HART
→ arteriële gedeelte: bloed nr organen
→ veneuze gedeelte: retour
Lymfevatenstelsel
→ recuperatie vochtionen en te veel aan vl dat werd uitgestuwd
,HARTSPIERCELLEN
→ desmosomen en nexussen
- nexussen: transport en comm (instroom Ca2+)
→ contractiele eiwitten
- actine
- myosine
- tropomyosine
- troponine C
Actiepotentiaal en contractie
→ depol vn myocardcel (= cel aangepast via instulpingen (T-tubuli))
- ⇒ prikkel toekomt in sarcoplasmatisch reticulum (SR)
- In hart: diadestructuur
- ivglm skeletspier: minder SR in hart
- ⇐ ook instroom vn Ca2+ vnuit andere cellen (via nexussen) = intercallaire schijven
→ Ca2+-afhankelijke Ca2+ -release
= binnenstromende Ca2+ ⇒ elek wijziging ⇒makkelijker vrijgesteld uit SR
- Ca2+ bindt op troponine C ⇒ conformatieverandering ⇒ trekt draad weg ⇒ bindingsplaatsen komen vrij
⇒ M bindt op A ⇒ contractie
→ hart
= funct syncytium = alle cellen ervn samenwerken, maar niet versmolten tot echt syncytium (nexussen en gap junctions)
- autonomie (= zelf instaan vr genereren vn actiepotentiaal)
○ ATP nodig uit mitochondria
→ actiepot
= tijd vn contractie-relaxatie (ritmisch zoals pomp: wnr gevuld is, dan prikkel geven)
- depol
○ begin actiepot
○ Na+ vn buiten nr binnen (hoge geleidbaarheid vr Na+)
- repol
○ K+ vn binnen nr buiten
○ Ca2+ nr binnen (hoge permeabiliteit vr Ca2+)
○ evenwicht tss K+ en Ca2+ : plateaufase
○ evenwicht weg: verdere repolarisatie
- contractie
○ begin: fractie later dn depol
○ ⇒ Ca2+ kn vrijgesteld
- relaxatie
○ einde: op einde vn repol (normale rustmembrpot)
→ geen spatiële en temporele summatie (tetanisatie) → spatiële en temporele summatie (tetanisatie)
⇐ combi vn volgende 3 (pompfunctie, afwisseling nodig contractie-relax) - ⇒ grote krachtontwikkeling
- ARP (abs refractaire periode)
○ verlengt dr plateaufase ⇒ prikkels gezonden, maar geen
respons ⇒ vullingsfase vn hart beschermd
■ plateaufase dr K+-uitstroom en Ca2+ - instroom
- RRP (rel refractaire periode)
○ snel deel, laatste vn repol
- niet-refractaire periode
○ prikkel, normale respons
→ actiepot → actiepot
- autonomie - impuls afk uit motorisch ZS
○ regelt basale hartfreq ⇒ basale contractiekracht
○ (zie pacemakercellen: maken tempo)
→ extrasystolen in hart, gevolgd dr rustpauze
- meestal gestuurd vnuit pacemakercellen, soms ook vnuit AZS
(vaak niet gevaarlijk)
→ relaxatie
- afh vn magnesium
- Ca-Mg-ATP-ase-pomp: deel vn Ca2+ weg via nexussen, andere
deel actief weggepompt
- Ca2+ binnen vnuit naburige cellen dr schijven met nexussen
(Ryanodinereceptoren (RyR)
- familie vn intracellulaire Ca2+-kanalen die voorkomen in neuronen en spiercellen
- bij actiepot: Ca2+-ionen vrij uit EPR of SPR
- in spiercellen: ⇒ contractie)
Pacemakercellen
= gespecialiseerde cel om actiepot te genereren
→ bestaan uit myoblast, gedifferentieerd ⇒ gemodificeerde neurale activ
→ sinusknoop (SA-knoop)
- thv sinus venosis = overgang tss v.cava en RA
→ AV-knoop (atrioventriculaire knoop)
→ Bundel vn His
- in septum: truncus: 2 takken (linker en rechter) → LV en RV → eindigen in Purkinje
→ Purkinje vezels
→ spontane depol
- K+-kinetiek ⇒ Na+- poorten makkelijker opengaan (= sloping pacemaker potential) ⇒ mogelijkheid tot spontane
depolarisatie ⇒ bpld basisritme (70-90)
- ritme oiv AZS
○ OS: orthosympaticus, stress-systeem
■ noradrenaline (neurotransmitter) bindt op adrenerge receptoren (alfa’s en bèta’s) (thv
pacemakercellen) ⇒ Na+ poorten sneller open
⇒ steilere sloop vn spontane depol ⇒ sneller bij drempelwaarde ⇒ hartfreq↘
= pos chronotropie
■ tragere impact dn para
➢ dr bezenuwing: meer verspreid (n.accelerantes)
➢ maar meer invloed op myocardcellen
○ PS: parasympaticus, rust-systeem:
■ acetylcholine (neurotransmitter) bindt op nicotine receptoren (thv pacemakercellen )
⇒ Na+ poorten trager open ⇒ minder steile sloop vn spontane depol
⇒ trager bij drempelwaarde ⇒ hartfreq↗
= neg chronotropie
■ snellere impact dn ortho
➢ dr bezenuwing: directe lijn vn n.vagus nr sinusknoop
- ritme oiv T
○ T ↗ ⇒ hartfreq ↗
3
, UITWENDIGE BOUW
Bloedvoorziening: coronaire circulatie
→ arterieel deel via aorta
→ veneus deel via netwerk en v. cava superior en inferior
Vulling coronairen
→ systole
= ejectie
- te grote druk ⇒ coronairen dichtgedrukt ⇒ bloed kn NIET nr hartvaten
→ diastole
= vulling
- (ventrikel ontspannen⇒) bloedkolom valt terug op klep ⇒ coronairen staan open ⇒ bloed kn WEL nr hartvaten
Afvoer hartcirculatie
→ veneus afvoer
- venen en venulen
- vervoeren bloed nr rechter atrium via uitmonding in sinus coronarius
Klepstructuur
→ systematische circulatie: grote bloedsomloop
- LV → aorta → v. cava inferior en superior → RA –via AV-klep→ RV
○ bicus spidalis klep: 2 delen
○ tricus spidalis klep: 3 delen
→ v. cava superior en inferior
- [O2-arm bloed] → RA –via AV-klep→ RV
○ bicuspidalis klep: open obv drukverschil
■ Patria > Pventrikels: bloed nr beneden storten in RV
[O2 aan toevoegen] –via a.pulmonalis→ longcirculatie → 4 vv. pulmonales
○ pulmonale klep: drukverschil
■ Pventrikel > Ptruncus pulmonalis
[ondertussen O2-rijk bloed] → LA –via AV-klep→ LV
○ obv drukverschil
■ Patria > Pvetnrikel
→ drukverschil genereren
- via contracties en relaxaties
○ ventrikels: sleutelfunctie
■ wand vn atria dunner en bevat minder spierweefsel dn ventrikels
■ vnl relaxatie vn ventrikels ⇒ drukverschil (+ kleine inbreng: geringe contractie vn atria)
Knoopstructuur
→ F: generen vn prikkels (vr autonomie vn hart)
→ bestaan uit pacemakercellen
- Knoop vn Keith-Flack
= sinusknoop (SA-knoop)
○ dominante knoop
○ evolutief begrip: vroeger: sinus venosis vooraleer in atria
nu: sinusknoop
○ ⇒ basisritme vn ons hart: 60-90 slagen
○ (vb: als je opstaat, uw hartslag↗)
- Knoop vn Ashoff-Tawara
= AV-knoop (atrio-ventriculaire knoop)
○ overgang tss atrium en ventrikel
■ afgescheiden dr bindweefselringen: anulus fibrosus (deze plaats als knoop)
○ ⇒ iets trager ritme: 50 slagen
- Pacemakercellen in septum:
○ ⇒ nog lager ritme : 20-25 slagen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anneleenverhaeghe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.24. You're not tied to anything after your purchase.