Samenvatting biologie havo 4 Hoofdstuk 8: Ecosysteem en evenwicht
8 views 0 purchase
Course
Biologie
Level
HAVO
Book
Nectar / Biologie 4 Havo / deel Leerboek
In de samenvatting worden de volgende paragrafen kort maar duidelijk beschreven: 8.1 energiestromen, 8.2 Koolstofkringloop, 8.3 stikstofkringloop, 8.4 veranderingen in ecosystemen en 8.5 duurzaamheid. Bruto primaire productie en netto primaire productie wordt besproken. Net als de piramide van bi...
Summary Nectar / Biologie 4 Havo / deel Leerboek - Science
Class notes Biomaths Nectar / Biologie 4 Havo / deel Leerboek
Biology 12th edition by Sylvia s Mader Test Bank
All for this textbook (3)
Written for
Secondary school
HAVO
Biologie
4
All documents for this subject (2002)
Seller
Follow
fleurwaijboer
Content preview
Toetsweek 4 Biologie Ecosysteem en evenwicht
8.1 energiestromen
Duurzaam vissen
Ter voorkoming van het overbevissen van vissoorten, is voeren met plantaardig voer een goed
alternatief. Bij duurzaam gevangen vis blijft de visstand op peil en de voedselketens en leefomgeving
impact.
Voedselketen, voedselweb en energie
Algen zijn producenten. De hoeveelheid energie uit zonlicht die zij vastleggen in hun organische
stoffen, heet bruto primaire productie. Het is de eerste productie van organische stoffen uit de
voedselketen. Door dissimilatie maken algen energie vrij. Daarbij ontstaat warmte. De rest gebruiken
ze als brandstof voor voortgezette assimilatie en vormt de netto primaire productie. NPP=BPP-D
De voedselketen begint altijd bij de algen, maar na elke schakel blijft er van de energie die door de
algen als NPP is vastgesteld, steeds minder over.
Voer en energie
Goedkoop voer dat een maximale secundaire productie bij de kweekvis oplevert. Dit is een gunstige
voedselconversie namelijk 2 (2 KG voer:1 KG vis). Voedselconversie is de hoeveelheid voer die nodig
is om 1 kg aan lichaamseigen organische stoffen bij een organisme te laten toenemen.
Bacteriën en schimmels
Naast producenten en consumenten is er een derde groep organismen, de reducenten. Dit zijn
bacteriën en schimmels. Zij leven zowel in het water als op het land.
Energie in organische stoffen
Het is niet eenvoudig om te meten hoeveel energie er in organismen is opgeslagen. Het
drooggewicht bestaat uit organische stoffen, de biomassa, en uit mineralen. De energie zit vooral in
de organische stoffen: de vetten, de koolhydraten en de eiwitten. Je bepaalt van de biomassa het
gewicht aan vetten, eiwitten en koolhydraten en kunt de hoeveelheid energie berekenen.
Piramidemodellen
De breedte van de rechthoek is een maat voor de biomassa: hoe breder, hoe meer biomassa. Stapel
je deze op elkaar, producenten onder en consumenten daar bovenop, dan krijg je een piramide van
biomassa, die aangeeft hoe de biomassa verdeeld is over de trofische niveaus. Het kan ook met
jaargemiddelde, dan krijg je een piramide van productiviteit. Door biomassa naar zijn energie-inhoud
om te rekenen, krijg je een piramide van energie. De aantallen organismen per trofisch niveau geef je
in een piramide van aantallen weer.
Verstoring van energie
Energie komt ecosystemen in doordat producenten via fotosynthese energie uit zonlicht vastleggen
en verdwijnt via de warmte die ontstaat bij dissimilatie. De energiestromen, de toename en afname
van energie in de vorm van organische stoffen, zijn met elkaar in evenwicht. Dat verandert naar een
verstoring, een gebeurtenis waardoor een snelle, blijvende verandering in een ecosysteem plaats
vindt.
, 8.2 Koolstofkringloop
Eenvoudige koolstofkringloop
Glucose is de basis voor alle organische stoffen. Wanneer jij groene planten eet, gebruik je die
stoffen weer als brandstof bij je dissimilatie en als bouwstof voor secundaire productie. Bij de
dissimilatie komt weer CO2 vrij, die de lucht in gaat. Dat vormt een kringloop van voortdurend
hergebruikte koolstof.
Andere kringlopen
Koolstof kan rechtstreeks van producenten of consumenten weer
naar producenten gaan in de vorm van CO2 of via kringloop met
reducenten. Bacteriën en schimmels die werken als reducent,
breken de organische afvalstoffen of dode organismen af tot
anorganische stoffen (H2O, CO2, mineralen met elementen zoals
stikstof, zwavel, fosfor en ijzer). Planten gebruiken deze elementen
voor de secundaire productie van organische stoffen uit glucose.
Koolstofkringlopen op het land
De route van het element koolstof in een ecosysteem heet de koolstofkringloop. Bij een snelle C-
kringloop gaat de koolstof (c) van producenten naar consumenten en rechtstreeks of via reducenten
weer terug naar de producenten. Bij een langzame C-kringloop gaat het om C die miljoenen jaren is
opgeslagen in de bodem. Dat gebeurt in de vorm van fossiele brandstoffen als steenkool een aardolie
en als klakgesteente.
Koolstofkringlopen in het water
Op de zeebodem hopen schelpen zich op tot een dikke laag. Onder hoge druk vormt hieruit
kalkgesteente. Soms duwen bewegingen van de aardkorst deze lagen omhoog. De koolstof die in het
kalkgesteente zit, is voor lange tijd niet beschikbaar voor producenten. Zuur regenwater lost de
kalksteen een beetje op en daarbij komt weer CO2 vrij. Pas dan is deze (langzame) kringloop weer
rond.
Extra koolstofdioxide in de lucht
In de atmosfeer is CO2 een van de broeikasgassen. Zonlicht gaat door de atmosfeer heen en warmt
de aarde op. Omdat mensen in relatief korte tijd veel fossiele brandstoffen gebruiken, neemt de
concentratie van CO2 is de atmosfeer wereldwijd toe. De grotere hoeveelheid CO2 ligt als een
dikkere deken om de aarde en dat leidt tot een versterkt broeikaseffect. Dat leidt tot nieuwe
bewoners in de Nederlandse ecosystemen omdat Nederland voor zuidelijke soorten opeens binnen
hun tolerantiegrenzen past. Een ander gevolg is dat ze zeespiegel stijgt. Extra CO2 betekent ook extra
veel bicarbonaat (HCO3-) en waterstofionen (H+) in de oceanen, waardoor die langzaam verzuren.
CO2 wegwerken
Om de toename van het versterkt broeikaseffect te stoppen zijn andere energiebronnen nodig.
Daarnaast vraagt het om maatregelen die het CO2-gehalte verlagen. Bv:
- Bomen planten. Via fotosynthese leggen ze in het hout van stammen en takken de C voor
lange tijd vast.
- Algen kweken in de zee. Die nemen CO2 op. De afgestorven algen zakken naar de bodem van
de diepzee en nemen C mee in hun organische stoffen.
- CO2 opslaan. Je kunt CO2 op grote diepte in de bodem stoppen, bijvoorbeeld in oude
aardgasvelden. Kan leiden tot aardbevingen
- CO2 uit de lucht filteren. Verschillende technieken om CO2 uit de lucht te halen zijn in
ontwikkeling.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurwaijboer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.48. You're not tied to anything after your purchase.