Hoihoi,
ik zit nu in 4vwo, dit is een samenvatting die ik heb gemaakt voor 3vwo. Door deze samenvatting uit mijn hoofd te leren heb ik een 8.2 gehaald!
Ik hoop dat jullie wat aan mijn samenvatting hebben! succes met leren <3
e
1 stofwisseling
Bladgroenkorrels (in planten) vangen energie op uit zonlicht, hierdoor kan
fotosynthese plaatsvinden. Deze energie slaan ze op in glucose, glucose is een
energie rijke stof.
Fotosynthese:
Water + koolstofdioxide + energie glucose + zuurstof
Stofwisseling: stoffen die worden omgezet in andere stoffen (zoals fotosynthese) .
In alle organisme kan stofwisseling plaats vinden.
De afbraak van glucose gebeurt in mitochondriën, als de glucose wordt
afgebroken komt er veel energie vrij. Cellen die veel energie nodig hebben
bevatten veel mitochondriën. (spiercellen bijv.)
2 verbranding
In cellen van organisme wordt glucose afgebroken om energie vrij te maken. Alle
organen hebben energie nodig. (om te bewegen of lichaamstemperatuur op peil
te houden)
De afbraak van glucose noem je verbranding, cellen gebruiken glucose als
brandstof. Verbranding vindt plaats in elke cel van je lichaam, dag en nacht.
Verbranding:
Glucose + zuurstof water + koolstofdioxide + energie
De energie die vrijkomt wordt omgezet in beweging en warmte. Als je actiever
wordt, heb je meer energie nodig. Hoe groter de lichamelijke inspanning, hoe
harder je hart en longen werken om voldoende brandstof en zuurstof te krijgen,
en co2 en water af te voeren.
3 het ademhalingsstelsel
Tijdens inademing gaat lucht via de neusholte / mondholte naar keelholte.
Daarna gaat de lucht langs het strottenhoofd de luchtpijp in. Die vertakt zich in 2
bronchiën en die vertakken in kleinere takjes (luchtpijptakjes). Aan het einde
van de luchtpijptakjes bevinden zicht trosjes longblaasjes.
Neusslijmvlies: zit in de neusholte en bestaat uit cellen die slijm produceren. Dit
slijm zorgt ervoor dat de lucht vochtig wordt gemaakt, verwarmd wordt (door de
bloedvaatjes in de neus) en gekeurd wordt (of de lucht niet giftig is)
Vaak zitten in lucht die je inademt stofdeeltjes en ziekteverwekkers. Neusharen
houden de grote stofdeeltjes tegen. trilharen verplaatsen het slijm met de
kleine stofdeeltjes en ziekteverwekkers dan naar de keelholte.
, Na de neusholte of mondholte komt de lucht in de keelholte. Als je ademhaalt
gaat de lucht via de luchtpijp naar de longen stromen, en weer terug. Niet alleen
ingeademde lucht gaat door de keelholte, ook voedsel komt hier doorheen. Het
strotklepje sluit de luchtpijp af bij slikken. De huig sluit de neusholte af als je
voedsel inslikt. Hierdoor kan er geen voedsel in de luchtpijp of neusholte komen.
Verslikken: voedsel of drank komt dan toch in je luchtpijp of neusholte terecht.
Dit kan komen omdat de huig of strotklepje niet goed sluiten.
Luchtpijp: een holle buis die altijd open moet blijven staan omdat je anders
geen lucht krijgt. Hiervoor bevat het hoefijzervormige kraakbeenringen. (de wand
van bronchiën bevat deze ook, de wanden van luchtpijptakjes bevatten spiertjes).
aan het uiteinde van de luchtpijptakjes bevinden zich longblaasjes. (70 tot 100
m2). De longblaasjes zijn omgeven door een netwerk van kleine bloedvaatjes de
longhaarvaten. De wanden van allebei zijn heel dun waardoor er zuurstof en
koolstofdioxide doorheen kan.
4 ademhalen
Als je inademt, neem je zuurstof op. De zuurstof gaat van de lucht in een
longblaasje naar het bloed in de haarvaten. Het bloed vervoer zuurstof naar de
cellen, hier wordt het gebruikt voor verbranding. Als je uitademt (verbranding
plaatsgevonden) geef je het koolstofdioxide af aan je omgeving. Ook raak je
water en energie (warmte) kwijt bij uitademing.
Gaswisseling : De opname en afgifte van zuurstof en koolstofdioxide via de
longblaasjes. Door de dunne wanden en grote oppervlak van longblaasje kan
gaswisseling snel plaatsvinden.
Bloed naar de longblaasjes : weinig zuurstof, veel koolstofdioxide.
Bloed van de longblaasjes af: veel zuurstof, weinig koolstofdioxide
Ademhalingspieren: middenrif, buikspieren en tussenribspieren (bij diep
ademhalen de spieren bij het sleutelbeen). Deze gebruik je om te ademhalen.
Borstademhaling: bij inademing spannen de tussenribspieren zich aan.
Daardoor bewegen je ribben en je borstbeen omhoog en wordt je borstholte
groter. Je longen rekken uit waardoor er lucht naar binnen wordt gezogen. Bij
uitademing ontspannen de tussenribspieren, waardoor je ribben en borstbeen
omlaag bewegen. Je borstholte en longen worden weer kleiner, en de lucht wordt
naar buiten geperst.
De ribben zitten met gewrichten vast aan de wervelkolom. En het borstbeen zit
vast met kraakbeen.
Buikademhaling: bij inademing trekt je middenrif samen waardoor het omlaag
beweegt, hierdoor drukt het organen naar voren en die duwen de buikwand naar
voren. Daardoor wordt de borstholte groter. Je longen worden uitgerekt en de
lucht stroomt naar binnen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femmieeee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.