioceptieve informatie vn spierspoeltjes en gewrichtsreceptoren. Deze feedback
helpt bij afstemmen vn spiertonus op veranderende omstandigheden en
lichaamshoudingen.
- beïnvloed dr motorische planning, sensorische feedback en algehele toestand vn CZS
- verstoring ⇒ hypotonie (verlaagde spiertonus) of hypertonie (verhoogde
spiertonus), die kunnen optreden bij verschillende neurologische aandoeningen.
- De renale, cardiovasculaire en respiratoire gevolgen van longvliesontsteking
- Longvliesontsteking= pleuritis, dat binnenkant vn borstkas bedekt en buitenkant vn longen
omgeeft.
- 1. Renale gevolgen: (nier)
- Verminderde urineproductie:
ontsteking en pijn in borstkas ⇒ stressreactie ⇒ verminderde doorbloeding
vn nieren ⇒ verminderde urineproductie.
- Waterretentie:
vochtretentie in lichaam ⇒ oedeem (zwelling) en verstoorde vochtbalans.
- 2. Cardiovasculaire gevolgen: (hart en bloedvaten)
- Pijn op borst:
⇐ ontsteking en wrijving tss ontstoken longvlies en binnenkant vn borstkas.
- Verminderde inademing:
pijnlijke ademhaling⇒ oppervlakkige ademhaling en beperkte inademing⇒
ventilatie vn longen en zuurstofopname beïnvloeden.
- 3. Respiratoire gevolgen:(ademhaling)
- Verminderde longfunctie:
ontsteking en daaruit voortvloeiende littekenweefsel ⇒ normale beweging
vn longen belemmeren, beperkte longuitzetting en verminderde
longfunctie.
- Verstoorde gasuitwisseling:
ontsteking vn longvlies ⇒ efficiëntie vn gasuitwisseling in longen
beïnvloeden⇒ verminderde zuurstofopname en verhoogde kooldioxide-
opbouw.
- Leg uit: Hypothalame-hypofysaire-thyroidale as/samenwerking
- =(HHT) as = hypothalame-hypofysaire-schildklieras,
regulatie vn schildklierfunctie in lichaam controleert. Het bestaat uit hypothalamus (gebied in
hersenen), hypofyse (klier aan basis vn hersenen) en schildklier (klier in nek).
- 1. Hypothalamus:
- produceert en scheidt thyrotropin-releasing hormone (TRH) af
dat afgifte vn thyrotropine-releasing hormone (TRH) reguleert.
- 2. Hypofyse:
- ontvangt TRH vn hypothalamus
- produceert en scheidt schildklierstimulerend hormoon (TSH) af.
TSH stimuleert schildklier om schildklierhormonen te produceren en af te geven.
1
, - 3. Schildklier:
- vlindervormige klier in nek die verantwoordelijk is voor productie en afgifte vn
schildklierhormonen, met name triiodothyronine (T3) en thyroxine (T4). Deze
hormonen spelen essentiële rol bij regulatie vn stofwisseling, groei, ontwikkeling en
energiebalans in lichaam.
- TSH bindt zich aan receptoren op schildkliercellen en stimuleert productie en afgifte
vn T3 en T4.
- 4. Negatieve feedback:
- schildklierhormonen T3 en T4 hebben neg feedbackwerking op hypothalamus en
hypofyse. Wanneer niveaus vn T3 en T4 in bloed hoog genoeg zijn, remmen ze
afgifte vn TRH in hypothalamus en TSH in hypofyse. Dit helpt om schildklieractiv in
evenwicht te houden.
- Als er een disbalans optreedt in deze as, kunnen verschillende schildklierstoornissen ontstaan,
zoals hypothyreoïdie (te lage schildklierfunctie) of hyperthyreoïdie (te hoge schildklierfunctie).
- Bespreek de lokale tonusregeling/vaattonus
- Lokale tonusregeling = vaattonus = verwijst nr vermogen vn bloedvaten om lokaal hun
diameter en weerstand aan te passen om bloedstroom en bloeddruk te reguleren.
- lichaam bloedtoevoer nr verschillende weefsels en organen kn aanpassen aan hun spec
behoeften.
- 1. Vasodilatatie:
- =verwijding vn bloedvaten
- wnr gladde spieren in vaatwand ontspannen ⇒ diameter vn vat toeneemt⇒
verhoogde bloedstroom nr betreffende gebied.
- veroorzaakt dr #lokale factoren
- Verhoogde weefselmetabolieten:
zoals tijdens fysieke inspanning, wordt er meer adenosinetrifosfaat
(ATP) afgebroken⇒ ophoping vn metabolieten zoals adenosine,
koolstofdioxide en melkzuur
- Verminderde zuurstofspanning (hypoxie):
om bloedtoevoer en zuurstofafgifte te verhogen.
- Verhoogde stikstofmonoxide (NO)-productie:
Endotheelcellen in bloedvaten produceren stikstofmonoxide (NO), krachtige
vaatverwijder.
- 2. Vasoconstrictie:
- =vernauwing van bloedvaten
- wnr gladde spieren in vaatwand samentrekken ⇒ afname van diameter vn
vat⇒ verminderde bloedstroom nr betreffende gebied.
- veroorzaakt dr #lokale factoren
- Verhoogde zuurstofspanning:
om bloedtoevoer en zuurstofafgifte te verlagen
- Verhoogde lokale druk:
Mech druk op bloedvaten
- Lokale hormonen:
zoals angiotensine II en endotheline
- De renale, cardiovasculaire en respiratoire gevolgen van hypovolemische shock
- wnr veel verlies vn bloed of vocht is ⇒ circulerend bloedvolume sterk afneemt.
- 1. Renale gevolgen: (nier)
- Verminderde nierperfusie:
daalt bloeddruk ⇒ verminderde nierperfusie ⇒ nierfunctie neg beïnvloedt:
minder efficiënt afvalstoffen en overtollig vocht uit lichaam verwijderen.
- Verminderde urineproductie:
verminderde nierperfusie en behoefte om bloedvolume te behouden ⇒
nieren urineproductie verminderen om vochtverlies te beperken. ⇒ oligurie
(lage urineproductie) of anurie (geen urineproductie)
2
, - 2. Cardiovasculaire gevolgen:
- Lage bloeddruk:
⇒ compenseren dr vernauwen vn bloedvaten en verhogen vn hartslag,
maar deze mechanismen hebben hun grenzen.
⇒ vermindert doorbloeding vn organen en weefsels ⇒ orgaanfalen.
- Verminderde cardiale output:
hartspier kn niet voldoende bloed rondpompen ⇒ cardiale output afneemt
⇒ beperkt zuurstof- en voedingsstoflevering aan weefsels en organen.
- 3. Respiratoire gevolgen:
- Verminderde zuurstoftoevoer:
minder zuurstof beschikbaar is voor diffusie in longen en transport nr weefsels
beperkt.
- Ademhalingscompensatie:
zuurstoftoevoer te compenseren dr verhogen vn ademhalingssnelheid en -
diepte ⇒snelle, oppervlakkige ademhaling (tachypneu) om zuurstofopname
te verhogen en kooldioxide-eliminatie te bevorderen.
- ! bespreek hypothalamus-hypofyse-adrenale as
- =HHA as = hypothalamus-hypofyse-bijnieras
- regulatie vn bijnierfunctie in lichaam controleert.
- 1. Hypothalamus: (gebied in hersenen)
- produceert en scheidt corticotropin-releasing hormone (CRH) af,
dat afgifte vn adrenocorticotroop hormoon (ACTH) reguleert.
- 2. Hypofyse: (klier aan basis vn hersenen)
- ontvangt CRH vn hypothalamus
- produceert en scheidt ACTH af: stimuleert bijnieren om glucocorticoïden (met name
cortisol) te produceren en af te geven.
- 3. Bijnieren:
- 2 endocriene klieren die zich bovenop nieren bevinden en bestaan uit buitenste
schors (cortex) en binnenste merg (medulla).
- cortex produceert #steroïdhormonen,
waaronder glucocorticoïden zoals cortisol, mineralocorticoïden zoals aldosteron en
geslachtshormonen zoals oestrogeen en progesteron.
- 4. Neg feedback:
- Cortisol neg feedbackwerking op hypothalamus en hypofyse
wnr cortisolspiegels in bloed hoog genoeg zijn ⇒ remt afgifte vn CRH in
hypothalamus en ACTH in hypofyse. (Dit helpt om de bijnieractiviteit in
evenwicht te houden.)
- Cortisol speelt ook rol bij aanpassing aan stressvolle situaties.
- dysfunctie⇒ aandoeningen, zoals de ziekte van Cushing (overproductie vn cortisol)
of ziekte van Addison (onvoldoende productie vn cortisol) ⇒ gevolgen voor
metabolisme, immuunfunctie en andere systemen in lichaam.
__________________________________________________________________________________________
- ! bespreek lecithine (surfactant)
- = natuurlijk voorkomend fosfolipide dat belangrijke component is vn surfactant, stof die wordt
geproduceerd in longen. Surfactant is essentieel vr optimale longfunctie en ademhaling.
- Lecithine en zijn rol als surfactant:
- 1. Structuur vn lecithine:
- Lecithine is belangrijk bestanddeel vn celmembranen, oa in longen
- 2. Functie vn lecithine als surfactant:
- Surfactant is mengsel vn fosfolipiden, waarvan lecithine belangrijkste component is
- geproduceerd dr speciale cellen in longen, met name type II alveolaire cellen
- verminderen vn oppervlaktespanning in longblaasjes (alveoli)
⇒ verlaagt druk die nodig is om alveoli uit te rekken tijdens inspiratie en
voorkomt dat alveoli volledig samenvouwen tijdens uitademing.
- vergemakkelijkt ook uitwisseling vn zuurstof en kooldioxide in longen door creëren vn
dunne film op oppervlak vn alveoli, waardoor gasdiffusie wordt vergemakkelijkt.
3
, - 3. Rol vn lecithine in longontwikkeling:
- Tijdens ontwikkeling vn longen bij foetus: productie en accumulatie vn surfactant
nemen toe in de late zwangerschap om longen voor te bereiden op ademhaling na
geboorte.
- tekort aan surfactant bij pasgeborenen kan leiden tot ademhalingsproblemen, zoals
respiratory distress syndrome (RDS) of ademnoodsyndroom van de pasgeborene.
- dus cruciale rol bij handhaven vn goede longfunctie, vergemakkelijken vn gasuitwisseling en
voorkomen vn ademhalingsproblemen.
- bespreek het chloor metabolisme
- via vorm vn chloride
- 1. Absorptie:
- via voeding, vnl in maag en dunne darm.
- gereguleerd dr transportmech in darmwand, zoals chloridekanalen en natrium-
chloride-cotransporters.
- 2. Distributie en circulatie:
- via bloedbaan nr delen vn lichaam getransporteerd.
- vnl in extracell vloeistoffen, zoals bloedplasma.
- belangrijk bestanddeel vn elektrolytenbalans in lichaam.
- 3. Uitscheiding:
- vnl via nieren. gefilterd dr glomeruli en vervolgens grotendeels opnieuw geabsorbeerd
in niertubuli. resterende uitgescheiden in urine.
- klein deel vook uitgescheiden via zweet, speeksel en maagzuur.
- 4. Functies en betrokkenheid bij metabolische processen:
- belangrijk vr balans vn elektrolyten in lichaam, samen met natrium en kalium.
rol bij handhaven vn osmotische druk, zuur-basebalans en hydratatie vn cellen.
- betrokken bij vorming vn maagzuur (zoutzuur) in maag. Het helpt bij spijsvertering dr
activeren vn enzymen en doden vn bacteriën en andere micro-organismen in voedsel.
- Chloride-ionen zijn betrokken bij de overdracht van zenuwimpulsen en
spiercontractie. Ze spelen een rol bij de regulatie van de elektrische ladingen in cellen
en weefsels.
- gezonde inname en balans vn chloride is essentieel voor goede werking vn ZS, spieren en
algemene fysiologie vn lichaam.
- bespreek natrium-regulatie in het lichaam
- =(Na+)= essentieel mineraal en belangrijke elektrolyt in menselijk lichaam.
rol bij handhaven vn vochtbalans, bloeddrukregulatie, zenuwfunctie en spiercontractie.
- 1. Absorptie:
- vnl in dunne darm, in twaalfvingerige darm en jejunum.
- via actieve transportmechanismen die natriumionen (Na+) darmcellen in brengen.
Dit proces wordt vaak gekoppeld aan opname vn andere voedingsstoffen, zoals
glucose en AZ.
- 2. Circulatie en distributie:
- via bloedbaan nr #weefsels en organen getransporteerd.
- grootste deel vn natrium bevindt zich in extracell vl, met name in bloedplasma. ook in
andere zoals lymfe, weefselvloeistof en urine.
- 3. Uitscheiding:
- vnl gereguleerd dr nieren. Het meeste wordt gefilterd dr glomeruli en vervolgens
grotendeels opnieuw geabsorbeerd in niertubuli.
- beïnvloed dr hormonale regulatie, met name door aldosteron, dat natriumreabsorptie
in niertubuli stimuleert.
- 4. Hormonale regulatie:
- aldosteron, geproduceerd dr bijnierschors, stimuleert natriumreabsorptie in
niertubuli, ⇒ minder hoev natrium in urine uitgescheiden
- Andere hormonen, zoals antidiuretisch hormoon (ADH of vasopressine), kunnen ook
de natriumregulatie beïnvloeden dr water- en natriumtransport in nieren te
beïnvloeden.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anneleenverhaeghe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.