100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting literatuur oogheelkunde vraagstukken kijken, denken, doen $6.98
Add to cart

Summary

Samenvatting literatuur oogheelkunde vraagstukken kijken, denken, doen

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van de literatuur die hoort bij het onderwerp oogheelkunde in het vak vraagstukken kijken, denken, doen.

Preview 2 out of 12  pages

  • No
  • 5 t/m 12
  • September 25, 2023
  • 12
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Aantekeningen Leerboek Oogheelkunde

Hoofdstuk 5: Refractieafwijkingen
Refracte = de lichtbrekende eigenschap van het oog.
Als eenheid van lichtbreking wordt dioptrie gebruikt. 1 dioptrie is de lichtbrekende sterkte van een
lens met een brandpunt op 1 m. De cornea en de ooglens zijn verantwoordelijk voor de refractie.

Emmetropie = Het optische stelsel produceert een optimale afbeelding op de retina doordat de
retina precies in het brandpunt ligt.
Ametropie = Het brandpunt ligt voor of na de retina. (Voor = myopie/bijziendheid en na =
hypermetropie/verziendheid).
Bij astigmatisme is een afwijking in de vorm van de cornea. Dit zorgt voor meerdere brandpunten
(brandlijnen). De astigmatisme kan myoop, hypermetroop of gemengd zijn.

De meeste baby’s zijn hypermetroop, maar dit stabiliseert zich tijdens adolescentie meestal rond
emmetropie → emmetropisatie.
Accommodatie = het bijstellen van de lens om objecten op verschillende afstanden scherp te kunnen
zien.
Presbyopie = het afnemen van het vermogen om te accommoderen met leeftijd. Dit resulteert vaak
in de noodzaak van leescorrectie. Het komt doordat de m. ciliaris wat verslapt. Het is een
fysiologische proces.

Meten van refractie:
- Subjectief: corrigerende glazen voor het oog, net zo lang tot de patiënt optimale visus
aangeeft.
- Objectief: Waarneming van het gedrag van weerkaatsing van een lichtbundel met skiascopie
of een automatische refractometer.

Correctie ametropieën: bril of contactlenzen. Hierbij wordt er een extra lens toegevoegd aan het
optische stelsel. Astigmatisme kan gecorrigeerd worden met sferische correctie met een positief of
negatief cilinderglas.
Refractieve chirurgie is ook een behandeloptie bij refractieafwijkingen.

Het verschil tussen een ametropie of een pathologische stoornis kan gemaakt worden met een
stenopeïsch gaatje. Als de visus niet toeneemt dan moeten we een niet-optische oorzaak zoals een
macula probleem verwachten.

Hoofdstuk 6: Oogheelkundige problemen op de kinderleeftijd
Ontwikkeling: Vanaf 6 weken moet een baby een object kunnen fixeren. Vanaf 2 maanden kunnen
de meeste kinderen vloeiende volgbewegingen maken. accommoderen is mogelijk vanaf 3-4
maanden. Het driedimensionaal dieptezien ontwikkelt zich tussen 5 maanden en 3 jaar. De visus
ondergaat een ontwikkeling van 0,05 tot 1,0 rond 7 jaar.

Visusonderzoek bij kinderen:

, - Teller acuity cards (TAC): strepen onderscheiden van de achtergrond voor jonge kinderen.
- Amsterdamse plaatjeskaart
- Landolt C-test
- E-hakken
- Lea Hyvärinen kaart
Zodra mogelijk, wordt getest met cijfers of letters.

5% van de kinderen heeft een refractieafwijking.
Risicofactoren: erfelijkheid, syndroom van Down, premature geboorte.
Niet alle refractieafwijkingen zijn een bedreiging voor de visuele ontwikkeling. Pas op: >3,5 D, <-3,0
D, astigmatisme > 1,0 D en bij anisometropie (sterkteverschil tussen beide ogen).

Amblyopie = een lui oog. Oorzaken: scheelzien, refractieafwijking, mediatrobeling. Hierbij wordt het
afwijkende beeld door de hersenen onderdrukt waardoor de visuele ontwikkeling stopt.
Behandeling: goede oog een aantal uren per dag af te plakken met een occlusie pleister. Evt. kan de
refractieafwijking gecorrigeerd worden of een mediatroebeling verwijderd.
Als het niet behandeld wordt leidt het tot slechtziendheid aan 1 oog.

Strabismus (scheelzien) is een standsafwijking van de ogen.
Risicofactoren: erfelijkheid, cerebrale afwijkingen, prematuur, amblyopie.
Diagnostiek: hirschberg test. Bij scheelzien zijn de visuele assen niet op hetzelfde punt gericht.
Verschillende vormen:
- Esotropie of esoforie (resp. manifest of latent scheelzien naar binnen).
- Exotropie of exoforie (resp. manifest of latent scheelzien naar buiten).
- Hypertropie of hyperforie (resp. manifest of latent scheelzien naar boven).
- Hypotropie of hypoforie (resp. manifest of latent scheelzien naar beneden).
Om te differentiëren tussen manifest en latent strabismus wordt gebruik gemaakt van de afdektest.
Bij latent scheelzien staan beide ogen recht bij kijken met de ogen open, maar bij een alternerende
afdektest neemt het oog een afwijkende stand aan achter de occluder.
Bij sommige vormen van strabismus speelt de refractive ene rol.

Bij concomiterend scheelzien is de scheelzienshoek in alle blikrichtingen ongeveer gelijk. Bij niet-
concomiterend scheelzien wisselt de scheelzienshoek in de verschillende blikrichtingen. Dit laatste
wordt gezien bij patroonscheelzien en paralytisch scheelzien.
Patroonscheelzien → Wordt veroorzaakt door een overactie van de schuine oogspieren. De
scheelzienshoek wisselt bij naar boven en naar beneden kijken: A- of een V-patroon.
Paralytisch scheelzien → Oorzaken: ruimte-innemend proces, verhoogde hersendruk,
infectie.

Pseudostrabismus = het lijkt alsof een kind scheel ziet doordat het kind een brede neusrug met
epicanthus heeft.

Behandeling strabismus: occlusietherapie/penalisatie om amblyopie te voorkomen of te
behandelen, operatief door oogspieren te verzwakken, in te korten of te verplaatsen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberdegraaf1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.98
  • (0)
Add to cart
Added